Bijlagen bij COM(2021)187 - Mededeling aan het EP over het Raadsstandpunt inzake een verordening tot vaststelling van “Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage vervangen door een meer gedetailleerde lijst van indicatoren.

Het Europees Parlement heeft ook een politieke verklaring bij zijn standpunt in eerste lezing aangenomen, waarin het zich het recht voorbehoudt zijn standpunt te herzien om ervoor te zorgen dat de kernactiviteiten van het programma en de inclusieve dimensie daadwerkelijk worden gerealiseerd indien de begroting niet wordt verdrievoudigd. De verklaring benadrukt ook dat de steun van het Europees Parlement voor de Europese universiteiten, de kenniscentra voor beroepsopleiding en DiscoverEU afhankelijk zal zijn van de evaluatie van hun proeffasen en de verdere definiëring van elk initiatief.

In het in de trialogen bereikte akkoord stemt de Commissie in met:

–Erasmus+ als programmanaam in plaats van Erasmus;

–De vaststelling van de financiële middelen voor het programma op 24,574 miljard EUR in lopende prijzen en een extra verhoging van 1,7 miljard EUR in prijzen van 2018, als gevolg van de programmaspecifieke aanpassing als bedoeld in artikel 5 van en bijlage II bij Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad (de MFK-verordening); enigszins aangepaste sectorale begrotingstoewijzingen;

–Een nieuwe bijlage waarin de programma-acties die bij een gedelegeerde handeling kunnen worden gewijzigd, in grote lijnen worden beschreven;

–Een versterkte inclusieve dimensie;

–Toevoeging van een nieuw artikel over de Europese meerwaarde;

–Mobiliteit van lerende volwassenen onder kernactie 1 (leermobiliteit);

–Uitbreiding van de reikwijdte van sportmobiliteit tot internationale acties;

–De expliciete vermelding van het excellentiekeurmerk;

–Verduidelijking van het artikel over de deelname van de organisaties in niet met het programma geassocieerde derde landen;

–Een uitgebreide en geherstructureerde lijst van indicatoren.

De Commissie stemde er ook mee in de volgende verklaring af te geven met betrekking tot een indicatieve begroting voor de platforms van kenniscentra voor beroepsopleiding:

“Onverminderd de bevoegdheden van de wetgevende en budgettaire autoriteit verbindt de Commissie zich ertoe een indicatief bedrag van 400 miljoen EUR in lopende prijzen toe te wijzen aan steunplatforms van kenniscentra voor beroepsopleiding over de gehele looptijd van het programma, mits de tussentijdse evaluatie van het programma een positieve beoordeling van de resultaten van de actie bevestigt.”

Na de vaststelling door de Raad van zijn standpunt in eerste lezing wordt verwacht dat het Europees Parlement het in de trialogen bereikte akkoord formeel zal bekrachtigen.

4. Opmerkingen over het standpunt van de Raad

Het standpunt van de Raad weerspiegelt het in de trialogen bereikte akkoord. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het voorstel van de Commissie zijn:

–Erasmus+ als programmanaam in plaats van Erasmus;

–De vaststelling van de financiële middelen voor het programma op 24,574 miljard EUR in lopende prijzen en een extra verhoging van 1,7 miljard EUR in prijzen van 2018, als gevolg van de programmaspecifieke aanpassing als bedoeld in artikel 5 van en bijlage II bij Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad (de MFK-verordening);

–De verdeling van de begroting wordt als volgt gewijzigd:

·Totale middelen:

·Aandeel onderwijs en opleiding: verlaagd van 83,1 % tot 83 %

·Aandeel sport: verhoogd van 1,8 % tot 1,9 %

·De beheersvergoedingen van de nationale agentschappen worden verhoogd van 3,2 tot 3,3 %;

·Aandeel binnen de begroting voor onderwijs en opleiding:

·Mobiliteit van volwassen lerenden: verhoogd van 4,8 % tot 5,8 %;

·Beroepsonderwijs en -opleiding: verhoogd van 21 % tot 21,5 %;

·“Ten minste” 1,8 % bestemd voor Jean Monnetactie;

·“Ten minste” 17 % voor horizontale activiteiten en centraal beheerde acties, met inbegrip van het indicatieve bedrag van 400 miljoen EUR voor de kenniscentra voor beroepsopleiding, zoals beschreven in de verklaring van de Commissie;

·Flexibiliteitsmarge verlaagd van 5,5 % tot 4,1 %.

–Mobiliteit van lerende volwassenen onder kernactie 1 (leermobiliteit);

–Een versterkte inclusieve dimensie (apart hoofdstuk met twee nieuwe artikelen);

–Een nieuwe bijlage waarin de programma-acties in grote lijnen worden beschreven, met behoud van de nodige flexibiliteit bij de uitvoering van het programma en wijzigbaar bij een gedelegeerde handeling;

–Herziene en geherstructureerde lijst van indicatoren;

–Een vaste looptijd van het programma, die is afgestemd op de looptijd van het meerjarige financiële kader;

–Toevoeging van bepalingen inzake retroactiviteit;

–Herziene bepalingen betreffende de voorwaarden voor deelname van al dan niet met het programma geassocieerde derde landen.

In het algemeen blijven in het bereikte akkoord de doelstellingen van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie behouden, waarbij het ambitieniveau wordt gehandhaafd en de nodige flexibiliteit aanwezig is bij de uitvoering van het programma.

5. Conclusie

De Commissie gaat akkoord met het standpunt van de Raad.

6. Verklaring van de Commissie

De Commissie heeft één verklaring afgelegd, die in de bijlage te vinden is.


BIJLAGE


Verklaring van de Europese Commissie over de specifieke toewijzingen voor de platforms van kenniscentra voor beroepsopleiding


Onverminderd de bevoegdheden van de wetgevende en budgettaire autoriteit verbindt de Commissie zich ertoe een indicatief bedrag van 400 miljoen EUR in lopende prijzen toe te wijzen aan steunplatforms van de kenniscentra voor beroepsopleiding over de gehele looptijd van het programma, mits de tussentijdse evaluatie van het programma een positieve beoordeling van de resultaten van de actie bevestigt.