Bijlagen bij COM(2023)654 - Werking van de Europese koolstofmarkt in 2022 krachtens artikel 10, lid 5, en artikel 21, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bijlage I bij de EU-ETS-richtlijn — activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het EU-ETS vallen.

42 Zie voetnoot 11.

43 Commission adopts detailed reporting rules for the Carbon Border Adjustment Mechanism’s transitional phase, DG Belastingen en douane-unie, 17 augustus 2023.

44 SWD(2023) 346 final.

45 SWD(2023) 346 final.

46 Het resterende verschil vertegenwoordigt de opbrengsten die samengevoegd zijn onder het innovatie- en het moderniseringsfonds, evenals de opbrengsten die verdeeld zijn onder IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, alsook het VK met betrekking tot Noord-Ierland.

47 Nog vast te stellen; COM(2023) 653 final.

48 Inclusief emissierechten die zijn uitgegeven ten behoeve van solidariteit en groei.

49 Dezelfde verplichting zal vanaf de start van het nieuwe ETS 2 voor gebouwen, wegvervoer en sectoren met een geringe uitstoot gelden voor de opbrengsten die door dit nieuwe systeem worden gegenereerd.

50 Richtsnoeren betreffende bepaalde staatssteunmaatregelen in het kader van de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten na 2012 (PB C 158 van 5.6.2012).

51 Richtsnoeren betreffende bepaalde staatssteunmaatregelen in het kader van het systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten na 2021 (PB C 317 van 25.9.2020).

52 Zie staatssteunmaatregel SA.100103. De begroting voor de Portugese regeling bedraagt 25 miljoen EUR.

53 Met uitzondering van opbrengsten uit de veiling van luchtvaartemissierechten.

54 Met uitzondering van opbrengsten uit de veiling van luchtvaartemissierechten.

55 De cijfers voor Griekenland zijn voorlopig. Aangezien de compensatieregeling pas in mei 2023 werd goedgekeurd, was de daadwerkelijke uitbetaling ten tijde van de verslaglegging nog niet afgerond.

56 Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitvoering van het Innovatiefonds (COM(2022) 416 final).

57 De projecten zullen bijdragen tot de decarbonisatie-inspanningen van zes lidstaten (Bulgarije, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Polen en Zweden), plus IJsland en Noorwegen.

58 16 grants from the EU’s Innovation Fund awarded to projects across Europe, DG Klimaat, 6 juni 2023.

59 Updated portfolio of projects signed under the Innovation Fund.

60 Overweging 20 van Richtlijn 2009/29/EG, bekrachtigd in overweging 14 van Richtlijn (EU) 2018/410.

61 EU investeert 3,6 miljard EUR aan inkomsten uit emissiehandel in innovatieve projecten voor schone technologie DG Klimaat, 13 juli 2023.

62 Tegen een geschatte koolstofprijs van 75 EUR /ton CO2.

63 Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 van de Commissie van 26 februari 2019 houdende aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de werking van het innovatiefonds (PB L 140 van 28.5.2019).

64 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de Europese waterstofbank van 16.3.2023 (COM(2023) 156 final).

65 De eerste begunstigde lidstaten waren Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië en Slowakije. Griekenland, Portugal en Slovenië zijn in 2023 bij de herziening van de EU-ETS-richtlijn toegevoegd.

66 Bijlage II ter bij de EU-ETS-richtlijn — Verdeling van de middelen uit het moderniseringsfonds.

67 Besluit van de Commissie van 30 mei 2023 betreffende de uitbetaling van opbrengsten uit het moderniseringsfonds in het kader van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad — Eerste halfjaarlijkse uitbetalingscyclus van 2023 (C(2023) 3643 final).

68 Bij het vijfde uitbetalingsbesluit in het kader van het moderniseringsfonds werden betalingen goedgekeurd voor Roemenië (1,1 miljard EUR), Tsjechië (1 miljard EUR), Bulgarije (197 miljoen EUR), Polen (47 miljoen EUR), Kroatië (88 miljoen EUR), Letland (5 miljoen EUR) en Litouwen (1 miljoen EUR).

69 Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1001 van de Commissie van 9 juli 2020 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de uitvoering van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de werking van het moderniseringsfonds ter ondersteuning van investeringen met het oog op de modernisering van de energiesystemen en de verbetering van de energie-efficiëntie in bepaalde lidstaten (PB L 221 van 10.7.2020).

70 Artikel 38, lid 6, van de monitoring- en rapportageverordening. Zoals hierboven, Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2066, in 2020 gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2085 en in 2022 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/388. Zie geconsolideerde versie.

71 Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (herschikking) PB L 328 van 21.12.2018). Zie geconsolideerde versie.

72 Krachtens de marktstabiliteitsreserve wordt 24 % van het TNAC geschrapt indien de drempel van 833 miljoen wordt overschreden.

73 Mededeling van de Commissie Bekendmaking van het totale aantal emissierechten in omloop in 2022 voor de toepassing van de marktstabiliteitsreserve in het kader van het bij Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde EU-systeem voor de emissiehandel (PB C 172 van 15.5.2023).

74 SWD(2023) 346 final.

75 Krachtens artikel 1, lid 5 bis, van het besluit betreffende de MSR.

76 Besluit nr. 377/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 april 2013 tot tijdelijke afwijking van Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PB L 113 van 25.4.2013).

77 Aangepaste geverifieerde emissies, exclusief vluchten die vanuit het VK binnenkomen: 21,5 Mt in 2020 en 55,8 Mt in 2019.

78 Tot 2030 wordt voorzien in een tijdelijke afwijking van het EU-ETS voor emissies van vluchten tussen een luchtvaartterrein in een ultraperifeer gebied in een lidstaat en een luchtvaartterrein in dezelfde lidstaat.

79 European Aviation Overview 24-30 May, Eurocontrol van 1 juni 2023.

80 In overeenstemming met het geactualiseerde toepassingsgebied van de luchtvaart in het EU-ETS (zonder inkomende vluchten uit het VK).

81 Zwitserland is uitsluitend opgenomen in de gegevens voor 2020, 2021 en 2022.

82 Bij deze cijfers is geen rekening gehouden met vliegtuigexploitanten die hun activiteiten hebben beëindigd en met kosteloze emissierechten uit de speciale reserve voor nieuwkomers en snelgroeiende exploitanten, noch met de opbrengsten in 2012 als gevolg van de wijziging van het toepassingsgebied. Bronnen: EUTL, DG Klimaat.

83 Rekening houdend met de niet-toegewezen aantallen als gevolg van de sluiting van vliegtuigexploitanten zou de reële toewijzing voor 2019 4 miljoen lager zijn dan het vermelde cijfer (zie voetnoot 8 in mededeling C/2020/8643, PB C 428 van 11.12.2020). De toewijzing voor het VK (4,31 miljoen emissierechten van het totaal voor 2019) werd in 2019 opgeschort als gevolg van de vrijwaringsmaatregelen die de Commissie ter bescherming van de milieu-integriteit van het EU-ETS neemt ingeval het EU-recht niet langer van toepassing is op een lidstaat die zich terugtrekt uit de EU. De toewijzing is in 2020 hervat.

84 Effectbeoordeling bij het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG wat betreft de bijdrage van de luchtvaart aan de emissiereductiedoelstelling van de Unie voor de hele economie en de passende toepassing van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel (SWD(2021) 603 final van 14.7.2021, blz. 9).

85 De totale impact van de wereldwijde luchtvaart op het klimaat is aanzienlijk groter dan alleen de CO2-component die nu door het EU-ETS wordt gereguleerd. Het totaal aan klimaateffecten van de luchtvaart is naar schatting twee tot vier maal zo groot als die van de CO2-emissies wanneer de niet-CO2-effecten in aanmerking worden genomen. Het aanpakken van deze emissies is relevant aangezien de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering ( IPCC) in zijn zesde evaluatierapport over de matiging van klimaatverandering de internationale luchtvaart (en scheepvaart) heeft aangeduid als sectoren met klimaatdoelstellingen die ontoereikend zijn om de wereldwijde temperatuurstijging in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs in te dammen.

86 Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014).

87 De lijst van volgens de Verordening marktmisbruik verantwoordelijke nationale bevoegde autoriteiten is te vinden op de website van de ESMA.

88 Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014).

89 ESMA70-445-38, ESMA Final report on emission allowances, van 28.3.2022.

90 FR09/23Compliance Carbon Markets, IOSCO, Final Report, van 5.7.2023.

91 Zoals hierboven, Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2066, in 2020 gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2085 en in 2022 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/388. Zie geconsolideerde versie.

92 Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2067 van de Commissie van 19 december 2018 inzake de verificatie van gegevens en de accreditatie van verificateurs krachtens Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 334 van 31.12.2018). De verordening werd in 2020 gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2084 van de Commissie. Zie geconsolideerde versie.

93 Deze lidstaten waren Denemarken, Finland, Hongarije, Litouwen en Nederland. Kroatië rapporteert niet langer op basis van vereenvoudigde verslaglegging.

94 Overeenkomstig artikel 13 van de verordening monitoring en rapportage (Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2066 van de Commissie van 19 december 2018 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie) (PB L 334 van 31.12.2018). De verordening werd in 2020 gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2085 van de Commissie en in 2022 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/388 van de Commissie. Zie geconsolideerde versie).

95 De belangrijkste reden hiervoor is dat bij de op metingen gebaseerde methode veel middelen en kennis moeten worden ingezet, waarover vele kleinere exploitanten niet beschikken.

96 Op grond van de verordening inzake monitoring en rapportage moeten alle exploitanten aan bepaalde minimumniveaus voldoen. Grotere emissiebronnen moeten aan hogere niveaus voldoen (met betrouwbaardere gegevens), terwijl voor kleinere bronnen om redenen van kostenefficiëntie minder strenge eisen gelden.

97 Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2122 van de Commissie van 17 oktober 2023 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2066 wat betreft actualisering van de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad PB L 2023/2122, 18.10.2023:

98 SWD(2023) 346 final.

99 SWD(2023) 346 final.

100 Wanneer regionale/lokale autoriteiten verantwoordelijk zijn voor werkzaamheden in het kader van de MRV, evalueert ook de centrale bevoegde autoriteit de relevante documenten (zoals monitoringplannen) om de kwaliteit van de MRV-processen te monitoren.

101 De boete is geïndexeerd voor inflatie.

102 SWD(2023) 346 final.

103 Op grond van artikel 34 bis van de accreditatie- en verificatieverordening mag de verificateur een virtueel bezoek ter plaatse uitvoeren indien een geval van overmacht de verificateur verhindert om zich ter plaatse te begeven. Dit is uitsluitend toegestaan indien de bevoegde autoriteit hiervoor toestemming verleent en aan bepaalde voorwaarden is voldaan.

104 Overeenkomstig artikel 70 van de monitoring- en rapportageverordening.

105 Nog eens twee landen (Liechtenstein en Noord-Ierland) beheren geen vliegtuigexploitanten.

106 De 13 landen zijn Tsjechië, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk, Hongarije, Ierland, Nederland, Noorwegen, Polen, Zweden en Roemenië.

107 Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de koppeling van hun regelingen voor de handel in broeikasgasemissierechten (PB L 322 van 7.12.2017).

108 SWD(2023) 346 final.

109 SWD(2023) 346 final.

110 SWD(2023) 346 final.

111 Richtlijn (EU) 2023/1791 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2023 betreffende energie-efficiëntie en tot wijziging van Verordening (EU) 2023/955 (herschikking) (PB L 231 van 20.9.2018).

112 Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 663/2009 en (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 94/22/EG, 98/70/EG, 2009/31/EG, 2009/73/EG, 2010/31/EU, 2012/27/EU en 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2009/119/EG en (EU) 2015/652 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 21.12.2018).

NL NL