Bijlagen bij COM(2023)249 - Toepassing van de Richtlijn 2014/92/EU betreffende de vergelijkbaarheid van de in verband met betaalrekeningen aangerekende vergoedingen, het overstappen naar een andere betaalrekening en de toegang tot betaalrekeningen met basisfuncties

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage D bij Deloitte-studie 1 voor meer details).

13Richtlijn 2005/60 is ondertussen ingetrokken en vervangen door Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73) https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=celex%3A32015L0849

14Deloitte-studie 1, EBA opinion on asylum seekers, EBA consumer trend report 2021 EBA Consumer Trend Report (europa.eu).

15 EBA-Op-2016-07 (Opinion on Customer Due Diligence on Asylum Seekers).pdf (europa.eu); alsmede

EBA calls on financial institutions and supervisors to provide access to the EU’s financial system | European Banking Authority (europa.eu).

16Zie bijlage III van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering. Deze bijlage bevat een niet-uitputtende lijst van factoren en soorten bewijsmiddelen die een potentieel hoger risico vertegenwoordigen zoals bedoeld in artikel 18, lid 3, van die richtlijn.

17 EBA Opinion and annexed report on de-risking.pdf (europa.eu).

18 Final Report on Guidelines on revised ML TF Risk Factors.pdf (europa.eu) en EBA Opinion and annexed report on de-risking.pdf (europa.eu).

19 https://ec.europa.eu/info/business-economy-euro/banking-and-finance/financial-supervision-and-risk-management/anti-money-laundering-and-countering-financing-terrorism_en

20COM(2021) 420 final https://eur-lex.europa.eu/resource.html?uri=cellar:0a4db7d6-eace-11eb-93a8-01aa75ed71a1.0001.02/DOC_1&format=PDF

21 COM(2021) 423 final https://eur-lex.europa.eu/resource.html?uri=cellar:05758242-ead6-11eb-93a8-01aa75ed71a1.0001.02/DOC_1&format=PDF.

22Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35).

23Vijf lidstaten hebben van deze mogelijkheid gebruikgemaakt (zie blz. 72 van Deloitte-studie 1).

24 Negen lidstaten (zie voor details Deloitte-studie 1, blz. 35, tabel 5). Zie ook het in december 2022 gepubliceerde verslag van de EBA over de thematische toetsing van de transparantie en de hoogte van de vergoedingen en kosten voor retailbankproducten (Report on the thematic review on fees and charges.pdf (europa.eu)).

25Zie blz. 34 van Deloitte-studie 1 voor nadere informatie over de hoogte van de vergoedingen voor betaalrekeningen met basisfuncties die in de geselecteerde lidstaten worden aangeboden. De vergoedingen kunnen uiteenlopen van 0 tot meer dan 90 EUR per jaar.

26Volgens Deloitte-studie 1 kunnen de vaste standaardvergoedingen voor betaalrekeningen (waaraan mogelijk variabele vergoedingen moeten worden toegevoegd) in sommige lidstaten relatief hoog zijn (tot 160 EUR per jaar), en in andere lidstaten relatief laag (minder dan 20 EUR per jaar). In verschillende lidstaten worden echter door ten minste één van de voornaamste kredietinstellingen standaardrekeningen met een vaste vergoeding van 0 EUR aangeboden. Digitale standaardrekeningen zijn over het algemeen kosteloos. Bovendien kunnen in sommige lidstaten ook lagere vergoedingen voor specifieke rekeningen (bv. voor jongeren of ouderen) in rekening worden gebracht. Ook de vergoedingen van de verschillende banken in sommige lidstaten lopen sterk uiteen. Ondanks de aanwezigheid van nieuwkomers op de markt zijn de vergoedingen de afgelopen jaren over het algemeen niet gedaald. Zie blz. 32 van Deloitte-studie 1 voor meer details over de “hoogte van de vergoedingen voor standaardbetaalrekeningen die in de geselecteerde lidstaten worden aangeboden”.

27 23 % van de consumentenorganisaties was het niet mee eens met de stelling dat iedereen het zich kan veroorloven om een betaalrekening met basisfuncties te openen en te gebruiken (zie Deloitte-studie 1, bijlage D, figuur 14, voor details).

28Bijvoorbeeld Cyprus, Griekenland, Litouwen, Tsjechië. Zie voor meer details tabel 4: Totaal aantal betaalrekeningen met basisfuncties dat elk jaar is geopend uit het verslag op grond van artikel 27.

29Bijvoorbeeld Bulgarije, Kroatië, Letland, Polen en Roemenië. Zie voor meer details tabel 4: Totaal aantal betaalrekeningen met basisfuncties dat elk jaar is geopend uit het verslag op grond van artikel 27.

In de meeste lidstaten is geen informatie beschikbaar over de kenmerken van de consumenten die een betaalrekening met basisfuncties hebben geopend.

30 https://www.worldbank.org/en/publication/globalfindex

31Zie voor meer details tabel 5: Aantal en aandeel van aanvragen voor een betaalrekening met basisfuncties die zijn afgewezen in het verslag op grond van artikel 27.

32 Guidelines on MLTF risk management and access to financial services.pdf (europa.eu)

33 In drie lidstaten (zie Deloitte-studie 1, blz. 76, voor meer details).

34Dit zou echter kunnen veranderen als het wetgevingsvoorstel inzake instantbetalingen (Proposal for a Regulation amending Regulations (EU) No 260/2012 and (EU) 2021/1230 as regards instant credit transfers in euro (europa.eu)) wordt goedgekeurd.

35Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over een EU-strategie voor het digitale geldwezen (COM(2020) 592 final).

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52020DC0592&rid=2.

36De ELTEG is een deskundigengroep van de Commissie met deskundigen van de lidstaten en de Europese Centrale Bank (ECB). Het belangrijkste doel van de groep is het bespreken van de aanvaarding en beschikbaarheid van eurocontanten. In het meest recente verslag van ELTEG van juli 2022 wordt verklaard dat de lidstaten toezicht zouden moeten houden op geldautomaatnetwerken en extra punten voor toegang tot contanten bij bankfilialen teneinde te waarborgen dat deze voldoende dekking bieden, met name wanneer dergelijke faciliteiten worden gesloten. Ook betoogt de ELTEG dat er beleidsmaatregelen zouden moeten worden genomen om te waarborgen dat er eurocontanten beschikbaar zijn.

37Zie het initiatief van de Commissie betreffende de reikwijdte en de gevolgen van de hoedanigheid van wettig betaalmiddel van eurobankbiljetten en -munten in het werkprogramma van de Commissie voor 2023 (2023 Commission work programme – key documents (europa.eu)).

38 83 % van de brancheorganisaties en 77 % van de consumentenorganisaties waren het ermee eens dat consumenten tevreden zijn over de diensten die in een betaalrekening met basisfuncties zijn opgenomen (de overige respondenten antwoordden met “weet niet”). Zie Deloitte-studie 1, blz. 77,voor meer details).

39 The EBIC common principles for bank accounts switching. De gemeenschappelijke beginselen voor het overstappen naar een andere bankrekening waren eind 2009 geïmplementeerd. De EBIC heet verklaard dat zij door alle lidstaten worden toegepast. De uitvoering was echter onvolledig en ontoereikend. Zie voor meer details https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:52013SC0127&from=NL

40Volgens Deloitte-studie 1 hoefden tien lidstaten slechts kleine wijzigingen in hun bestaande kader aan te brengen, moesten twee lidstaten grotere wijzigingen doorvoeren en moesten drie lidstaten een nieuwe overstapdienst invoeren (zie voor meer details blz. 53).

41Deze technische problemen die zich in individuele gevallen voordeden, hadden onder meer betrekking op situaties dat een eerdere rekening werd afgesloten voordat de nieuwe rekening operationeel was, nieuwe debet-/kredietkaarten pas werden geleverd nadat de oude kaarten waren gedeactiveerd, en transacties met debetkaarten in winkels en/of automatische afschrijvingen pas weken later werden uitgevoerd, waardoor cliënten te maken kregen met incasso’s.

42Bijvoorbeeld Denemarken en Frankrijk. Zie voor meer details tabel 1: Jaarlijks aantal overstappen in het verslag op grond van artikel 27.

43Bijvoorbeeld Bulgarije, Cyprus, Griekenland, Malta, Portugal en Roemenië. Zie voor meer details tabel 1: Jaarlijks aantal overstappen in het verslag op grond van artikel 27. De Eurobarometer-enquête van 2022 over financiële retaildiensten en -producten heeft hogere overstappercentages aangegeven. https://europa.eu/eurobarometer/surveys/detail/2666

44Zie de studie Applying behavioural insight to encourage consumer switching of financial products - Publications Office of the EU (europa.eu) voor een gedragswetenschappelijk perspectief over de redenen om niet over te stappen.

45In de speciale Eurobarometer-enquête van 2016 over het overstapgedrag tussen financiële producten en diensten werden, meer in het algemeen, als de twee belangrijkste redenen om niet over te stappen gerapporteerd dat consumenten tevreden zijn over hun huidige aanbieder en dat zij nooit hebben overwogen van leverancier te veranderen (Financial Products and Services – July 2016 - - Eurobarometer survey (europa.eu)).

46Zie Deloitte-studie 1, blz. 120, voor meer informatie over neobanken.

47De verschillende belanghebbenden die voor de studie in aanmerking zijn genomen, waren: consumenten, bevoegde autoriteiten (nationale bevoegde autoriteiten of een bevoegde autoriteit op EU-niveau), crediteuren/debiteuren (alle derden met wie consumenten terugkerende betalingen, automatische afschrijvingen of doorlopende opdrachten kunnen zijn overeengekomen), betalingsdienstaanbieders en anderen (gezamenlijk optredende betalingsdienstaanbieders, nationale bevoegde autoriteiten of bevoegde EU-autoriteiten wanneer niet duidelijk is welke belanghebbende de kosten zal dragen). Zie Deloitte-studie 2, blz. 76, voor details.

48 Deze cijfers hebben alleen betrekking op consumenten voor alle opties (5.1, 5.2 en 5.3). De betalingsdienstaanbieders zouden het grootste deel van de eenmalige kosten (835 miljoen EUR) en het grootste deel van de terugkerende kosten (150 miljoen EUR) dragen. Zie blz. 84 van Deloitte-studie 2 voor meer details.

49Voor de berekening van terugkerende baten voor consumenten is in Deloitte-studie 2 rekening gehouden met baten als gevolg van tijdwinst bij de uitvoering van een overstap, baten in verband met een geringer aantal mislukte betalingen die moeten worden afgehandeld en baten in verband met mogelijke besparingen op rekeningvergoedingen voor (extra) consumenten die overstappen. Zie Deloitte-studie 2, blz. 77, voor details.

50Om na 20 jaar het break-evenpunt te bereiken, zou een grensoverschrijdend overstappercentage van meer dan 4,2 % nodig zijn (terwijl het geraamde grensoverschrijdend overstappercentage van 0,2 % bedraagt). Zie Deloitte-studie 2, blz. 97, voor details. De opties (5.1 en 5.3) zouden zelfs op basis van de hogere overstappercentages die zijn gemeld in de Eurobarometer-enquête van 2022 over financiële retaildiensten en -producten niet als efficiënt kunnen worden aangemerkt.

51Betalingsdienstaanbieders zouden de meeste eenmalige en terugkerende kosten dragen. De bevoegde autoriteiten zouden slechts eenmalige kosten dragen (tussen 2 en 12 miljoen EUR) en crediteuren/debiteuren zouden slechts terugkerende kosten dragen (tussen 20 en 40 miljoen EUR).

52Volgens Deloitte-studie 2 zou het niet mogelijk zijn om bij deze opties het break-evenpunt te bereiken — zelfs niet bij een hoog overstapniveau.

53 De eenmalige kosten voor de optie van een nieuw meeneembaar rekeningnummer zouden ongeveer 22 miljard EUR bedragen.

54Betalingsdienstaanbieders zouden de meeste eenmalige en terugkerende kosten dragen, tenzij deze optie zou worden uitgevoerd door alle huidige IBAN’s te vervangen door EU-IBAN’s. In dat geval zouden crediteuren/debiteuren meer dan de helft van de eenmalige kosten (12 miljard EUR) dragen.

55Volgens Deloitte-studie 2 zou het bereiken van het break-evenpunt na 20 jaar nationale overstappercentages van 8 % (ten opzichte van een geraamd werkelijk overstappercentage van 1 %) en grensoverschrijdende overstappercentages van 2,4 % (ten opzichte van een geraamd werkelijk overstappercentage van 0,3 %) vereisen.

5642 % van de consumentenorganisaties heeft “nee” geantwoord op de vraag of EU-brede meeneembaarheid van betaalrekeningen een belangrijke doorbraak voor het overstappen zou zijn, met name over grenzen heen. Zie Deloitte-studie 1, blz. 59, voor meer details.

57De cijfers van de Eurobarometer-enquête van 2022 over financiële retaildiensten en -producten zijn iets lager dan die van de Global Findex Database 2021.

58Bijvoorbeeld 69 % in Roemenië, 84 % in Bulgarije en 88 % in Hongarije.

59Hoewel kwetsbaarheid (bv. in de vorm van werkloosheid, een laag opleidingsniveau of een laag inkomen) weinig invloed heeft op de vraag of iemand al dan niet een betaalrekening heeft in lidstaten waar het percentage personen met een betaalrekening zeer hoog is, hebben kwetsbare personen minder vaak een betaalrekening in lidstaten waar het percentage personen met een betaalrekening laag is.

60Zie ook het EBA Consumer Trend Report (europa.eu).

61 De Commissie en OESO-INFE publiceren een gezamenlijk kader voor volwassenen ter verbetering van de financiële vaardigheden van individuele personen (europa.eu).

62 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM:2020:590:FIN.

63 Verordening (EU) 2021/240 van het Europees Parlement en de Raad van 10 februari 2021 tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 1).

64 Voorbeeld van een project voor technische ondersteuning ter bevordering van de financiële geletterdheid in de lidstaten: Bescherming van consumenten en verbetering van de financiële geletterdheid (europa.eu).

65Zie voor een overzicht van nationale maatregelen Financial education | European Banking Authority (europa.eu).

NL NL