Bijlagen bij COM(2024)6 - Europese structuur- en investeringsfondsen Samenvattend verslag van 2023 over de jaarlijkse uitvoeringsverslagen van de programma’s voor de periode 2014-2020

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlagen.


2. Respons op de COVID-19-pandemie

Als reactie op de COVID-19-pandemie heeft de EU het grootste herstelpakket tot nu toe goedgekeurd om veerkrachtiger uit de crisis te komen en de digitale en groene transformatie van Europa te ondersteunen. Tot dit pakket behoren onder andere de herstelbijstand voor cohesie en de regio’s van Europa (React-EU) en de herstel- en veerkrachtfaciliteit, als grootste financieringselement in het kader van NextGenerationEU. In 2022 is de tweede tranche van de React-EU-middelen van 11 miljard EUR beschikbaar gesteld. Eind 2022 was het volledige bedrag van 50,6 miljard EUR geprogrammeerd via het EFRO en het ESF. Eind september 2023 was via de programma’s 26,2 miljard EUR uitbetaald.

De middelen gingen naar medische instellingen, onderzoekers, ondernemers, werknemers en kwetsbare personen, en maakten het mogelijk 3,7 miljard persoonlijke beschermingsmiddelen en ongeveer 12 500 beademingsapparaten aan te kopen en meer dan 920 000 ondernemingen te ondersteunen (9).

Per september 2023 was er 8,7 miljard EUR toegewezen aan groene investeringen in het kader van React-EU (waarvan 6,6 miljard EUR aan klimaatmaatregelen) en 3,1 miljard EUR aan de digitale economie; 8,7 miljard EUR werd toegewezen aan ondernemingen en bedrijfsondersteuning; 8,8 miljard EUR ging naar de gezondheidssector en 12,7 miljard EUR naar maatregelen voor de arbeidsmarkt.

Binnen het cohesiebeleid is het ESF, in het kader van React-EU, de voornaamste bron om de sociale diensten, het behoud van werkgelegenheid en de steun aan kwetsbare groepen te ondersteunen, zoals bepaald in het actieplan van de Europese pijler van sociale rechten. Dit werd gedaan door het bevorderen van steun aan werktijdverkortingsregelingen, aanvullend loon voor zorgpersoneel, IT-uitrusting, beschermingsmiddelen en diensten voor kwetsbare groepen.

Het EFMZV heeft noodsteun ingevoerd ter compensatie van de tijdelijke stopzetting van visserijactiviteiten en de opschorting of vermindering van de productie en verwerking in het kader van de COVID-19-pandemie. 210 miljoen EUR van de middelen van het EFMZV was bestemd voor het verzachten van de impact van de COVID-19-pandemie en meer dan de helft daarvan (59 %) werd toegewezen om de gevolgen van de tijdelijke stopzetting van de visserijactiviteiten op te vangen.

Voorbeelden van door de ESI-fondsen gefinancierde projecten die bijdragen aan de COVID-19-respons
In Italië en Spanje werd een groot deel van de vaccinatiecampagne tegen het COVID-19-virus medegefinancierd met React-EU-middelen. Meer dan 2,5 miljard EUR werd gebruikt om de vaccindoses veilig te stellen die nodig waren om de hele bevolking van de twee landen te beschermen.
Via het project “Digitaal Plan”, dat in de Franse stad Montpellier is uitgevoerd, heeft React-EU het gebrek aan digitale apparatuur op lokale scholen helpen aanpakken dat tijdens de COVID-19-pandemie aan het licht was gekomen. Met de subsidie van 3,5 miljoen EUR uit React-EU heeft elke leerkracht een laptop en elke klas videoprojectoren gekregen om de pedagogische continuïteit en de modernisering van onderwijs- en leermethoden te waarborgen. Dit zal helpen om de digitale kennis en vaardigheden te verbeteren, schooluitval te verminderen en de pedagogische continuïteit in het geval van een nieuwe gezondheidscrisis te waarborgen.
In Finland heeft het door het Elfpo gefinancierde KoroKausi-project landbouwers geholpen om het ernstige tekort aan seizoenarbeiders als gevolg van de COVID-19-pandemie op te vangen, waardoor meerdere landbouwbedrijven failliet dreigden te gaan. Mede dankzij dit project konden bijna alle landbouwbedrijven die om hulp hadden verzocht, op tijd personeel vinden. Er werden communicatiecampagnes en een online netwerkplatform opgezet, met ongeveer 7 000 geregistreerde gebruikers en met een piek van ongeveer 2 100 beschikbare banen op de landbouwbedrijven. In verschillende andere lidstaten zijn soortgelijke projecten in reactie op de COVID-19-pandemie gefinancierd uit het Elfpo.

3. Uitvoering per hoofdthema

In de volgende punten wordt een overzicht gegeven van de prestaties van de ESI-fondsen per hoofdbeleidsterrein zoals eind 2022 gerapporteerd door de lidstaten.


1. Slimme groei

Het gebruik van de ESI-fondsen ter bevordering van onderzoek en innovatie is van cruciaal belang om de lidstaten en de regio’s te helpen de nodige voorwaarden te scheppen voor economische groei op het terrein. Ondersteuning van innovatie door middel van strategieën voor slimme specialisaties is essentieel voor een reeks prioriteiten van de Commissie, met name de Europese Green Deal, een economie die werkt voor mensen, en Europa klaarmaken voor het digitale tijdperk.

Eind 2022 waren de volgende resultaten geboekt:

- Ongeveer 5 miljoen kmo’s hadden steun ontvangen, wat neerkomt op een stijging van 25 % ten opzichte van de 4 miljoen ondernemingen die eind 2021 steun hadden ontvangen.

- Meer dan 75 000 ondernemingen hadden samengewerkt met onderzoeksinstellingen.

- Ongeveer 37 000 ondernemingen hadden nieuwe producten op de markt gebracht, waarmee het in de programma’s vastgestelde streefcijfer van 32 000 ondernemingen werd overtroffen.

- Meer dan 7,8 miljoen huishoudens profiteerden al van verbeterde toegang tot breedbandinternet dankzij door het EFRO gefinancierde projecten. Verwacht wordt dat eind 2023 bijna 12 miljoen huishoudens zullen profiteren van verbeterde breedbandtoegang.

- Het Elfpo heeft meer dan 1 900 investeringen in plattelandsgebieden ondersteund om de toegankelijkheid, het gebruik en de kwaliteit van ICT te verbeteren, voor een totaalbedrag van meer dan 1,1 miljard EUR. Meer dan 5,1 miljoen mensen in plattelandsgebieden hebben baat gehad bij verbeterde IT-infrastructuur of -diensten.

Investeringen in slimme groei maken ongeveer 28 % uit van de totale ESI-financiering. Voor de drie thema’s die deel uitmaken van het hoofdstuk over slimme groei was 211 miljard EUR beschikbaar: onderzoek en innovatie (74 miljard EUR), informatie- en communicatietechnologie (19 miljard EUR) en concurrentievermogen van kmo’s (118 miljard EUR) (10).

Eind 2022 was reeds 166 miljard EUR (ofwel 79 % van de toewijzing voor dit hoofdstuk) uitbetaald aan de projectbegunstigden. Dit komt neer op een stijging met 16 procentpunt ten opzichte van het voorgaande jaar. De onderstaande figuur toont een nadere uitsplitsing van de uitvoeringsgraad voor elk van de drie thema’s.

Figuur 2 Uitvoeringspercentages voor slimme groei

Er zijn geen beduidende verschillen in de financiële vooruitgang bij de verschillende thema’s. In het geval van investeringen in onderzoek en innovatie is 79 % van het totale geplande bedrag al uitgegeven. Bij het thema informatie- en communicatietechnologie is een vergelijkbare situatie te zien, aangezien ook daar 79 % van de totale bedragen is uitgegeven.

De ESI-fondsen maken het voor ondernemingen ook mogelijk om te groeien en productiever en concurrerender te worden en om innovatieve oplossingen te introduceren. Er is in totaal 118 miljard EUR (16 % van de totale begroting) gepland voor de verbetering van het concurrentievermogen van de kmo’s in de EU. Dit is het grootste thema in de begroting. Eind 2022 was 79 % van het totale geplande bedrag reeds uitgegeven.


Voorbeelden van door de ESI-fondsen gefinancierde projecten die bijdragen aan slimme groei

Het regionale Italiaanse EFRO-programma voor Sicilië heeft 7,5 miljoen EUR bijgedragen ter ondersteuning van de onderzoeksinfrastructuur voor het Mediterranean Institute for Transplantation and Advanced Specialised Therapies (ISMETT). Het ISMETT is een expertisecentrum voor transplantatie en een referentieziekenhuis voor het hele Middellandse Zeegebied en is betrokken bij belangrijke onderzoeksprojecten om patiënten de meest geavanceerde behandelingen voor terminaal orgaanfalen te bieden.

Het project Sustainable Bottom Line 2.0 kreeg 1,8 miljoen EUR uit het EFRO om kmo’s in de Regio Hoofdstad in Denemarken hulp te bieden bij groene en circulaire bedrijfsontwikkeling. Van ongeveer honderd ondernemingen werd het circulaire potentieel beoordeeld en ongeveer tachtig ondernemingen ontwikkelden groene en circulaire bedrijfsmodellen waardoor hun energie- en hulpbronnenefficiëntie, concurrentievermogen en groeipotentieel zijn verbeterd. Hierdoor zijn de broeikasgasemissies met bijna 7 000 ton gedaald, is het energieverbruik met bijna 100 000 gigajoule (GJ) verminderd en is het materiaalverbruik met bijna 2 000 ton gedaald.

Het EFRO heeft ongeveer 4 miljoen EUR geïnvesteerd in de ontwikkeling van een centrum voor praktijkopleiding in het Centrum voor Technische Beroepsopleiding in Kaunas, Litouwen. Het project bestond uit de modernisering van de gebouwen, de totstandbrenging van een moderne omgeving voor de opleiding van specialisten op het gebied van vliegtuigreparatie en de aanschaf van gespecialiseerde opleidingsapparatuur. Dankzij het project beschikt Litouwen nu over een eerste praktisch opleidingscentrum voor de reparatie van vliegtuigen en hybride voertuigen.

Het EFRO heeft steun verleend aan het CYENS Centre of Excellence in Nicosia, Cyprus. In dit centrum worden academisch onderzoek en industriële innovatie verenigd met als doel duurzame wetenschappelijke, technologische en economische groei te bevorderen. Het vergemakkelijkt de exploitatie van onderzoeksresultaten en ondersteunt innovatieve start-ups op gebieden als interactieve media, intelligente systemen, opkomende technologieën (bv. artificiële intelligentie en 5G) en kunst en technologie. Het centrum bevordert maatregelen die zowel de Grieken als de Turks-Cyprioten ten goede komen.

Uit het EFMZV is steun verleend aan Wageningen University & Research in Nederland om een digitaal instrument te ontwikkelen voor een “volledig gedocumenteerde visserij”. Het instrument maakt gebruik van artificiële intelligentie om de soorten en de grootte van elke vis automatisch te herkennen, waardoor de behandeling van vis en de registratie van vangsten aan boord van vaartuigen worden vergemakkelijkt en waardevolle gegevens voor het visserijbeheer beschikbaar worden. Het instrument zorgt voor meer transparantie, niet alleen voor de sector zelf, maar ook voor consumenten en ngo’s. Het instrument kan ook het visserijbeheer voor alle partners vergemakkelijken.

Het project “North Sweden Cleantech — the climate smart innovation site of the future” heeft steun verleend aan ondernemingen die actief zijn op het gebied van schone technologie, groene technologie en duurzame oplossingen. Het EFRO heeft 1 miljoen EUR bijgedragen aan de versterking van het innovatievermogen van kmo’s. Het platform biedt steun voor bedrijfsontwikkeling en dient als netwerkforum voor meer dan honderd ondernemingen in het noorden van Zweden.

In Portugal heeft het programma Lissabon 2020 7,7 miljoen EUR financiering verstrekt aan het Institute for Experimental and Technological Biology (IBET) voor het optrekken van een gebouw met laboratoria en voor platforms voor analytische en biologische productie. Daardoor is in het nieuwe gebouw een nieuwe cyclus van technische en wetenschappelijke vooruitgang gestart, met name via partnerschappen met de biofarmaceutische industrie (vooral op het gebied van vaccins en gen- en celtherapie). Het gebouw is een stap voorwaarts op het gebied van energie-efficiëntie, aangezien het is uitgerust met zonwering, luchtbehandelingsapparaten met energieterugwinning, een gecentraliseerd technisch beheersysteem en slimme verlichting. Wanneer het in 2025 volledig operationeel is, zal het een team van 25 technici tewerkstellen.

In Ierland heeft het Elfpo steun verleend aan de dorpen Piltown en Fiddown (Zuidoost-Ierland), die niet waren opgenomen in het nationale breedbandplan, om hun eigen breedbandnetwerk aan te leggen dat ook 100 % hun eigendom is. Het project Broadband 4 Our Community werd een model van sociale en financiële innovatie en kon medefinanciering van lokale bedrijven aantrekken ter ondersteuning en vergemakkelijking van de aanleg van de infrastructuur die nodig was om een glasvezelnetwerk tot in de gebouwen tot stand te brengen. Dankzij het project hebben 750 woningen en bedrijven in Piltown en Fiddown nu hogesnelheidsinternet.


2. Duurzame groei

De ESI-fondsen ondersteunen investeringen in een klimaatneutrale, schone en circulaire economie, alsook in het milieu en de aanpassing aan de klimaatverandering. Zij leveren dus een belangrijke bijdrage aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese Green Deal.

Eind 2022 waren de volgende tastbare prestaties gerealiseerd:

- 6 000 MW aan productiecapaciteit voor hernieuwbare energie was al geïnstalleerd (het streefcijfer is 8 700 MW).

- Meer dan 550 000 huishoudens hadden geprofiteerd van verbeterde energieprestaties (het streefcijfer is 620 000 huishoudens).

- Het energieverbruik van openbare gebouwen is jaarlijks met 3,5 terawattuur verminderd (de beoogde vermindering bedraagt 6,5 terawattuur).

- Overstromingsbeschermingsmaatregelen zullen bijna 20 miljoen mensen minder kwetsbaar maken, van wie er 17 miljoen nu al minder blootstaan aan overstromingsrisico’s dankzij de ondersteunde investeringen.

- Dankzij een beter beheer van landbouw- en bosgronden is er verder vooruitgang geboekt op het gebied van het herstel, de instandhouding en de verbetering van de ecosystemen, met inbegrip van biodiversiteit, water en bodem, koolstofvastlegging en -behoud, en de vermindering van de broeikasgas- en ammoniakuitstoot in de landbouw. Eind 2022 had de EU haar doelstellingen op deze terreinen voor 2025 al overschreden.

- 1,8 miljard EUR, oftewel bijna 34 % van de totale EFMZV-steun voor de visserij- en de aquacultuursector, was toegewezen aan de instandhouding en de bescherming van het milieu, bijvoorbeeld door de bescherming van Natura 2000-gebieden, de bevordering van de hulpbronnenefficiëntie en de vermindering van de hoeveelheid afval.

Investeringen in duurzame groei maken ongeveer 37 % uit van de totale ESI-financiering. Er is 273 miljard EUR gepland voor de vier thema’s van het hoofdstuk over duurzame groei. Dit bedrag gaat naar investeringen in: een koolstofarme economie (55 miljard EUR), maatregelen op het gebied van aanpassing aan de klimaatverandering en risicopreventie (51 miljard EUR), milieubescherming en hulpbronnenefficiëntie (90 miljard EUR) en steun voor netwerkinfrastructuur voor vervoer en energie (77 miljard EUR).

Eind 2022 bedroegen de uitgaven 217 miljard EUR (80 % van het geplande totaal voor dit hoofdstuk). De onderstaande figuur geeft een gedetailleerdere uitsplitsing van de uitvoeringsgraad voor elk van de vier thema’s.

 

Figuur 3 Uitvoeringspercentages voor duurzame groei

Er zijn belangrijke verschillen in de financiële vooruitgang die bij de verschillende thema’s is geboekt. Bij het thema “aanpassing aan de klimaatverandering en risicopreventie” is de grootste vooruitgang geboekt (84 % van de totale begroting was eind 2022 al uitgegeven). Het tempo van de investeringen in netwerkinfrastructuur voor vervoer en energie is blijven stijgen (83 % van de totale geplande bedragen is al uitgegeven). Milieubescherming en hulpbronnenefficiëntie is de volgende in de rij als het gaat om besteding: 78 % van de totale begroting is reeds uitgegeven, en dat is iets minder dan het gemiddelde voor de doelstelling van duurzame groei. Het minst presterende thema is koolstofarme economie (slechts 73 % van de totale begroting is al uitgegeven).


De ESI-fondsen zijn de belangrijkste publieke financiële steun voor schone energie. Zij financieren energie-efficiëntie via de renovatie van gebouwen, de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen en energienetwerken. Hierdoor hebben verscheidene lidstaten grootschalige renovatieprogramma’s van woongebouwen kunnen opzetten, waardoor duizenden huishoudens nu genieten van een lagere energierekening en meer comfort. Kmo’s hebben ook steun gekregen om hun energie-efficiëntie te verbeteren, hun energiekosten te verlagen en hun concurrentiepositie te verbeteren.

Er werd ook aanzienlijke steun verleend om investeringen in hernieuwbare energiebronnen te stimuleren, zoals oceaanenergie en de uitrol van zonne- of windenergie in energiegemeenschappen en kleinschalige installaties. Dit heeft bijgedragen tot energiezekerheid en heeft nieuwe banen en bedrijven doen ontstaan in de sector hernieuwbare energie in de EU. De ESI-fondsen worden geïnvesteerd in belangrijke elektriciteits- en gasinfrastructuur die nu een cruciale rol speelt bij het verzekeren van een functionerende interne energiemarkt.

Toezien op de steun voor klimaatactie

De EU heeft zich algemeen ten doel gesteld ten minste 20 % van de EU-begroting voor 2014-2020 uit te trekken voor klimaatuitgaven. De ESI-fondsen wijzen 26 % van de totale begroting toe aan klimaatactiedoelstellingen. Investeringen op het gebied van koolstofarme economie, circulaire economie, risicopreventie, milieubescherming, schone stedelijke mobiliteit en onderzoeks- en innovatieactiviteiten dragen bij tot de verwezenlijking van deze doelstellingen.

Eind 2022 was 25,3 miljard EUR uitgegeven door projecten in het kader van het EFRO. In het kader van het Elfpo werd een breed scala aan acties medegefinancierd, waardoor in totaal 58 % (78,7 miljard EUR) van de totale Elfpo-toewijzing verband hield met klimaatacties.

Niettemin melden sommige lidstaten uitdagingen bij de uitvoering van programma’s (onder andere bij projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de klimaatdoelstellingen). De Commissie monitort voortdurend programma’s die minder goed presteren om hen te helpen hun maatregelen beter uit te voeren. Bijlage 3 bevat nadere gegevens over de toewijzingen en de uitgaven van de andere fondsen op klimaatgebied (11).

Voorbeelden van door de ESI-fondsen gefinancierde projecten die bijdragen aan duurzame groei

Het gerenoveerde spoorwegnet in Zuid-Moravië was een van de grootste investeringen in het kader van het cohesiebeleid in Tsjechië. De renovatie van deze spoorlijn omvatte ook de aankoop van 37 nieuwe elektrische treinen. Mede dankzij deze investering zal de drukke Zuid-Moravische spoorlijn, die jaarlijks ongeveer 22 miljoen passagiers vervoert, tijdens de piekuren worden ontlast. Dit project heeft 223 miljoen EUR ontvangen in het kader van het cohesiebeleid (de totale begroting voor het project bedroeg 265 miljoen EUR).

In Karinthië in Oostenrijk werd het LOCA2Transformation-project ondersteund met middelen uit React-EU. Het doel ervan was ondernemingen die actief zijn in energie-intensieve traditionele sectoren in Neder-Karinthië bewust te maken van klimaatneutraliteit en hen te helpen bij de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese Green Deal. Onderzoekers van de Alpen-Adria-Universiteit en het Joanneum Research onderzoekscentrum hebben een enquête onder ondernemingen gehouden, workshops georganiseerd en een handleiding voor bedrijven opgesteld over hoe zij hun bedrijfsmodellen kunnen transformeren om de doelstellingen van de Green Deal te verwezenlijken.

Het Franse eiland Réunion heeft een systeem van fotovoltaïsche vouchers opgezet voor de installatie van fotovoltaïsche zonne-energie-installaties bij huishoudens die aangesloten zijn op het openbare elektriciteitsnet. Het EFRO heeft 5,7 miljoen EUR bijgedragen aan de uitvoering van dit project (bijna 85 % van de totale begroting van het project). Het project draagt bij tot het verkleinen van de koolstofvoetafdruk en tot de ontwikkeling van een lokaal model voor de opwekking van groene elektriciteit, en beantwoordt aan de behoeften van individuen door hen aan te moedigen een actieve rol te spelen in de energietransitie van het eiland Réunion.


Via het Cohesiefonds heeft Bulgarije 42 miljoen EUR geïnvesteerd in een essentieel project ter verbetering van het stadsvervoer en de luchtkwaliteit in Sofia door 29 moderne trams aan te kopen. Deze modernisering heeft niet alleen geleid tot minder emissies, maar ook tot lagere onderhouds- en elektriciteitskosten en tot een grotere operationele efficiëntie. Door het gebruik van trams in plaats van personenauto’s aan te moedigen is een belangrijke stap gezet richting schonere lucht en duurzaam stadsvervoer in Sofia.

In Slovenië heeft het Cohesiefonds geïnvesteerd in betere treinen voor pendelaars door 101 miljoen EUR bij te dragen aan de modernisering van de spoorlijn Maribor-Šentilj. Er rijden nu 84 treinen (in plaats van 67) per dag tussen de op één na grootste stad van Slovenië en de Oostenrijkse grens. Er is ook 18 kilometer nieuwe sporen aangelegd en 12 kilometer geluidschermen geplaatst en diverse stations zijn gemoderniseerd en uitgerust met park-and-ride-faciliteiten.

Uit het EFMZV is financiële steun verleend voor het PuertAlMar-project in de haven van het Spaanse Vigo. De haven voert een ambitieuze strategie voor blauwe groei die onder meer tot doel heeft de mariene ecosystemen in het havengebied te herstellen en het publiek bewuster te maken van de mariene biodiversiteit. Bij het PuertAlMar-project zijn in de haven innovatieve biomimetische materialen getest. Zij hebben geleid tot een grotere aanwezigheid van plaatselijke ongewervelde mariene fauna, die uiteindelijk grotere soorten aantrekt en bijdraagt tot het herstel van gezonde ecosystemen.

In Malta heeft het Cohesiefonds steun verleend aan de bouw van een faciliteit voor de terugwinning van meerdere materialen in Ħal Far. Het doel ervan is de capaciteit voor afvalbeheer te verbeteren door terug te winnen materialen te scheiden voordat restafval wordt gestort, waardoor er minder afval op stortplaatsen terechtkomt en hergebruik wordt gemaximaliseerd. In de faciliteit zullen hout, textiel en afgedankte elektrische en elektronische apparatuur worden ingezameld. Verwacht wordt dat in de eerste jaren ongeveer 14 000 ton zal worden ingezameld en dat die hoeveelheid tegen 2029 zal toenemen tot bijna 20 000 ton. Op die manier wordt kostbare grond op het eiland uitgespaard en wordt het milieu beschermd.

Dankzij het “E-BUS RGTR”-project, dat met React-EU-middelen wordt gefinancierd, heeft het regionale busnetwerk in Luxemburg nieuwe elektrische bussen gekregen. Dit project van 35 miljoen EUR draagt bij aan de doelstelling van het cohesiebeleid om de CO2-uitstoot van voertuigen met een verbrandingsmotor te verminderen. Het is een proefproject en de aanleg van elektrische buslijnen zal worden voortgezet zodat het Luxemburgse busnetwerk tegen 2030 volledig emissievrij is.

Het grootste geothermische verwarmingssysteem in de EU werd in 2023 in Szeged in Zuid-Hongarije ingehuldigd. De EU heeft 23 miljoen EUR bijgedragen aan de levering van schone, hernieuwbare en betaalbare energie aan meer dan 28 000 huishoudens en meer dan 400 openbare gebouwen in het gebied. Dit systeem zal de energiekosten en de broeikasgasemissies van de stad met 60 % doen dalen. Het feit dat meer dan 25 % van de bevolking van de EU in gebieden met voldoende geothermische hulpbronnen woont, betekent dat ook veel andere EU-regio’s hernieuwbare energie kunnen gebruiken om de afhankelijkheid van Russisch gas af te bouwen.

I n Estland heeft het Elfpo steun verleend aan een start-up op het platteland om met afvalwol een innovatief verpakkingsmateriaal te ontwikkelen dat noppenfolie kan vervangen. Het Woola-project helpt om de hoeveelheid afval te verminderen — aangezien landbouwers gewoonlijk tot 90 % van de jaarlijks geproduceerde wol begraven of verbranden — en een praktisch systeem voor de recycling van afvalwol op te zetten. Verpakkingsmaterialen op basis van wol kunnen bovendien meerdere malen op duurzame wijze worden hergebruikt. Daarom is er ook een retoursysteem voor klanten opgezet. Het project ondersteunt ook het scheppen van nieuwe arbeidskansen.

Het voorkomen en bestrijden van bosbranden in de bossen en plattelandsgebieden in Griekenland en Italië is een van de grootste uitdagingen voor de lokale brandweerteams. In de regio’s Apulië in Italië en Epirus in Griekenland kunnen bosbranden nu vroegtijdig worden opgespoord dankzij een netwerk van camera’s, sensoren en weerstations. Computermodellen helpen de verspreiding ervan te voorspellen, zodat de autoriteiten snel en doeltreffend kunnen reageren. Het door het EFRO gefinancierde OFIDIA2-project helpt eigendommen en levens te redden die worden bedreigd door een toenemend aantal bosbranden in de warme en droge zomermaanden in het Middellandse Zeegebied. Een netwerk van hogedefinitiecamera’s, sensoren en weerstations die verbonden zijn met controlekamers beslaat 100 hectare bos in Apulië. In Griekenland wordt meer dan 15 000 km2 bos in Epirus in de gaten gehouden met camera’s, drones en twee terreinvoertuigen.

In Polen is de langste onderwatertunnel in de EU — met financiering van de EU — opengegaan. De Świna-tunnel verbindt de eilanden Uznam en Wolin, en het stadscentrum van Świnoujście met de rest van het land. Deze tunnel maakt naadloos vervoer voor lokale bewoners en bezoekers mogelijk en fungeert als katalysator voor de economische ontwikkeling van de regio. Świnoujście is ook een van de belangrijkste toeristische bestemmingen van Polen en trekt jaarlijks ongeveer 2,5 miljoen bezoekers aan, die nu ook de nieuwe tunnel kunnen gebruiken. Dit project heeft 162,3 miljoen EUR aan financiering ontvangen in het kader van het cohesiebeleid (de totale begroting bedroeg 191,5 miljoen EUR).

Een van de grootste in het kader van het cohesiebeleid gefinancierde projecten, de hangbrug in de Roemeense stad Brăila, werd dit jaar geopend. Zij verbindt de havens aan de Zwarte Zee en de Donaudelta met de rest van het land en met het ruimere trans-Europese vervoersnetwerk. Voor dit project werden 363 miljoen EUR middelen uit het cohesiebeleid ingezet. De brug met vier rijstroken is twee kilometer lang en hangt 38 meter boven de rivier. Het is de grootste hangbrug van Roemenië, de grootste over de Donau en de op twee na grootste van de EU. De brug zal de reistijd naar verwachting met ongeveer 50 minuten doen dalen en zal door ongeveer 11 400 voertuigen per dag worden gebruikt.

Dankzij aanzienlijke EFRO-steun kon de Pelješac-brug in Kroatië in juli 2022 worden voltooid. De brug heeft een lengte van meer dan 2,4 kilometer en biedt een rechtstreekse verbinding tussen het Kroatische vasteland en Zuid-Dalmatië. Hierdoor wordt de reistijd aanzienlijk verkort (van 59 tot 22 minuten) en wordt Zuid-Dalmatië toegankelijker.



3. Inclusieve groei

De EU blijft verder werken aan haar sociale agenda, met name sinds de goedkeuring van de Europese pijler van sociale rechten. In dit verband hebben de ESI-fondsen structurele hervormingen ondersteund, zoals de modernisering van de overheidsdiensten, de bevordering van de jongerenwerkgelegenheid, het terugdringen van armoede en ongelijkheid, en het aanpakken van genderongelijkheid, dakloosheid en uitsluiting van huisvesting.

Eind 2022 hadden de projecten ter verbetering van de arbeidskansen de volgende resultaten opgeleverd:

- 64,5 miljoen deelnemers waren door het ESF en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI) ondersteund, onder wie 22,2 miljoen werklozen en 24,9 miljoen niet-beroepsactieven.
- Van de ondersteunde personen waren 1,5 miljoen mensen werk aan het zoeken, volgden 3 miljoen mensen onderwijs of een opleiding, hadden 10,2 miljoen mensen een kwalificatie behaald, waren 7,4 miljoen mensen bij het einde van de ESF-projecten en 6,8 miljoen mensen zes maanden na afloop ervan aan het werk.
- Er werd steun verleend aan bijna 4,1 miljoen personen met een handicap en aan iets meer dan 9,1 miljoen mensen uit gemarginaliseerde groepen, zoals migranten, mensen met een buitenlandse achtergrond en minderheden.
- Van de deelnemers was 47 % laagopgeleid en was 14 % migrant, had een buitenlandse achtergrond of behoorde tot een minderheid.

Investeringen in inclusieve groei maken ongeveer 24 % van de totale ESI-financiering uit. Er is 179 miljard EUR beschikbaar voor de drie thema’s in dit hoofdstuk: duurzame en kwalitatief hoogstaande werkgelegenheid (60 miljard EUR), sociale inclusie (71 miljard EUR) en onderwijs en beroepsopleiding (47 miljard EUR). Eind 2022 bedroegen de uitgaven 142 miljard EUR (79 % van het geplande totaal voor dit hoofdstuk).


Figuur 4 Uitvoeringspercentages voor inclusieve groei


Er zijn verschillen in de financiële vooruitgang bij de verschillende thema’s. Bij het thema “onderwijs en beroepsopleiding” is de meeste vooruitgang geboekt (84 % van de totale begroting is uitgegeven). De investeringen in duurzame en kwalitatief hoogstaande werkgelegenheid zijn de volgende in de rij (81 % van de totale geplande bedragen is al uitgegeven). Sociale inclusie komt op de laatste plaats op het gebied van uitgaven (76 % van de totale begroting is al uitgegeven — iets onder het gemiddelde voor het hoofdstuk inclusieve groei).

De COVID-19-crisis heeft overal in de samenleving een domino-effect teweeggebracht dat mensen op verschillende manieren heeft geraakt. De sociale agenda van de EU en de Europese pijler van sociale rechten zijn belangrijker dan ooit om de economische en sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie te verzachten en de economieën en samenlevingen van de EU inclusiever, duurzamer en veerkrachtiger te maken en beter voor te bereiden op de uitdagingen en kansen van de groene en de digitale transitie. In de huidige kritieke situatie ondersteunen de ESI-fondsen structurele hervormingen, zoals de modernisering van de overheidsdiensten, de bevordering van de jongerenwerkgelegenheid en de vermindering van armoede en ongelijkheid.

Instrumenten CARE en SAFE

Om de EU-landen en -regio’s te helpen bij de opvang van vluchtelingen die de Russische agressie tegen Oekraïne ontvluchten, heeft de Commissie het CARE-pakket (cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa) voorgesteld. Naast deze rechtstreekse steun voor vluchtelingen hebben CARE-maatregelen de last voor de nationale begrotingen van de lidstaten helpen verlichten door ongeveer 13,6 miljard EUR aan extra liquiditeit te verstrekken. Tot dusver hebben 17 lidstaten van de voorgestelde flexibiliteit gebruikgemaakt en ongeveer 1,3 miljard EUR geherprogrammeerd om vluchtelingen te ondersteunen. De meest voorkomende maatregelen in het kader van CARE zijn de opname van oorlogsvluchtelingen in algemene programma’s voor sociale integratie, de verstrekking van gezondheidszorg, voedsel, basishulp en begeleiding op de arbeidsmarkt. Dergelijke maatregelen omvatten vaak ook taalcursussen, onderwijs, sociale diensten en kinderopvang. Soortgelijke steun zal worden voortgezet uit de programma’s voor de periode 2021-2027, die ook integratiemaatregelen aanmoedigen.

Het SAFE-instrument (Supporting Affordable Energy) pakt de gevolgen van de hoge energieprijzen voor bedrijven in specifieke sectoren met een hoog energieverbruik aan. Dankzij dit instrument kunnen niet-bestede middelen ook worden gebruikt om steun te verlenen aan kmo’s en kwetsbare huishoudens die bijzonder onder de hoge energieprijzen te lijden hebben, en om regelingen voor werktijdverkorting te financieren en mensen aan het werk te houden. Sinds de inwerkingtreding ervan op 28 februari 2023 zijn de eerste programmawijzigingen al van start gegaan en worden er meer verwacht.

Op het gebied van sociale inclusie, waaraan het ESF het meest bijdraagt, zijn de tot nu toe geselecteerde projecten goed voor bijna 62 miljard EUR. Dankzij de EU-steun in het kader van het EFRO werd de capaciteit van de infrastructuur voor kinderopvang en onderwijs uitgebreid voor meer dan 24 miljoen mensen en profiteren 63 miljoen mensen nu van verbeterde gezondheidszorg in de hele EU.

Via het Elfpo werden meer dan 175 000 acties ter bevordering van sociale inclusie in plattelandsgebieden ondersteund. Ook werd steun verleend aan plaatselijke plattelandsgemeenschappen die hun eigen plaatselijke ontwikkelingsstrategieën uitvoeren. Meer dan 3 650 lokale actiegroepen die lokale ontwikkelingsstrategieën uitvoeren, bestrijken 60 % van de plattelandsbevolking in de EU en brengen publieke, particuliere en maatschappelijke belanghebbenden in bepaalde gebieden samen.

In het kader van het Elfpo is een specifieke maatregel geactiveerd om uitzonderlijke tijdelijke steun te verlenen aan landbouwers en kmo’s op het platteland die bijzonder worden getroffen door de gevolgen van de grootschalige invasie van Oekraïne door Rusland. De maatregel werd uitgevoerd in 26 nationale of regionale programma’s voor plattelandsontwikkeling in tien lidstaten voor een totaalbedrag van 548 miljoen EUR aan geplande overheidsuitgaven. Eind 2022 hadden meer dan 34 000 landbouwbedrijven en 450 kmo’s steun gekregen.

Op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding was 52 miljard EUR vastgelegd voor geselecteerde projecten. Dankzij de steun uit het ESF en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief waren eind 2022 29,8 miljoen laaggeschoolden geholpen, hadden 10,2 miljoen mensen een kwalificatie behaald en volgden 3 miljoen mensen onderwijs of een opleiding.

Voorbeelden van door de ESI-fondsen gefinancierde projecten die bijdragen aan inclusieve groei

In september 2023 is in de Estse hoofdstad Tallinn het Pelgulinna staatsgymnasium in gebruik genomen. Het gebouw is volgens de beginselen van duurzame architectuur (Nieuw Europees Bauhaus) gebouwd met lokaal hout als belangrijkste bouwmateriaal. De school biedt een moderne en innovatieve leeromgeving en capaciteit voor ongeveer 330 leerlingen. Dit project heeft 28 miljoen EUR aan financiering uit het EFRO ontvangen (de totale begroting bedroeg 33 miljoen EUR).

Bij de Slowaakse aanpak van de humanitaire crisis en het lijden als gevolg van de Russische invasie van buurland Oekraïne heeft het FAST-CARE-initiatief een cruciale rol gespeeld. Meer dan 300 miljoen EUR is geactiveerd om te helpen bij de opvang en huisvesting van oorlogsvluchtelingen. Het initiatief dekte de kosten van vervoer en van psychologische en medische hulp. Bovendien ontvingen Oekraïense leerlingen vouchers voor de aankoop van IT-apparatuur om hun integratie in het Slowaakse onderwijssysteem te versnellen.

In Spanje heeft de EU het Valenciaanse Instituut voor Financiën geholpen een kredietlijn op te zetten waarmee participatieve leningen worden aangeboden ter ondersteuning van de groei en ontwikkeling van start-ups in de Spaanse autonome gemeenschap Valencia. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan ondernemingen die blijk geven van een hoge mate van innovatie. Een voorbeeld van een onderneming die door leningen is gesteund, is FoodRation4All, die acties met een sociale impact in de voedingssector verricht. Het belangrijkste project van de onderneming heet “Nadie sin su ración diaria” (niemand zonder dagelijks rantsoen). Het bestaat uit een app die donaties aan voedselbanken gemakkelijker maakt en zo de sociale inclusie van mensen die ervan afhankelijk zijn, bevordert.

Met financiering uit het ESF verleent het project “Geïntegreerde gemeenschapsdiensten” in Roemenië ondersteunende diensten aan meer dan 100 gemarginaliseerde gemeenschappen. Kwetsbare Roemenen hebben de steun gevonden die zij nodig hebben om met moeilijke omstandigheden om te gaan, door hun een kans op onderwijs en essentiële medische diensten te bieden en isolement en sociale uitsluiting te voorkomen. Het doel van het project was het lage opleidingsniveau en de beperkte toegang tot sociale en medische diensten te verhelpen door schooladvies, loopbaanbegeleiding, wijkverpleging en sociale diensten aan te bieden. De activiteiten worden momenteel met steun van het ESF+ opgeschaald om nog eens 2 000 gemeenschappen te ondersteunen in het kader van het Roemeense programma voor sociale inclusie en waardigheid.

D ankzij steun uit het EFRO is in Krosno, in de regio Podkarpackie in het oosten van Polen, een eenheid voor beroepsrevalidatie opgezet. De eenheid wordt beheerd door de Poolse vereniging voor mensen met een verstandelijke handicap. Door het project zijn de werkgelegenheidsvooruitzichten van 26 mensen met een matige en ernstige geestelijke handicap verbeterd. In het kader ervan zijn twee nieuwe productie- en serviceafdelingen opgericht: een ambachtelijke winkel genaamd “Artistic Haven” en een snoepwinkel genaamd “Na polance”.

Dankzij CARE zijn 4 miljoen EUR React-EU-middelen toegewezen aan het Duitse proefproject “Werkgelegenheid voor vluchtelingen” in de deelstaat Rijnland-Palts om Oekraïners te helpen bij hun integratie in de Duitse samenleving. Het project was erop gericht mensen te helpen de belemmeringen te overwinnen waarmee zij bij aankomst werden geconfronteerd — zoals het gebrek aan kinderopvang — en hielp hen bij het zoeken naar huisvesting of taalcursussen. Het project bood ondersteuning en advies op maat zodat zij hun weg konden vinden in de sociale dienstverlening.

In Griekenland heeft het Elfpo bijgedragen aan de oprichting van een atelier waar jongeren met een ernstige verstandelijke handicap jam en pasta maken. Het “AxiZO”-atelier bood deze kwetsbare groep opleidings- en arbeidskansen onder het toezicht en met de steun van gespecialiseerd personeel van de vereniging Agioi Theodoroi. Dit is een unieke dienst in de prefectuur Rodope (Noordoost-Griekenland), aangezien deze ten goede komt aan mensen met een verstandelijke handicap die niet in aanmerking komen voor overheidssteun. Met het project werden sociale uitsluiting en discriminatie aangepakt door lokale ontwikkeling te bevorderen via banencreatie en diversificatie van de inkomstenbronnen voor lokale producenten.


4. Bevordering van de institutionele capaciteit en een efficiënte overheidsadministratie

Er is 6,8 miljard EUR uitgetrokken voor projecten rond institutionele capaciteit en hervormingen. De uitgaven in het veld bedroegen 4,9 miljard EUR (73 % van het geplande totaal). Deze inspanning werd aangevuld met steun die, naast de ESI-fondsen, werd verleend via het programma ter ondersteuning van structurele hervormingen, dat nu is omgevormd tot het instrument voor technische ondersteuning (12).


Figuur 5 Uitvoeringspercentage voor een efficiënt openbaar bestuur


In het kader van deze doelstelling heeft het ESF steun verleend aan:

- 840 000 deelnemers door middel van levenslang leren en opleidingscursussen;

- 3 000 projecten die gericht zijn op nationale, regionale of lokale overheden of overheidsdiensten.


Voorbeeld van een door de ESI-fondsen gefinancierd project dat bijdraagt aan de bevordering van de institutionele capaciteit en een efficiënte overheidsadministratie

De Portugese gemeente Funchal heeft het door het EFRO gesteunde project “Citizens’ store” uitgevoerd, waarbij zowel persoonlijke diensten als onlinediensten op één onlineplatform zijn gecentraliseerd. Het project heeft de interne werking van de gemeente geherstructureerd en er zijn efficiëntere en productievere werkmethoden ingevoerd. In het kader van het project zijn ook nieuwe IT-systemen aangekocht, wat zal bijdragen tot minder bureaucratie, efficiënter beheer en kortere procedures.


5. Territoriale en stedelijke ontwikkeling

In de periode 2014-2020 is ongeveer 42 miljard EUR uitgetrokken voor geïntegreerde territoriale ontwikkeling en duurzame stedelijke ontwikkeling in het kader van bovengenoemde hoofdstukken. Eind 2022 was 65 % van de geplande toewijzing voor het cohesiebeleid uitgegeven (27 miljard EUR), tegenover 52 % eind 2021 — een stijging dus, maar nog steeds aanzienlijk onder het gemiddelde bestedingstempo van 75 %.

De projecten die in het kader van de geïntegreerde ontwikkelingsstrategieën zijn geselecteerd, zullen het volgende opleveren:

- 49 miljoen m2 aan gerenoveerde of nieuw ontwikkelde stedelijke open ruimte die toegankelijk is voor het publiek;

- ongeveer 4 miljoen m2 aan gerenoveerde of pasgebouwde openbare gebouwen en meer dan 28 000 gerenoveerde woningen.

Voorbeeld van een door de ESI-fondsen gefinancierd project dat bijdraagt aan territoriale en stedelijke ontwikkeling

Het in onbruik geraakte Gentse Wintercircus in het Vlaams Gewest in België is met EFRO-middelen omgebouwd tot een hub voor cultuur, ondernemerschap en innovatie. Het gebouw, met een totale vloeroppervlakte van meer dan 6 000 m², beschikt nu over een ondergrondse concertzaal met 500 zitplaatsen en 4 350 m² co-werk- en kantoorfaciliteiten voor creatieve en technologische start-ups en scale-ups. De voormalige 1 200 m² grote “middenpiste” vormt het middelpunt van de structuur, waarin ook een café, een restaurant, een terrasbar en een winkel zijn ondergebracht.


6. Territoriale samenwerking — Interreg

Het EFRO verleent steun aan programma’s voor Europese territoriale samenwerking die investeren in grensoverschrijdende, transnationale en interregionale projecten. Deze programma’s zijn goed voor bijna 13 miljard EUR van de geplande toewijzing, waarvan al 10 miljard EUR is uitgegeven (80 % van het geplande bedrag). De financiële uitvoering van de samenwerkingsprogramma’s hield eind 2022 gelijke tred met de uitvoering van de programma’s op nationaal/regionaal niveau.

Sommige van de prestaties van de programma’s voor territoriale samenwerking zijn opgenomen in de indicatoren die zijn geaggregeerd in het kader van de essentiële investeringsthema’s, terwijl enkele specifieke indicatoren het samenwerkingsaspect van de gesteunde projecten meten:

- Meer dan 40 000 ondernemingen hebben deelgenomen aan grensoverschrijdende, transnationale of interregionale onderzoeksprojecten.

- Meer dan 178 000 mensen hebben deelgenomen aan initiatieven voor arbeidsmobiliteit.

- Meer dan 190 000 jongeren hebben deelgenomen aan gezamenlijke grensoverschrijdende onderwijs- en opleidingsprogramma’s.


Voorbeelden van door de ESI-fondsen gefinancierde projecten die bijdragen aan territoriale samenwerking

H et DESAL+-project werd voornamelijk uitgevoerd op de Canarische Eilanden, Madeira en de Azoren. Het had tot doel de uitmuntendheid in O&O op het gebied van waterontzilting en kennis van het verband tussen ontzilt water en energie te vergroten. Het EFRO heeft het project medegefinancierd als onderdeel van het Interreg-programma voor territoriale samenwerking tussen Madeira, de Azoren en de Canarische Eilanden.

Het transnationale Sumba-project heeft stedenbouwkundigen en overheden in het Oostzeegebied geholpen om duurzame stedelijke mobiliteit te stimuleren door middel van instrumenten waarmee intermodale mobiliteitsoplossingen beter kunnen worden beoordeeld, gepland en in de vervoersplannen en het vervoersbeleid van hun steden en gemeenten geïntegreerd. SUMBA+ heeft maatregelen bestudeerd en getest die intermodaal en duurzaam woon-werkverkeer vergemakkelijken, zoals mobiliteitsknooppunten, circulatieplannen, fietsbibliotheken en digitale middelen om vervoersstrategieën mee te delen.

Het EFRO heeft het project Interreg EMR Connect medegefinancierd, dat de grensoverschrijdende samenwerking heeft verbeterd tussen openbaarvervoerbedrijven in de Euregio Maas-Rijn, die de grensgebieden van België, Duitsland en Nederland bestrijkt. Het project heeft nieuwe tarieven gecreëerd, nieuwe technologieën getest en diensten zoals e-deelfietsen uitgebreid. Het belangrijkste resultaat was het testen en invoeren van een innovatief interoperabel ticketsysteem tussen Duitsland en Nederland, dat ook kan worden uitgebreid naar België.

4. Evaluatiewerkzaamheden van de lidstaten

Nu het einde van de uitvoeringsfase van de programmeringsperiode 2014-2020 nadert, zetten de lidstaten hun evaluatieactiviteiten voort. Daarbij blijven zij doorlopend inspanningen leveren om het effect van de door de ESI-fondsen ondersteunde acties te beoordelen en verminderen zij geleidelijk het aantal evaluaties dat gericht is op de beoordeling van uitvoeringsgerelateerde aspecten.

De bevindingen uit in de lidstaten uitgevoerde evaluaties houden doorgaans verband met de specifieke context waarin de ondersteunde acties worden uitgevoerd. Het zou niet juist zijn op basis ervan conclusies te trekken over de algemene geldigheid van de bevindingen, maar in sommige gevallen maken het aantal evaluaties en de geografische dekking ervan het mogelijk een aantal consistente effecten vast te stellen.

Tot deze consistente effecten behoort nauwere samenwerking tussen onderzoekscentra en bedrijven, die tot gevolg heeft dat bedrijven beter in staat zijn te innoveren en nieuwe commerciële kansen te creëren. In de landbouwsector zijn bij een groot deel van de evaluaties positieve effecten op het concurrentievermogen van de landbouwbedrijven vastgesteld.

Op het gebied van de groene en digitale transitie zijn er positieve resultaten wat betreft de opwekking van hernieuwbare energie, een lager verbruik in bedrijven en in particuliere en openbare gebouwen, en de beschikbaarheid van gedigitaliseerde diensten voor overheden en bedrijven.

Uit evaluaties van de gevolgen van de COVID-19-pandemie voor de uitvoering van de programma’s is gebleken dat de gezondheidscrisis in belangrijke mate heeft doorgewerkt in de lagere deelname aan projecten, de tragere uitvoering ervan en het grotere risico dat de doelstellingen niet worden gehaald. Soortgelijke negatieve effecten waren er ook ten gevolge van de stijging van de energieprijzen en, meer in het algemeen, de hoge inflatie en de oorlog in Oekraïne (met name in de aan Oekraïne grenzende lidstaten).

Tegelijkertijd werkt de Commissie aan haar ex-postevaluatie van de fondsen voor 2014-2020. De resultaten daarvan zullen eind 2024 beschikbaar zijn. Deze bevindingen zullen, samen met de gegevens uit de evaluaties van de lidstaten, bijdragen tot de tussentijdse evaluatie van de programma’s voor de periode 2021-2027 en tot het ontwerpen van programma’s voor de nieuwe programmeringsperiode na 2027.

Het werkdocument van de diensten van de Commissie dat bij dit verslag is gevoegd, bevat meer details over de bevindingen van de evaluaties die de lidstaten en de Commissie hebben verricht met betrekking tot de door de ESI-fondsen gesteunde programma’s.

5. Conclusies

De ESI-fondsen zijn al meer dan dertig jaar een stabiele motor voor investeringen in de EU. Met hun lange termijn en thematische focus hebben zij middelen gekanaliseerd naar de versterking van de economische, sociale en territoriale cohesie van de EU-regio’s. Zij hebben krachtige steun verleend om regio’s en ondernemingen te helpen de uitdagingen van de groene en de digitale transitie het hoofd te bieden. Zij hebben ook werknemers geholpen om vaardigheden te verwerven die hen in staat stellen productiever te zijn en betere banen te vinden.

De tijdelijke verstoringen door opeenvolgende crises zijn benut als kansen om de focus van de ESI-fondsen en de uitvoeringssystemen ervan te herijken. De gezondheidscrisis als gevolg van de COVID-19-pandemie heeft geleid tot de injectie van nieuwe middelen en de aanpassing van de regels aan de nieuwe omstandigheden. De financiële middelen zijn gegaan naar wie het zwaarst werd getroffen, zoals kwetsbare personen, werknemers, kmo’s en medische instellingen.

Vanaf het begin van de vluchtelingencrisis als gevolg van de grootschalige Russische invasie van Oekraïne waren de lidstaten en de Commissie er snel bij om de negatieve gevolgen te ondervangen en hulp te bieden aan wie er het meest aan was blootgesteld. De programma’s van het cohesiebeleid zijn in recordtijd gewijzigd om dit mogelijk te maken. Het cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa (CARE) en twee andere soortgelijke initiatieven (CARE+ en FAST-CARE) hebben steun geboden aan zowel langetermijnintegratietrajecten voor vluchtelingen als onmiddellijke hulpmaatregelen, met name op het gebied van huisvesting en gezondheidszorg.

Wat betreft de onderling verbonden noodsituatie op energiegebied als gevolg van de grootschalige Russische invasie van Oekraïne, heeft de EU snel bijstand verleend aan kwetsbare huishoudens, werknemers en kmo’s die te maken hadden met hogere energiekosten, met de invoering van het SAFE-instrument (Supporting Affordable Energy). Naast deze snelle reactie op noodsituaties is het cohesiebeleid doorgegaan met het verstrekken van overheidssteun voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen en energienetwerken, alsook voor maatregelen op het gebied van energie-efficiëntie. De grootschalige Russische invasie van Oekraïne heeft het cruciale belang van energiezekerheid en de noodzaak van de transitie naar een klimaatneutrale economie alleen maar bevestigd.

De ESI-fondsen hebben niet alleen snelle respons geboden bij de verschillende crises, maar zijn ook langetermijninvesteringen in groei en werkgelegenheid blijven steunen, zijn blijven investeren in menselijke ontwikkeling en zijn de territoriale samenwerking binnen de EU blijven aanmoedigen. De concrete resultaten die in dit verslag worden beschreven, tonen dit ruimschoots aan.

De voor de periode 2021-2027 beschikbaar gestelde financiële middelen blijven gericht op belangrijke investeringen in banen en groei, waarbij de nadruk ligt op een inclusievere EU en een groenere, koolstofarme economie. Verwacht wordt dat de 378 miljard EUR (545 miljard EUR indien de nationale medefinanciering wordt meegeteld) die de komende jaren in het kader van het cohesiebeleid beschikbaar wordt gesteld, 1,3 miljoen banen zal opleveren en het bbp van de EU tegen 2030 met 0,5 % zal doen toenemen. De ESI-fondsen zullen ongeveer 850 000 ondernemingen ondersteunen. Meer dan 6,5 miljoen werklozen zullen worden geholpen met om- en bijscholing en meer dan 3,5 miljoen huishoudens en ondernemingen zullen profiteren van heel krachtige breedbandinfrastructuur. De middelen van het cohesiebeleid zullen 16,4 miljoen mensen voorzien van schoon water, de energieprestaties in meer dan 723 000 woningen verbeteren en de productiecapaciteit voor hernieuwbare energie met 20 000 MW verhogen (het equivalent van meer dan 8 000 windmolens of ongeveer twintig nieuwe kerncentrales).

1()Deze cijfers omvatten EU- en nationale medefinanciering en zijn gebaseerd op de gegevens die de lidstaten tegen 31 oktober 2023 hebben ingediend en die lopen tot en met 30 september 2023, zoals bepaald in artikel 112 van Verordening (EU) nr.  1303/2013.

2()Alle ESI-fondsen zijn gericht op steun voor ondernemingen, meer bepaald voor kleine, middelgrote en micro-ondernemingen. De geselecteerde projecten zullen steun verlenen aan (of hebben al steun verleend aan) 2 370 000 bedrijven in het kader van het EFRO, 2 030 000 bedrijven in het kader van het ESF en 543 000 bedrijven op het platteland in het kader van het Elfpo (steun voor 211 000 jonge landbouwers en investeringen in de materiële activa van 332 000 landbouwbedrijven).

3()De gerapporteerde waarden voor de infrastructuurgerelateerde indicatoren voor het cohesiebeleid (zoals energieproductie of bescherming tegen overstromingen) omvatten geen Interreg-cijfers vanwege hun verschillende toepassingsgebied.


4()VERORDENING (EU) nr. 1303/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij; PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320.

5() De details van de financiële uitvoering per fonds en per lidstaat zijn opgenomen in de bijlagen.

6() In het geval van het Elfpo zijn de kosten subsidiabel tot eind 2025.

7()Nationale administraties dienen hun aanvragen tot terugbetaling vaak tegen het eind van het boekjaar bij de Commissie in.

8()Hierin zitten 49,4 miljoen EUR aan vrijmakingen in het EFRO en het Cohesiefonds, 15,7 miljoen EUR aan vrijmakingen in het Elfpo en 1,65 miljoen EUR aan vrijmakingen in het EFMZV. In 2022 waren er geen vrijmakingen in het ESF.

9() Deze informatie is beschikbaar op het COVID-19-dashboard op het Cohesion Open Data Platform.

10()De geaggregeerde bedragen voor de hoofdbeleidsterreinen zijn hoger dan de specifieke bedragen per thematische doelstelling in bijlage 1.1. Dit heeft te maken met de herbestemming van de onder “multithematische doelstellingen” gerapporteerde investeringen.

11()De monitoring van de klimaatactie in het kader van het cohesiebeleid kan worden bekeken in de klimaattrackingtool van het open gegevensplatform over het cohesiebeleid.

12()Verordening (EU) 2021/240 van het Europees Parlement en de Raad van 10 februari 2021 tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 1). Ook beschikbaar op: https://eur-lex.europa.eu/eli/reg/2021/240

NL NL