Bijlagen bij COM(2023)686 - Rapport van de EU over de bijkomende periode voor het nakomen van de verplichtingen uit hoofde van het Protocol van Kyoto (uitstoot van broeikasgassen, klimaatverandering)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage B bij het Protocol van Kyoto, zoals vervangen bij de wijziging van Doha (80 %), vermenigvuldigd met acht.

Overeenkomstig artikel 4, lid 4, van het Protocol van Kyoto heeft de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU op 1 februari 2020 geen gevolgen voor de verbintenissen in het kader van de tweede verbintenisperiode.


De uit deze berekening resulterende gezamenlijke toegewezen hoeveelheid bedraagt 37 604 433 280 ton CO2-equivalent6. De toegewezen hoeveelheid van de EU wordt bepaald in overeenstemming met de voorwaarden van de overeenkomst inzake gezamenlijke nakoming en bedraagt 15 813 089 338 ton CO2-equivalent7. De toegewezen hoeveelheden van de lidstaten en IJsland bedragen 21 791 343 942 ton CO2-equivalent.


Afboeking van Kyoto-eenheden

Het Protocol van Kyoto is op 31 mei 2002 door de EU, destijds de Europese Gemeenschap, en haar lidstaten geratificeerd. Op de klimaatconferentie van Doha in december 2012 hebben alle partijen bij het Protocol van Kyoto overeenstemming bereikt over de wijziging van Doha, waarbij een tweede verbintenisperiode van het Protocol van Kyoto wordt vastgesteld, van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2020 (“de wijziging van Doha”). De Unie, haar lidstaten en IJsland hebben overeenkomstig artikel 4 van het Protocol van Kyoto kennisgegeven van de voorwaarden van de overeenkomst om de verbintenissen van de EU, haar lidstaten en IJsland uit hoofde van artikel 3 van het Protocol van Kyoto gezamenlijk na te komen in de tweede verbintenisperiode8. Ten tijde van de overeenkomst waren de volgende 28 landen lidstaten: het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Republiek Kroatië, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

Het totale cumulatieve aantal ton CO2-equivalent dat in het kader van de gezamenlijke nakoming moet worden afgeboekt, wordt berekend als de som van het aantal ton CO2-equivalent in de afboekingsrekeningen in de EU-registers, de 27 lidstaten, het Verenigd Koninkrijk en IJsland, en bedraagt 33 731 035 055 ton CO2-equivalent.


Overboeking van Kyoto-eenheden

Aangezien er geen derde verbintenisperiode in het kader van het Protocol van Kyoto is voorzien, zal de EU niet om overdracht van eenheden verzoeken.

De totale hoeveelheid eenheden van de tegoedrekeningen van de lidstaten waarvan de lidstaten om overdracht verzoeken, zal worden vermeld in de verslagen van de lidstaten over de bijkomende periode voor het nakomen van de verplichtingen uit hoofde van het Protocol van Kyoto.

1 Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende een bewakings- en rapportagesysteem voor de uitstoot van broeikasgassen en een rapportagemechanisme voor overige informatie op nationaal niveau en op het niveau van de Unie met betrekking tot klimaatverandering, en tot intrekking van Beschikking nr. 280/2004/EG (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 13).

2 Besluiten 5/CMP.1, 13/CMP.1, 15/CMP.1, 22/CMP.1, 27/CMP.1, 1/CMP.8, 1/CMP.17, 3/CMP.11 en 4/CMP.11.

3 FCCC/KP/CMP/2012/13/Add.1.

4 Besluit (EU) 2015/1339 van de Raad van 13 juli 2015 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de wijziging van Doha van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de gezamenlijke nakoming van de in dat kader aangegane verplichtingen (PB L 207 van 4.8.2015, blz. 1).

5 Richtlijn 2009/29/EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten van de Gemeenschap te verbeteren en uit te breiden en Beschikking nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de inspanningen van de lidstaten om hun broeikasgasemissies te verminderen om aan de verbintenissen van de Gemeenschap op het gebied van het verminderen van broeikasgassen tot 2020 te voldoen (PB L 140 van 5.6.2009).

6 FCCC/IRR/2016/EU.

7 FCCC/IRR/2016/EU.

8 FCCC/KP/CMP/2012/13/Add.1.

NL NL