Bijlagen bij COM(2023)279 - Wijziging van de Richtlijnen (EU) 2009/65/EG, 2009/138/EG, 2011/61/EU, 2014/65/EU en (EU) 2016/97 wat de Unieregels inzake de bescherming van retailbeleggers betreft - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
| dossier | COM(2023)279 - Wijziging van de Richtlijnen (EU) 2009/65/EG, 2009/138/EG, 2011/61/EU, 2014/65/EU en (EU) 2016/97 wat de Unieregels inzake ... |
|---|---|
| document | COM(2023)279 |
| datum | 24 mei 2023 |
3.2.4. Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader
- Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarig financieel kader.
- Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarig financieel kader.
Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
De begrotingsonderdelen Eiopa <03.10.03> en ESMA <03.10.04> moeten worden geherprogrammeerd om te voorzien in de onder 3.2.1 bedoelde aanvullende kredieten.
- Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarig financieel kader.52
Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
N.v.t.
3.2.5. Bijdragen van derden
- Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden
- Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:
in miljoen euro (tot op drie decimalen)
| 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | Totaal | |
| Raming van de door NBA-bijdragen gedekte kosten | 1,320 | 1,020 | 0,884 | 3,224 | ||
| TOTAAL medegefinancierde kredieten (met inbegrip van pensioenbijdragen van werkgever) | 1,320 | 1,020 | 0,884 | 3,224 |
3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
- Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten
- Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:
- voor de eigen middelen
- voor overige ontvangsten
- Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven ◻
in miljoen euro (tot op drie decimalen)
| Begrotingsonderdeel voor ontvangsten: | Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten | Gevolgen van het voorstel/initiatief53 | ||||||
| Jaar N | Jaar N+1 | Jaar N+2 | Jaar N+3 | Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) | ||||
| Artikel................... |
Voor de diverse ontvangsten die worden “toegewezen”, vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.
Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.
Aanhangsel van het financieel memorandum
Algemene aannamen:
- Wetgeving treedt in 2025 in werking.
- De kosten van de uitgaven voor aanvullend personeel (titel 1) zijn berekend met behulp van de gemiddelde personeelskosten die van toepassing zijn vanaf januari 2023, te weten 142 000 EUR per tijdelijke functionaris en 62 000 EUR per arbeidscontractant (dit zijn de totale gemiddelde standaardkosten per tijdelijke functionaris en per arbeidscontractant na aftrek van de standaardkosten van 29 000 EUR voor gebouw- en IT-kosten die samenhangen met aanvullende vte’s, ook wel “habillage” genoemd).
De actuele correctiecoëfficiënten die van toepassing zijn op Eiopa in Frankfurt (100,6) en ESMA in Parijs (116,8) zijn op deze standaardkosten toegepast, en die bedragen zijn vervolgens vanaf 2024 met 2 % geïndexeerd (zoals gebruikelijk bij de programmering van de Uniebegroting op basis van het feit dat de inflatie in sommige jaren minder en in andere jaren meer bedraagt).
- De kosten voor aanvullende infrastructuur- en administratieve uitgaven (titel 2) zijn berekend door toepassing van de standaard gebouw- en IT-kosten (“habillage”) van 29 000 EUR per vte die in 2023 van toepassing zijn op financiële memoranda bij een besluit plus een standaard onkostenvergoeding van 2 500 EUR per vte voor andere administratieve kosten die niet vallen onder de “habillage”-toewijzing (d.w.z. 31 500 EUR per vte). Voor wat betreft de personeelskosten in titel 1 is de 31 500 EUR per vte vanaf 2024 met 2 % geïndexeerd.
Onderbouwing van de verzochte middelen (personeels- en operationele kosten)
De verzochte middelen zijn noodzakelijk voor de uitvoering van de volgende taken door Eiopa en ESMA:
1. Technisch advies door ESMA en Eiopa voor de ontwikkeling van een EU-sjabloon voor de openbaarmaking van kosten op grond van MiFID II en de richtlijn verzekeringsdistributie (“IDD”).
2. Het ontwikkelen van richtsnoeren door ESMA en Eiopa voor het gebruik van “cruciale informatie” in publicitaire mededelingen in het kader van MiFID en de IDD.
3. Technisch advies door ESMA en Eiopa voor de criteria ten aanzien van de kosteneffectiviteit, waaronder de methode voor vergelijkingen (benchmarks) en de verzameling van informatie voor deze benchmarks (zowel voor distributeurs als voor ontwikkelaars).
4. Het verzamelen van gegevens over kosten en prestaties van retailbeleggingsproducten (voor het opstellen van de benchmarks).
5. Het ontwikkeling en actualiseren, indien nodig, van rapportagesjablonen.
6. ESMA en de Eiopa de bevoegdheid geven om aan ondernemingen het systematische gebruik van risicowaarschuwingen op te leggen.
7. Het oprichten en uitvoeren van samenwerkingsplatformen door ESMA (en Eiopa).
8. NBA’s zouden verplicht geconsolideerde gegevens over grensoverschrijdende activiteiten moeten rapporteren aan Eiopa. Eiopa zou een mandaat krijgen om een beperkte, maar nuttige en geharmoniseerde rapportage van grensoverschrijdende activiteiten op te stellen.
Dit zijn nieuwe taken voor Eiopa en ESMA. Zowel ESMA als Eiopa zijn van plan huidige vte’s in te zetten voor enkele van de taken (respectievelijk 4 en 1,3 vte). De behoefte aan middelen voor de beoogde taken kan echter niet volledig worden gedekt door het opnieuw toewijzen van bestaand personeel of reeds geplande operationele uitgaven. Naar verwachting moeten beide ETA’s vanaf 2025 deze taken gaan uitvoeren.
Vanwege de tijdelijke aard van de taken 1, 2, 3, 5, 6 en 8 zijn voor de uitvoering daarvan voornamelijk functies voor arbeidscontractanten voorzien.
Er zijn bepaalde winsten op het gebied van efficiëntie meegewogen als gevolg van de groepering van de volgende taken:
- de taken 1, 2 en 6,
- de taken 3, 5 en 8,
- de taken 4 en 7,
die door dezelfde personeelsleden kunnen worden uitgevoerd, hetzij gelijktijdig of na elkaar.
De personeels- en IT-begrotingen voor taak 4 (het verzamelen van gegevens over kosten en prestaties van retailbeleggingsproducten) zijn aanzienlijk hoger voor ESMA, aangezien deze autoriteit de taken op een veel grotere schaal moet verrichten (informatie verzamelen over een groter aantal producten).
De aanschafkosten voor consumententests zijn geraamd op 500 000 EUR elk voor Eiopa en voor ESMA, met mogelijke synergieën als er wordt overgegaan tot een gezamenlijke aanbestedingsprocedure.
Geraamde NBA-kosten voor door Eiopa uit te voeren activiteiten
miljoen EUR
| Eiopa | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | TOTAAL | ||
| Titel 1: personeelskosten | Vastleggingen | (1) | 0,072 | 0,147 | 0,202 | 0,421 | ||
| Betalingen | (2) | 0,072 | 0,147 | 0,202 | 0,421 | |||
| Titel 2: infrastructuur- en administratieve uitgaven | Vastleggingen | (1a) | 0,019 | 0,039 | 0,050 | 0,108 | ||
| Betalingen | (2a) | 0,019 | 0,039 | 0,050 | 0,108 | |||
| Titel 3: operationele uitgaven | Vastleggingen | (3a) | 0,486 | 0,180 | 0,090 | 0,756 | ||
| Betalingen | (3b) | 0,486 | 0,180 | 0,090 | 0,756 | |||
| TOTAAL kredieten | Vastleggingen | =1+1a +3a | 0,577 | 0,366 | 0,342 | 1,285 | ||
| Betalingen | =2+2a +3b | 0,577 | 0,366 | 0,342 | 1,285 |
Geraamde NBA-kosten voor door ESMA uit te voeren activiteiten
miljoen EUR
| ESMA | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | TOTAAL | ||
| Titel 1: personeelskosten | Vastleggingen | (1) | 0,164 | 0,335 | 0,342 | 0,841 | ||
| Betalingen | (2) | 0,164 | 0,335 | 0,342 | 0,841 | |||
| Titel 2: infrastructuur- en administratieve uitgaven | Vastleggingen | (1a) | 0,039 | 0,079 | 0,080 | 0,198 | ||
| Betalingen | (2a) | 0,039 | 0,079 | 0,080 | 0,198 | |||
| Titel 3: operationele uitgaven | Vastleggingen | (3a) | 0,540 | 0,240 | 0,120 | 0,900 | ||
| Betalingen | (3b) | 0,540 | 0,240 | 0,120 | 0,900 | |||
| TOTAAL kredieten | Vastleggingen | =1+1a +3a | 0,743 | 0,654 | 0,542 | 1,939 | ||
| Betalingen | =2+2a +3b | 0,743 | 0,654 | 0,542 | 1,939 |
Geraamde NBA-kosten voor door Eiopa en ESMA uit te voeren activiteiten
miljoen EUR
| Eiopa en ESMA | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | TOTAAL | ||
| Titel 1: personeelskosten | Vastleggingen | (1) | 0,236 | 0,482 | 0,544 | 1,262 | ||
| Betalingen | (2) | 0,236 | 0,482 | 0,544 | 1,262 | |||
| Titel 2: infrastructuur- en administratieve uitgaven | Vastleggingen | (1a) | 0,058 | 0,118 | 0,130 | 0,306 | ||
| Betalingen | (2a) | 0,058 | 0,118 | 0,130 | 0,306 | |||
| Titel 3: operationele uitgaven | Vastleggingen | (3a) | 1,026 | 0,420 | 0,210 | 1,656 | ||
| Betalingen | (3b) | 1,026 | 0,420 | 0,210 | 1,656 | |||
| TOTAAL kredieten | Vastleggingen | =1+1a +3a | 1,320 | 1,020 | 0,884 | 3,224 | ||
| Betalingen | =2+2a +3b | 1,320 | 1,020 | 0,884 | 3,224 |
Geraamde totale kosten (EU en NBA) voor door Eiopa uit te voeren activiteiten
miljoen EUR
| Eiopa | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | TOTAAL | ||
| Titel 1: personeelskosten | Vastleggingen | (1) | 0,114 | 0,232 | 0,319 | 0,665 | ||
| Betalingen | (2) | 0,114 | 0,232 | 0,319 | 0,665 | |||
| Titel 2: infrastructuur- en administratieve uitgaven | Vastleggingen | (1a) | 0,032 | 0,065 | 0,083 | 0,180 | ||
| Betalingen | (2a) | 0,032 | 0,065 | 0,083 | 0,180 | |||
| Titel 3: operationele uitgaven | Vastleggingen | (3a) | 0,810 | 0,300 | 0,150 | 1,260 | ||
| Betalingen | (3b) | 0,810 | 0,300 | 0,150 | 1,260 | |||
| TOTAAL kredieten | Vastleggingen | =1+1a +3a | 0,956 | 0,597 | 0,552 | 2,105 | ||
| Betalingen | =2+2a +3b | 0,956 | 0,597 | 0,552 | 2,105 |
Geraamde totale kosten (EU en NBA) voor door ESMA uit te voeren activiteiten
miljoen EUR
| ESMA | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | TOTAAL | ||
| Titel 1: personeelskosten | Vastleggingen | (1) | 0,262 | 0,533 | 0,544 | 1,339 | ||
| Betalingen | (2) | 0,262 | 0,533 | 0,544 | 1,339 | |||
| Titel 2: infrastructuur- en administratieve uitgaven | Vastleggingen | (1a) | 0,065 | 0,131 | 0,133 | 0,329 | ||
| Betalingen | (2a) | 0,065 | 0,131 | 0,133 | 0,329 | |||
| Titel 3: operationele uitgaven | Vastleggingen | (3a) | 0,900 | 0,400 | 0,200 | 1,500 | ||
| Betalingen | (3b) | 0,900 | 0,400 | 0,200 | 1,500 | |||
| TOTAAL kredieten | Vastleggingen | =1+1a +3a | 1,227 | 1,064 | 0,877 | 3,168 | ||
| Betalingen | =2+2a +3b | 1,227 | 1,064 | 0,877 | 3,168 |
Geraamde totale kosten (EU en NBA) voor door Eiopa en ESMA uit te voeren activiteiten
miljoen EUR
| Eiopa en ESMA | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | TOTAAL | ||
| Titel 1: personeelskosten | Vastleggingen | (1) | 0,376 | 0,765 | 0,863 | 2,004 | ||
| Betalingen | (2) | 0,376 | 0,765 | 0,863 | 2,004 | |||
| Titel 2: infrastructuur- en administratieve uitgaven | Vastleggingen | (1a) | 0,097 | 0,196 | 0,216 | 0,509 | ||
| Betalingen | (2a) | 0,097 | 0,196 | 0,216 | 0,509 | |||
| Titel 3: operationele uitgaven | Vastleggingen | (3a) | 1,710 | 0,700 | 0,350 | 2,760 | ||
| Betalingen | (3b) | 1,710 | 0,700 | 0,350 | 2,760 | |||
| TOTAAL kredieten | Vastleggingen | =2+2a +3b | 2,183 | 1,661 | 1,429 | 5,273 | ||
| Betalingen | =2+2a +3b | 2,183 | 1,661 | 1,429 | 5,273 |
1
https://ec.europa.eu/info/business-economy-euro/growth-and-investment/capital-markets-union/capital-markets-union-2020-action-plan_en
2
https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-12898-2020-REV-1/nl/pdf
3
https://www.europarl.europa.eu/doceo/document/TA-9-2020-0266_NL.html
4
Eurobarometer-enquête over het niveau van financiële geletterdheid in de EU, 2023. De relevante vraag is vraag 12: “Hoe zeker bent u ervan dat het beleggingsadvies dat u krijgt van uw bank/verzekeraar/financieel adviseur in de eerste plaats in uw belang is?”
5
Eurobarometer-enquête over financiële diensten en producten voor retailbeleggers, oktober 2022. Andere factoren die van invloed zijn, zijn het gebrek aan financiële middelen, bezorgdheid over de risico’s, onzekerheid over de potentiële opbrengsten, onvoldoende inzicht/complexiteit en de voorkeur om het geld elders te beleggen.
6
Het is vermeldenswaard dat ook de oprichtingsverordeningen van de Europese toezichthoudende autoriteiten een opdracht bevatten om de initiatieven van de bevoegde autoriteiten op het vlak van financiële geletterdheid en educatieve initiatieven te evalueren en te coördineren (artikel 9, lid 1, punt b), van de drie oprichtingsverordeningen).
7
In deze context verwijst “financiële scholing” naar het formele of informele proces waardoor individuen financiële geletterdheid verwerven (het resultaat).
8
Gebaseerd op de sectorale nationale rekeningen van Eurostat (internationale samenwerking op het gebied van gegevens, NAID_10). Als vorderingen tegen verzekeraars en pensioenaanspraken zouden worden meegerekend, zouden de cijfers veranderen naar 46 % voor de EU en 72 % voor de Verenigde Staten (zie punt 1.1 van de effectbeoordeling).
9
Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU.
10
Richtlijn (EU) 2016/97 van het Europees Parlement en de Raad van 20 januari 2016 betreffende verzekeringsdistributie (herschikking).
11
Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (herschikking).
12
Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (herschikking).
13
Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010.
14
Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP’s).
15
Verordening (EU) nr. 2019/1238 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake een pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (PEPP).
16
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Actieplan voor de opbouw van een kapitaalmarktunie
(COM(2015) 468 final).
17
Mededeling van de Commissie over de tussentijdse evaluatie van het actieplan kapitaalmarktenunie
({SWD(2017) 224 final} en {SWD(2017) 225 final} van 8 juni 2017).
18
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en
Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Een kapitaalmarktenunie ten dienste van mensen en ondernemingen — Een nieuw
actieplan (COM(2020) 590 final).
19
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52020DC0591
20
Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad
van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (digitaledienstenverordening).
21
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:52022DC0548&qid=1686655557900
22
Zie: https://reform-support.ec.europa.eu/what-we-do/financial-sector-and-access-finance_nl
23
Zie Ares(2021)4803687 van 27.7.2021 en Ares(2021)4805409 van 27.7.2021.
24
Zie ESMA35-42-1227.
25
Zie EIOPA-BoS-22/244.
26
https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/d83364e5-ab55-11ed-b508-01aa75ed71a1/language-en/
27
De Gebruiksgroep financiële diensten bestaat uit deskundigen die de belangen van consumenten, retailbeleggers of micro-ondernemingen vertegenwoordigen, met name om de Commissie te adviseren bij de voorbereiding en uitvoering van wetgeving of beleidsinitiatieven die van invloed zijn op de gebruikers van financiële diensten. Voor meer informatie: https://finance.ec.europa.eu/regulation-and-supervision/expert-groups-comitology-and-other-committees/financial-services-user-group-fsug_en
28
Entiteiten die vallen onder de MiFID, Solvabiliteit II-richtlijn, IDD, icbe-richtlijn of abi-beheerdersrichtlijn en die hun eigen beleggingsproducten ontwikkelen.
29
Als onderdeel van hun maatregelen inzake toezicht en governance met betrekking tot producten zouden ontwikkelaars worden verplicht de kosten van elk beleggingsproduct te bepalen en kwantificeren (zowel bestaande als nieuwe producten) en moeten verantwoorden dat het de doelmarkt kosteneffectiviteit biedt, ook in vergelijking met andere producten op de markt, op basis van producttypespecifieke benchmarks ten aanzien van de kosten en prestaties (“benchmarks voor ontwikkelaars”).
30
Entiteiten die vallen onder de MiFID, Solvabiliteit II-richtlijn, IDD, icbe-richtlijn of abi-beheerdersrichtlijn en die aan klanten producten distribueren die zij zelf ontwikkelen of die optreden als tussenpersoon voor de distributie van producten die door andere entiteiten zijn ontwikkeld.
31
Net als benchmarks voor ontwikkelaars zouden distributeurs van beleggingsproducten moeten beoordelen hoe de producten die zij distribueren zich verhouden tot relevante benchmarks (“benchmarks voor distributeurs”) voor vergelijkbare producten op de markt.
32
Zie de hoofdstukken 6.3 en 7 van de effectbeoordeling.
33
PB C van , blz. .
34
Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32).
35
Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).
36
Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).
37
Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
38
Richtlijn (EU) 2016/97 van het Europees Parlement en de Raad van 20 januari 2016 betreffende verzekeringsdistributie (PB L 26 van 2.2.2016, blz. 19).
39
Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).
40
Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).
41
In de zin van artikel 58, lid 2, punt a) of b), van het Financieel Reglement.
42
Nadere gegevens over de wijzen van uitvoering van de begroting en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BUDGpedia: https://myintracomm.ec.europa.eu/corp/budget/financial-rules/budget-implementation/Pages/implementation-methods.aspx
43
GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.
44
EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
45
Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, aspirant-kandidaten van de Westelijke Balkan.
46
Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).
47
Totale kosten EU en NBA (met inbegrip van het NBA-aandeel pensioenbijdragen van de werkgever).
48
Totale kosten EU en NBA (met inbegrip van het NBA-aandeel pensioenbijdragen van de werkgever).
49
AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JED = Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties).
50
Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).
51
Voornamelijk voor de fondsen voor het cohesiebeleid van de EU, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en het Europees Fonds voor maritieme visserij en aquacultuur (EFMZVA).
52
Zie de artikelen 12 en 13 van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027.
53
Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.
NL NL