Bijlagen bij COM(2022)694 - Gedelegeerde handelingen van de Commissie onder Verordening 549/2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage A bij de verordening) betreffende gemeenschappelijke normen, definities, classificaties en registratieregels die moeten worden gebruikt voor de opstelling van rekeningen en tabellen op vergelijkbare grondslagen ten behoeve van de EU;

b)een programma (bijlage B bij de verordening) waarin de termijnen zijn vastgesteld waarbinnen de lidstaten de in overeenstemming met de in punt a) bedoelde methoden op te stellen rekeningen en tabellen bij de Commissie (Eurostat) moeten indienen.

Verordening (EU) nr. 549/2013 verleent de Commissie de bevoegdheid om, in overeenstemming met de voorwaarden van artikel 7 van de verordening, gedelegeerde handelingen vast te stellen:

·met betrekking tot wijzigingen in de in bijlage A vastgestelde methoden van het ESR 2010 teneinde de inhoud ervan nader te bepalen en te verbeteren met als doel een geharmoniseerde interpretatie of de internationale vergelijkbaarheid ervan zeker te stellen, mits die wijzigingen de onderliggende concepten van die methoden niet wijzigen, er niet toe leiden dat producenten binnen het Europees statistisch systeem extra middelen nodig hebben voor de uitvoering van die wijzigingen, en niet leiden tot een wijziging in de eigen middelen (artikel 2, lid 2),

·en teneinde de betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid te garanderen van de ESR 2010-gegevens van de lidstaten over onderzoek en ontwikkeling die als bruto-investeringen in vaste activa worden geregistreerd. Bij de uitoefening van haar bevoegdheid krachtens dit lid moet de Commissie ervoor zorgen dat deze gedelegeerde handelingen geen aanzienlijke extra administratieve lasten opleggen aan de lidstaten of de respondenten (artikel 2, lid 5).

Een derde bevoegdheid, met name met betrekking tot de herziening van de methode die wordt gebruikt voor de berekening en toerekening van indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) in de nationale rekeningen overeenkomstig de in bijlage A beschreven methode, werd aan de Commissie verleend voor een periode van twee maanden en moest vóór 17 september 2013 worden uitgeoefend 2 (artikel 2, lid 4).

In Verordening (EU) nr. 549/2013 wordt benadrukt hoe belangrijk het is dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden passend overleg pleegt, onder meer met het bij Verordening (EG) nr. 223/2009 ingestelde Comité voor het Europees statistisch systeem 3 (overweging 24).

2. RECHTSGRONDSLAG

Dit verslag is verplicht krachtens artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 549/2013, waarin aan de Commissie de bevoegdheid wordt verleend om de in artikel 2, leden 2 en 5, bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen gedurende een periode van vijf jaar die ingaat op 16 juli 2013. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet. De Commissie moet uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag over de bevoegdheidsdelegatie opstellen.

3. UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEIDSDELEGATIE IN DE HUIDIGE PERIODE

De Commissie heeft verslag uitgebracht over het gebruik van de bevoegdheidsdelegatie tijdens de eerste vijf jaar van toepassing van Verordening (EU) nr. 549/2013 in 2017 4 .

In de volgende periode van vijf jaar, die ingaat op 16 juli 2018 overeenkomstig de stilzwijgende verlenging van de bevoegdheidsdelegatie, heeft de Commissie de bij artikel 2, leden 2 en 5, van Verordening (EU) nr. 549/2013 aan haar verleende bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, niet uitgeoefend.

4. CONCLUSIE

Sinds 16 juli 2018 heeft de Commissie de bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen uit hoofde van Verordening (EU) nr. 549/2013 niet uitgeoefend.

De Commissie is echter van mening dat zij de gedelegeerde bevoegdheden uit hoofde van Verordening (EU) nr. 549/2013 moet behouden, aangezien zij in de toekomst mogelijk gedelegeerde handelingen moet vaststellen om rekening te houden met de vooruitgang op het gebied van statistische methoden en met betrekking tot mogelijke aanpassingen van deze verordening.

De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad kennis te nemen van dit verslag.

(1)

Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (PB L 174 van 26.6.2013, blz. 1).

(2)

Zoals aangegeven in het verslag over de voorgaande periode van vijf jaar, heeft de Commissie deze bevoegdheid niet gebruikt.

(3)

Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

(4)

 Zie Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de uitoefening van de bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen die aan de Commissie is toegekend bij Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie .