Bijlagen bij COM(2019)425 - Toepassing richtlijn 2013/11/EU over alternatieve beslechting van consumentengeschillen en Verordening 524/2013 over onlinebeslechting van consumentengeschillen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE I

EU-toolbox voor de publieke en private handhaving van consumentenrechten

(“EU-handhavingstoolbox”)

– indicatief overzicht –


(1)Instrumenten voor de handhaving van consumentenrechten via geschillenbeslechtingsprocedures die zijn gestart door de consument of een orgaan dat consumentenbelangen behartigt (privaatrechtelijke handhaving)


a)Geschillenbeslechting in gerechtelijke procedures voor rechtbanken van de lidstaten


-Verordening (EU) nr. 1215/2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (“Brussel I”) 78 , waarin wordt bepaald dat in bepaalde grensoverschrijdende geschillen betreffende door consumenten gesloten overeenkomsten 79 de consument de handelaar kan aanklagen (en alleen door de handelaar kan worden aangeklaagd) via een rechtsvordering bij de rechtbank van de lidstaat waar de consument woont;


-Richtlijn 2009/22/EG betreffende het doen staken van inbreuken in het raam van de bescherming van de consumentenbelangen 80 , die mogelijkheden verschaft voor het instellen van representatieve vorderingen (bij een rechterlijke of administratieve instantie – afhankelijk van het rechtsstelsel van de betrokken lidstaat) op grond waarvan erkende instanties kunnen verzoeken om het staken van inbreuken op consumentenrechten die de collectieve belangen van consumenten schaden. In het kader van haar “new deal voor consumenten” heeft de Commissie voorgesteld de richtlijn te vervangen door een richtlijn betreffende representatieve vorderingen, die erkende organen in staat zal stellen vorderingen tot collectief verhaal in te stellen 81 ;


-Verordening (EG) nr. 861/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen 82 en Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure 83 , die specifieke vereenvoudigde en snelle procedures bieden voor grensoverschrijdende geringe of niet-betwiste betalingsvorderingen 84 .


b)Geschillenbeslechting via mechanismen voor alternatieve geschillenbeslechting


-EU-wetgevingskader voor ADR en ODR voor consumenten, ingesteld door de ADR-richtlijn en de ODR-verordening;


-Aanbevelingen 98/257/EG en 2001/310/EG van de Commissie, die van toepassing zijn op mechanismen voor consumentengeschillenbeslechting die niet zijn gecertificeerd als ADR-entiteit overeenkomstig de ADR-richtlijn;


-Netwerk van Europese consumentencentra (ECC-net), dat consumenten gratis advies en begeleiding biedt bij kwesties betreffende grensoverschrijdende aankopen van een product of dienst. De begeleiding houdt o.a. in dat contact wordt opgenomen met de handelaar en waar nodig advies wordt verstrekt over ADR-entiteiten die bevoegd zijn om de zaak te behandelen.


(2)Instrumenten voor de handhaving van consumentenrechten via handhavingsmaatregelen van de handhavingsautoriteiten van de lidstaten (publiekrechtelijke handhaving)


-Verordening (EU) 2017/2394 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (“SCB-verordening”) 85 , die voorziet in een coördinatie- en samenwerkingsmechanisme voor publieke handhavingsacties die worden uitgevoerd door de handhavingsautoriteiten van de lidstaten.


***


BIJLAGE II

Statistische gegevens

NB: De diagrammen tonen de gegevens per 1 juli 2019, tenzij anders vermeld.


ADR-dekking – aantal aangemelde ADR-entiteiten per land


Bekendheid en gebruik van ADR onder handelaren


Bron: Scorebord voor consumentenvoorwaarden, editie 2019 (nog niet gepubliceerd) betreffende de periode 2016-2018. Enquête onder detailhandelaren over hun standpunten ten aanzien van grensoverschrijdende handel en consumentenbescherming: kent u instanties voor alternatieve geschillenbeslechting om geschillen met consumenten te regelen in (ONS LAND)? Basis: EU27_2019 respondenten (N=9 796)


*Volledige ADR-dekking werd aan het eind van 2018 bereikt.


ODR-platform – aantal ingediende klachten per maand


ODR-platform – binnenlandse/grensoverschrijdende geschillen


ODR-platform – consumentenklachten per detailhandelssector


ODR-platform – consumentenklachten naar onderwerp


ODR-contactpunten – vragen naar herkomst


(1)

   Zoals benadrukt in de Mededeling van de Commissie van 11 april 2018 over een “new deal” voor consumenten (COM(2018) 183 final), zijn consumptieve bestedingen goed voor 56 % van het bbp van Europa en blijkt uit de gegevens van het consumentenscorebord van de Commissie een consequent positieve relatie tussen de consumentenvoorwaarden en de economische situatie in verschillende lidstaten.

(2)

   Bijlage I bevat een indicatief overzicht van de instrumenten van de EU-handhavingstoolbox.

(3)

   Aanbeveling 98/257/EG van de Commissie van 30 maart 1998 betreffende de principes die van toepassing zijn op de organen die verantwoordelijk zijn voor de buitengerechtelijke beslechting van consumentengeschillen (PB L 115 van 17.4.1998, blz. 31) en Aanbeveling 2001/310/EG van de Commissie van 4 april 2001 met betrekking tot de beginselen voor de buitengerechtelijke organen die bij de consensuele beslechting van consumentengeschillen betrokken zijn (PB L 109 van 19.4.2001, blz. 56). Beide aanbevelingen bouwen voort op het actieplan van de Commissie van 1996 inzake de verhaalsmogelijkheden van de consument en de beslechting van consumentengeschillen in de interne markt (COM(96) 13 def.).

(4)

   Bv. de derde alinea van artikel 19, lid 1, van Richtlijn 2008/6/EG tot wijziging van Richtlijn 97/67/EG wat betreft de volledige voltooiing van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap (PB L 52 van 27.2.2008, blz. 3).

(5)

   Bv. artikel 24 van Richtlijn 2008/48/EG inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad (PB L 133 van 22.5.2008, blz. 66).

(6)

   Richtlijn 2013/11/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (richtlijn ADR consumenten) (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 63).

(7)

   Verordening (EU) nr. 524/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende onlinebeslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (verordening ODR consumenten) (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 1).

(8)

   De ADR Assembly, een tweedaags netwerkevenement met interactieve workshops, bracht meer dan 350 vertegenwoordigers van de Europese ADR-gemeenschap bijeen, onder wie vertegenwoordigers van consumenten en bedrijven, toezichthouders, academici en 187 vertegenwoordigers van ADR-organen. Het evenement vormde de aanzet tot initiatieven voor nadere samenwerking op lidstaatniveau (bv. ADR-netwerken en ADR-vergaderingen op nationaal niveau).

(9)

   Bv. het startevenement voor TRAVEL_NET, een netwerk van ADR-entiteiten die zich bezighouden met consumentengeschillen in de sector reizen/personenvervoer (Berlijn, 10 november 2017), of de rondetafel met grote detailhandelaren van de kleding- en schoenenindustrie (Brussel, 13 december 2017).

(10)

   Beschikbaar op het ODR-platform via https://ec.europa.eu/consumers/odr/main/?event=main.statistics.show .

(11)

   Bv. klachten die door burgers bij de Commissie zijn ingediend, feedback van gebruikers van het ODR-platform, door de Commissie georganiseerde ADR/ODR-voorlichtingscampagnes, jaarlijkse activiteitenverslagen van ADR-entiteiten, conferenties, studies, academische publicaties.

(12)

   Zie onder punt 3 c).

(13)

   Zie artikel 5, lid 1, van de ADR-richtlijn. Deze bepaling verplicht de lidstaten niet alleen te zorgen voor de beschikbaarheid van een omvattende nationale infrastructuur van ADR-entiteiten, maar ook te bevorderen dat consumenten toegang hebben tot die infrastructuur.

(14)

   De kwaliteitseisen zijn vastgesteld in hoofdstuk II van de richtlijn (artikelen 5 tot 12).

(15)

   Zie artikel 13 van de ADR-richtlijn.

(16)

   Publiek of privaat.

(17)

   Publiek, privaat of gemengd.

(18)

   D.w.z. of de ADR-entiteit geschillen behandelt met alle in de betreffende lidstaat gevestigde handelaren of alleen geschillen met handelaren die in bepaalde regio’s gevestigd zijn, en of de ADR-entiteit consumentengeschillen in alle of slechts enkele detailhandelssectoren behandelt.

(19)

   Klachtencommissie, verzoening, bemiddeling, ombudsman, arbitrage of anders, met inbegrip van combinaties van de genoemde soorten procedures. Opgemerkt zij dat er in de EU geen gemeenschappelijke termen bestaan om verschillende soorten ADR-procedures en de achterliggende concepten van elkaar te onderscheiden. Zo zijn de concepten die met de termen “bemiddeling” of “ombudsman” worden aangeduid, van lidstaat tot lidstaat zeer verschillend. Voor de beschrijving van de verschillende soorten ADR-procedures is bij de ADR-richtlijn daarom uitgegaan van een typologische benadering en is het gebruik van de bovengenoemde termen vermeden (zie artikel 2 van de ADR-richtlijn).

(20)

   De tweede zin van artikel 1 van de ADR-richtlijn verduidelijkt dat, hoewel door de richtlijn op EU-niveau een systeem van vrijwillige ADR wordt opgezet, het de lidstaten vrijstaat deelname aan ADR-procedures op nationaal niveau verplicht te stellen, mits de betreffende nationale wetgeving de partijen er niet van weerhoudt hun recht op toegang tot het gerechtelijk stelsel uit te oefenen.

(21)

   De uitkomst van een ADR-procedure kan bindend zijn, bv. door de werking van het beginsel van kracht van gewijsde (zoals het geval is voor arbitrageprocedures voor consumentengeschillen), doordat de handelaar lid is van een brancheorganisatie waarvan de statuten de leden een dergelijke verbintenis opleggen, of doordat de handelaar een verbintenis jegens de consument is aangegaan (bv. in de verkoopvoorwaarden die de handelaren voor zijn consumentenovereenkomsten gebruikt).

(22)

   Zie artikel 2, lid 3, van de ADR-richtlijn.

(23)

   De achterliggende gedachte is dat de lidstaten in de beste positie verkeren om te beoordelen welk ADR-model in welke sector van de detailhandel het beste werkt, en zodoende waar passend kunnen voortbouwen op hun bestaande tradities met betrekking tot ADR voor consumenten. Vgl. overweging 15 van de ADR-richtlijn.

(24)

   Zie het eerste ODR-verslag, COM(2017) 744 final, blz. 2, voor een indicatief stroomschema van het platform.

(25)

   ODR-contactpunten zijn op grond van de verordening verplicht hun diensten in grensoverschrijdende zaken aan te bieden, maar de lidstaten hebben de keuze om via hun wetgeving ODR-contactpunten te verplichten al hun diensten of een deel van hun diensten ook in binnenlandse zaken aan te bieden.

(26)

   Om een klacht op het Europees ODR-platform te kunnen indienen, moet de consument het e-mailadres van de onlinehandelaar vermelden. Onlinehandelaren die al op het ODR-platform zijn geregistreerd, kunnen door de consument in een lijst worden geselecteerd.

(27)

   Zie artikel 2, lid 2, van de ODR-verordening.

(28)

   De ADR-deskundigengroep bestond uit door de lidstaten aangewezen deskundigen. Ook vertegenwoordigers van EER-landen die geen lidstaat zijn, en van het secretariaat van het Europees Parlement hebben deelgenomen aan alle of een deel van de vergaderingen.

(29)

   Eén lidstaat heeft zijn aanvankelijke wetgeving ingetrokken en nieuwe uitvoeringswetgeving aangenomen, die volledig aan de eisen voldeed. In de tweede EU Pilot werd de aanvankelijke bezorgdheid van de Commissie verminderd door de dialoog met de lidstaat.

(30)

   De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft daarom een procedure tegen IJsland ingeleid bij het EVA-Hof.

(31)

   Bijvoorbeeld in Oostenrijk.

(32)

   Bijvoorbeeld in Polen, waar de uitvoeringswetgeving vereist dat de energietoezichthouder, het bureau voor elektronische communicatie, de financiële toezichtautoriteit, de financiële ombudsman, het bureau voor spoorwegvervoer en de handelsinspectiedienst ADR-diensten verlenen en als ADR-entiteit worden gecertificeerd.

(33)

   Bijvoorbeeld in Frankrijk. Procedures waarbij de consument een verplichte oplossing wordt opgelegd of die de consument het recht op toegang tot het gerechtelijk stelsel ontnemen, zijn in de Duitse wetgeving uitgesloten.

(34)

   Bijvoorbeeld Spanje en Frankrijk.

(35)

   Vgl. voetnoot 32. De met ADR belaste personen bij de Poolse financiële ombudsman moeten bijvoorbeeld over een diploma in de rechten of van het hoger economisch onderwijs beschikken.

(36)

De gids is beschikbaar via http://publicapps.caa.co.uk/docs/33/CAP1324-July2018-Feb2019Amends-FINAL.PDF

(37)

   Op een beperkt aantal punten bestaan er nog leemten in de ADR-dekking.

(38)

   In sommige lidstaten kunnen de ADR-entiteiten die als vangnet fungeren, ook geschillen behandelen die onder de ADR-dekking van een sectorspecifieke ADR-entiteit vallen.

(39)

   De lidstaten die meerdere nationale bevoegde autoriteiten hebben aangewezen, zijn Duitsland, Spanje, Italië, Litouwen, Nederland, Oostenrijk en het VK.

(40)

   Bv. door nationale ADR-vergaderingen te houden waaraan alle gecertificeerde ADR-entiteiten in de betrokken lidstaat deelnemen.

(41)

   Een voorbeeld is België, waar de nationale bevoegde autoriteit eenmaal per jaar “volledige audits” bij twee gecertificeerde ADR-entiteiten en “mini-audits” bij alle andere gecertificeerde ADR-entiteiten uitvoert. Bij een volledige audit wordt de naleving van alle kwaliteitseisen beoordeeld, en bij een mini-audit wordt de naleving van de toegankelijkheids- en transparantievereisten beoordeeld door de websites en jaarverslagen van de ADR-entiteit te bestuderen en te controleren hoe het personeel wordt opgeleid. Zie Biard, A., On the Road to High-Quality Consumer ADR: the Belgian Experience, nog niet gepubliceerd, sub 1.3.

(42)

   Een voorbeeld is Italië, waar het ministerie van Economische Ontwikkeling, de nationale bevoegde autoriteit die fungeert als enig contactpunt voor de Commissie, regelmatige coördinatie- en sturingsbijeenkomsten (“Tavolo di Coordinamento e di Indirizzo”) met de andere Italiaanse nationale bevoegde autoriteiten houdt.

(43)

   Zoals aangegeven door handelaren tijdens de ADR Assembly 2018 en andere door de Commissie georganiseerde ADR/ODR-evenementen voor belanghebbenden. Deze bevinding wordt ondersteund door de mate waarin handelaren het ODR-platform gebruiken en door de feedback van handelaren die bij de ADR/ODR-voorlichtingscampagnes van de Commissie is verzameld. Volgens het scorebord voor consumentenvoorwaarden 2019 van de Commissie (nog niet gepubliceerd) diende 64,6 % van de consumenten hun klacht rechtstreeks bij de detailhandelaar of dienstverlener in – een toename van meer dan 10 procentpunten ten opzichte van 2016.

(44)

   Een voorbeeld zijn de “naming and shaming“-mechanismen die in de Scandinavische landen zijn ontstaan en door bepaalde ADR-entiteiten in Zuid-Europa zijn overgenomen.

(45)

   Volgens de editie van 2017 van het scorebord voor consumentenvoorwaarden is meer dan de helft van de detailhandelaren (55,2 %) bekend met ADR (zie https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/consumer-conditions-scoreboard-2017-edition_en.pdf , blz. 66). De editie van 2019 van het scorebord (nog niet gepubliceerd) toont vergelijkbare waarden.

(46)

   Vgl. bv. Department for Business, Energy & Industrial Strategy (BEIS), Alternative dispute resolution and the court system, eindverslag (april 2018), beschikbaar via: https://assets.publishing.service.gov.uk/government/uploads/system/uploads/attachment_data/file/698442/Final_report_-_Resolving_consumer_disputes.pdf , blz. 2 e.v.

(47)

   In Biard, A., On the Road to High-Quality Consumer ADR: the Belgian Experience, nog niet gepubliceerd, sub 2.2, wordt gesuggereerd dat de naam van de Belgische ADR-entiteit die als vangnet fungeert (“Consumentenombudsdienst/Service de Médiation pour le Consommateur”), mogelijk bijdraagt aan het ontstaan van het beeld onder handelaren dat de ADR-entiteit consumentenbelangen behartigt en daarom partijdig is ten opzichte van de consument.

(48)

   Onderzoek wijst erop dat de beeldvorming bij consumenten over de eerlijkheid van een ADR-procedure ook wordt beïnvloed door factoren die samenhangen met de cultuur van de betreffende lidstaat. Zo hebben Duitse consumenten een voorkeur voor een formele procedure van juridische aard, terwijl Britse consumenten het belangrijker vinden dat er naar hen geluisterd wordt en dat het probleem voor anderen wordt voorkomen. Verder zijn de verwachtingen van consumenten ten aanzien van een ADR-procedure anders wanneer de ADR-entiteit een publiek orgaan is dan wanneer zij een privaat orgaan is. Zie Creutzfeldt, N., Project Report: Trusting the middle-man: Impact and legitimacy of ombudsmen in Europe (2016), beschikbaar via: https://www.law.ox.ac.uk/sites/files/oxlaw/ombuds_project_report_nc_2.pdf .

(49)

   In sommige lidstaten bestaat bijvoorbeeld een sectorspecifieke ADR-entiteit die geschillen betreffende passagiersrechten in de EU (bv. de wettelijke vergoeding voor een vertraagde vlucht) behandelt, terwijl hiermee verband houdende kwesties (bv. betreffende een pakketreis) onder de bevoegdheid vallen van de ADR-entiteit die als vangnet fungeert.

(50)

   Volgens de editie van 2017 van het scorebord voor consumentenvoorwaarden is minder dan een derde van de detailhandelaren (31,8 %) bereid ADR te gebruiken – een toename van 1,6 procentpunt ten opzichte van 2014 (zie https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/consumer-conditions-scoreboard-2017-edition_en.pdf , blz. 66). Het scorebord van 2019 (nog niet gepubliceerd) wijst op een kleine verdere toename met 1,5 procentpunt.

(51)

   Zoals blijkt uit het feit dat het ODR-platform in 42 % van de gevallen de aanzet geeft tot een rechtstreekse onderlinge schikking (zie punt 4 a) 2)), uit de feedback van handelaren die is verzameld bij de ADR/ODR-campagnes van de Commissie, en uit het toenemende aantal consumenten dat rechtstreeks bij de detailhandelaar een klacht indient (zie voetnoot 43).

(52)

   Bijvoorbeeld doordat de handelaar lid is van een brancheorganisatie waarvan de statuten de leden een dergelijke verbintenis opleggen, of doordat de handelaar een verbintenis jegens de consument is aangegaan (bv. in de verkoopvoorwaarden die de handelaren voor zijn consumentenovereenkomsten gebruikt).

(53)

   Bv. een “naming and shaming”-mechanisme.

(54)

   Bv. ADR-entiteiten die als vangnet fungeren, waarbij deelname voor handelaren vrijwillig en kosteloos is.

(55)

    https://www.consumerlawready.eu

(56)

   Art. XVI 2 Wetboek van economisch recht/Code de Droit Économique. Zie Biard, A., On the Road to High-Quality Consumer ADR: the Belgian Experience, nog niet gepubliceerd, sub 1.2.

(57)

   Jouant, N., Le règlement extrajudiciaire des litiges de consommation en Belgique : évolutions, Droit de la consommation – Consumentenrecht nr. 115 (2017), blz. 1 e.v. (blz. 62).

(58)

   Een voorbeeld is België, waar momenteel drie portalen bestaan: Belmed ( https://economie.fgov.be/belmed ), de website van de Consumentenombudsdienst ( https://consumentenombudsdienst.be/nl ) en het onlineportaal Meldpunt ( https://pointdecontact.belgique.be/meldpunt ). Volgens Biard, A., t.a.p., sub 2.1. werd in juni 2018 een wetsvoorstel aan het Belgisch federaal parlement voorgelegd om de drie genoemde onlineportalen samen te voegen tot één portaal, aangezien het bestaan van meerdere portalen gezien wordt als een mogelijke bron van verwarring bij consumenten.

(59)

   Zie Biard, A., t.a.p., sub 2.2.

(60)

   Zie bv. Department for Business, Energy & Industrial Strategy (BEIS), Modernising consumer markets: green paper (2018), beschikbaar via     https://assets.publishing.service.gov.uk/government/uploads/system/uploads/attachment_data/file/699937/modernising-consumer-markets-green-paper.pdf , blz. 51 (punt 152).

(61)

   Zie ook artikel 26, lid 3, van Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (PB L 158 van 14.6.2019, blz. 125) over geschillen tussen huishoudelijke afnemers en elektriciteitsbedrijven.

(62)

   Zie het jaarlijks activiteitenverslag 2018 van het Duitse bemiddelingsorgaan voor openbaar personenvervoer (Schlichtungsstelle für den öffentlichen Personenverkehr – söp), beschikbaar via    
https://soep-online.de/assets/files/14.03._soep_Jahresbericht%202018.pdf , blz. 16.

(63)

   Zie het jaarlijks activiteitenverslag 2018 van het consumentengeschillenbeslechtingsorgaan, https://www.verbraucherschlichtung.at/wp-content/uploads/2019/03/Jahresbericht-Onlineversion.pdf , blz. 22.

(64)

   Zie Creutzfeld, N./Steffek, F., Zwischenbericht zur Funktionsweise der Allgemeinen Verbraucherschlichtungsstelle, Deutscher Bundestag, Drucksache 19/6890 van 20.12.2018.

(65)

   Zie Deutscher Bundesrat, Drucksache 197/1/19 van 27.5.2019, blz. 7 (paragraaf 11).

(66)

   Bij de testprocedures waren 120 door de lidstaten aangewezen ODR-deskundigen, consumentenorganisaties, brancheorganisaties en het Europees Gehandicaptenforum betrokken. De verschillende koppelingen van het platform werden getest op basis van praktijkscenario’s; de ontvangen feedback werd direct gebruikt bij de ontwikkeling van het platform. Zie het eerste ODR-verslag, COM(2017) 744 final, blz. 3.

(67)

   Zie het eerste ODR-verslag, COM(2017) 744 final, blz. 2, voor een indicatief stroomschema van het platform.

(68)

   Aangezien IJsland de ADR-richtlijn nog niet heeft uitgevoerd (zie punt 3 a) hierboven), heeft het nog geen ADR-entiteiten aangemeld. Daarom kan het platform geen geschillen tegen in IJsland gevestigde handelaren naar een ADR-entiteit doorgeleiden.

(69)

   De verslagen zijn beschikbaar via https://ec.europa.eu/consumers/odr/main/?event=main.statistics.show .

(70)

   Zie het eerste en tweede ODR-verslag van de Commissie, t.a.p. De conclusies worden bevestigd door gegevens over het gebruik van het platform, ad-hocenquêtes, en vaste enquêtes bij afsluiting van een klacht op het ODR-platform.

(71)

   IJsland heeft nog geen ODR-contactpunt aangewezen (vgl. punt 3 e)).

(72)

   Frankrijk, Liechtenstein, Litouwen, Polen, Slovenië, Slowakije en Finland.

(73)

   Duitsland, Ierland, Letland, Finland en Zweden. In sommige van deze lidstaten (bv. Zweden) begeleidt het ODR-contactpunt platformgebruikers met binnenlandse geschillen wel door hen door te verwijzen naar het juiste nationale of regionale orgaan. In Duitsland heeft de Bondsregering een wetsontwerp ingediend dat de bevoegdheden van het ODR-contactpunt moet uitbreiden tot binnenlandse geschillen, zie Deutscher Bundesrat, Drucksache 197/19 van 26.4.2019, blz. 6 (punt 13).

(74)

   Zie artikel 7, leden 3 en 4, van de ODR-verordening.

(75)

   Binnen deze groep landen gelden alleen in Cyprus en Slowakije beperkingen ten aanzien van de diensten die het ODR-contactpunt in binnenlandse zaken moet aanbieden: in Cyprus verstrekt het ODR-contactpunt geen informatie over algemene ADR-regels, en in Slowakije verstrekt het ODR-contactpunt geen algemene informatie over consumentenrechten in binnenlandse zaken.

(76)

   85 % van de vragen is afkomstig van consumenten en 13 % van handelaren. Slechts een zeer klein aantal vragen is afkomstig van een ADR-entiteit of een ander ODR-contactpunt (elk 1 %). In de meeste landen is deze verdeling ongeveer gelijk, op enkele uitzonderingen na: Litouwen (47 % vragen van handelaren) of het Verenigd Koninkrijk (99 % vragen van consumenten). De meeste vragen (79 %) werden buiten het systeem gesteld (d.w.z. per e-mail of telefoon), ook als ze betrekking hadden op een specifieke zaak die op het platform was ingediend.

(77)

   28 % van de onlinehandelaren voorzag in een link naar het ODR-platform, met aanzienlijke verschillen per lidstaat en detailhandelssector en naargelang van de omvang van de onlinewinkel.

(78)

   PB L 351 van 20.12.2012, blz. 1.

(79)

   Zie artikel 17 e.v. van Verordening (EU) nr. 1215/2012.

(80)

   PB L 110 van 1.5.2009, blz. 30.

(81)

   Zie COM(2018) 184 final.

(82)

   PB L 199 van 31.7.2007, blz. 1, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2015/2421 (PB L 341 van 24.12.2015, blz. 1).

(83)

   PB L 399 van 30.12.2006, blz. 1, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2015/2421 (t.a.p.).

(84)

   Hoewel beide instrumenten niet uitsluitend betrekking hebben op consumentengeschillen, kunnen zij doeltreffende middelen vormen voor de privaatrechtelijke handhaving van consumentenrechten. Voor beide instrumenten zijn in beginsel de bevoegdheidsregels van Verordening (EU) nr. 1215/2012 van toepassing; voor de Europese betalingsbevelprocedure voorziet artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1896/2006 in aanvullende bescherming, aangezien alle vorderingen tegen consumenten alleen kunnen worden ingesteld in de lidstaat waar de consument woont.

(85)

   PB L 345 van 27.12.2017, blz. 1. De verordening zal met ingang van 17 januari 2020 het huidige samenwerkingsmechanisme vervangen dat door Verordening (EG) nr. 2006/2004 is ingesteld.