Bijlagen bij COM(2021)133 - Mededeling aan het EP over het Raadsstandpunt over vaststelling van Horizon Europa - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage inzake het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) verplaatst van het besluit inzake het specifieke programma naar de verordening inzake het kaderprogramma.

–Verbreden van de deelname en verspreiden van excellentie. Overweging met betrekking tot het onderdeel “Verbreden van de deelname en verspreiden van excellentie”, waarin wordt gespecificeerd dat de begroting daarvan ten minste 3,3 % het de algemene begroting van het programma moet bedragen. Bovendien: nieuwe definitie van “in het kader van verbrede deelname participerende landen”, met een lijst van lidstaten in een artikel.

–Europese Innovatieraad (EIC). Uitbreiding van het mandaat in het artikel en de overweging met betrekking tot de zuiver subsidiegebaseerde financiering van de EIC-Accelerator voor kmo’s, met inbegrip van start-ups. Wat betreft de EIC, heeft de Commissie een verklaring over de uitvoering van de begroting van de EIC-Accelerator uitgevaardigd.

–Missies en partnerschappen. Opneming van een lijst van vijf gebieden voor mogelijke missies en acht gebieden voor geïnstitutionaliseerde partnerschappen in de bijlage bij het kaderprogramma en een tussentijdse evaluatie. Bovendien: toevoeging van een begrotingsplafond voor missies en partnerschappen.

–Vergoeding. Overweging waarin het bestaan van een loonkloof in Europa wordt erkend en de lidstaten worden aangemoedigd maatregelen te nemen om voor aantrekkelijke salarissen voor onderzoekers te zorgen.

–Horizon Europa in overeenstemming brengen met de duur van het meerjarig financieel kader (MFK) 2021‑2027. Bepaling om de looptijd van het programma in overeenstemming te brengen met het meerjarig financieel kader 2021‑2027.

–Biodiversiteit. Overweging waarin specifieke streefdoelen voor biodiversiteit worden vastgesteld.

–Bepaling inzake terugwerkende kracht. Om de continuïteit bij de uitvoering van het programma te waarborgen, moet de verordening met terugwerkende kracht van toepassing zijn vanaf het begin van het begrotingsjaar 2021 en met spoed in werking treden. In naar behoren gemotiveerde gevallen die in het financieringsbesluit worden toegelicht, kunnen in het kader van de verordening gesteunde activiteiten en de onderliggende kosten met ingang van 1 januari 2021 als subsidiabel worden beschouwd, zelfs als de activiteiten zijn uitgevoerd of de kosten zijn gemaakt voordat de subsidieaanvraag was ingediend.

–Opneming van een bepaling inzake academische vrijheid. Overweging waarin wordt verwezen naar academische vrijheid en de samenhang daarvan met het programma.

–Begroting. Wijziging van het artikel betreffende de begroting. Bepalingen (overweging en artikel) voor het gebruik van NextGenerationEU-middelen in het kader van het programma. Nieuw lid over het uit boetes afkomstige bedrag dat aan het programma wordt toegewezen. De voorgestelde financiële middelen bedragen in totaal 95,5 miljard EUR, met inbegrip van inkomsten uit boetes, NextGenerationEU-middelen en wederopvoering van vrijmakingen. De indicatieve verdeling van vrijgemaakte middelen in de begroting van het programma is niet opgenomen in de tekst van de verordening, maar in een gezamenlijke politieke verklaring van de medewetgevers en de Commissie.

–Opneming van eerbiediging van de mensenrechten. Toevoeging van “eerbiediging van de mensenrechten” in het artikel met de criteria waaraan derde landen en gebieden van categorie d) moeten voldoen om in aanmerking te komen voor associatie. De Commissie heeft een verklaring over de mensenrechten afgegeven. Daarin verklaart de Commissie volledig achter de eerbiediging van de mensenrechten te staan, zoals verankerd in artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. De Commissie betreurt echter dat “eerbiediging van de mensenrechten” is opgenomen in de criteria waaraan derde landen en gebieden van categorie d) moeten voldoen om in aanmerking te komen voor associatie met het programma.

–Opneming van de analyse van de voordelen voor de Unie in de reikwijdte van de associatie. Toevoeging van de analyse van de voordelen voor de Unie in het artikel met betrekking tot de reikwijdte van de associatie.

–Toewijzing van financiële bijdragen van geassocieerde landen. Lid in een artikel waarin wordt bepaald dat bij de toewijzing van de financiële bijdragen in de onderdelen van het programma rekening moet worden gehouden met de mate van deelname van entiteiten uit de geassocieerde landen in de bovengenoemde onderdelen.

–Informatie over financiële bijdragen aan geassocieerde landen. Overweging over regelmatige informatieverstrekking door de Commissie aan het Parlement en de Raad over het bedrag van de financiële bijdragen van de Unie aan in geassocieerde en niet-geassocieerde derde landen gevestigde entiteiten.

–Beperking of uitsluiting van deelname van rechtspersonen om de strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid van de EU te beschermen. Er is een bepaling toegevoegd die het mogelijk maakt aanvullende maatregelen te nemen om deelname van entiteiten van derde landen of entiteiten die onder zeggenschap van derde landen staan bij bepaalde gevoelige activiteiten te beperken om de strategische belangen van de Unie en haar lidstaten te beschermen.

–Samenvoeging van bepalingen die van belang zijn voor synergie. Samenvoeging van alle bepalingen met betrekking tot synergieën met andere EU-programma’s tot één artikel.

–Synergieën met andere EU-programma’s. Toevoeging in een bijlage van vier nieuwe programma’s voor mogelijke synergieën met Horizon Europa: Creatief Europa, het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, de herstel- en veerkrachtfaciliteit, en EU4Health.

–Horizontale afstemming van bepalingen met betrekking tot het terugboeken van niet-gebruikte middelen onder gedeeld beheer naar Horizon Europa. Lid in artikel met betrekking tot het terugboeken van niet-gebruikte middelen onder gedeeld beheer naar Horizon Europa, in navolging van de verordening gemeenschappelijke bepalingen.

–Horizontale bepaling die van toepassing is op alle sectorale programma’s voor de periode 2021‑2027, namelijk:

–klimaat: verhoging van de algemene doelstelling voor klimaatuitgaven in het hele MFK van 25 % naar 30 %;

–rechtsstaat: verwijzing naar de bescherming van de Uniebegroting bij tekortkomingen van een lidstaat op het gebied van de rechtsstaat;

–bescherming van de financiële belangen van de Unie: artikel betreffende een algemeen conditionaliteitsregime ter bescherming van de Uniebegroting.

–Andere verklaringen van de Commissie in het kader van Horizon Europa hebben betrekking op:

–defensieonderzoek: verduidelijking van het feit dat onderzoeksactiviteiten op het gebied van defensie samenvallen met de onderzoeksacties in het kader van het Europees Defensiefonds;

–betrokkenheid van het Europees Parlement bij de uitvoering van Horizon Europa: toezegging om van gedachten te wisselen met de bevoegde commissies van het Europees Parlement over de lijst van partnerschappen, de lijst van missies, de resultaten van het strategisch programma en de werkprogramma’s;

–geen-adviesbepaling: verduidelijking dat de Commissie de mogelijkheid heeft in het kader van de comitéprocedure een advies inzake uitvoeringshandelingen uit te brengen indien het programmacomité (in het kader van het specifieke programma) geen advies uitbrengt;

–ethiek, met name wat betreft menselijke embryonale stamcellen: specificaties met betrekking tot onderzoeksactiviteiten in het kader van Horizon Europa om het programma in overeenstemming te brengen met het ethisch kader voor de EU-financiering van onderzoek aan menselijke embryonale stamcellen, in navolging van Horizon 2020;

–associatie van derde landen met programma’s van de Unie: deze verklaring, die als tegenhanger dient van een verklaring van de Raad over de samenwerking tussen de Raad en de Commissie bij de onderhandelingen over overeenkomsten waarbij derde landen zich associëren met programma’s van de Unie, wordt uitgevaardigd nadat de Raad een dergelijke verklaring uitvaardigt.

Het bereikte akkoord doet geen afbreuk aan de doelstellingen in het oorspronkelijke voorstel van de Commissie: de ambities inzake de minimumeisen worden gehandhaafd, maar er wordt een zekere flexibiliteit geboden bij de uitvoering van de nieuwe voorschriften.

4. Conclusie

De Commissie staat achter de resultaten van de interinstitutionele onderhandelingen en aanvaardt daarom het standpunt van de Raad.