Bijlagen bij COM(2019)198 - EU-scorebord voor justitie 2019

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2019)198 - EU-scorebord voor justitie 2019.
document COM(2019)198 EN
datum 26 april 2019
Annex-1.pdf">http://www.juradmin.eu/images/media_kit/aca_surveys/Transversal-Analysis---Annex-1.pdf

(73) De gegevens van 2018 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels.
(74) Artikel 47, lid 3, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
(75) De lidstaten gebruiken verschillende methoden voor de vaststelling van de drempel om in aanmerking te komen voor rechtsbijstand, bijvoorbeeld verschillende referentieperioden (maand-/jaarinkomen). Ongeveer de helft van de lidstaten hanteert ook een drempel met betrekking tot het persoonlijke vermogen van de aanvrager. In deze grafiek wordt daarmee geen rekening gehouden. In BE, IE, ES, FR, HR, HU, LT, LV, LU en NL hebben bepaalde categorieën personen (bv. personen die een bepaalde uitkering genieten) automatisch recht op rechtsbijstand in burgerlijke en handelsgeschillen. Aanvullende criteria die de lidstaten kunnen hanteren, zoals de grond van de zaak, zijn niet in deze grafiek verwerkt. Hoewel niet direct gerelateerd aan de grafiek, moet worden opgemerkt dat in verscheidene lidstaten (AT, CZ, DE, DK, EE, ES, FR, IT, NL, PL, PT, SI, UK(EW)) rechtsbijstand niet beperkt is tot natuurlijke personen.
(76) Om vergelijkbare gegevens te verzamelen, is de desbetreffende Eurostat-armoedegrens van elke lidstaat uitgedrukt in maandinkomen. De armoederisicodrempel is vastgesteld op 60 % van het nationaal mediaan equivalent besteedbaar inkomen van huishoudens. European Survey on Income and Living Conditions, Eurostat-tabel ilc_li01, beschikbaar op: http://ec.europa.eu/eurostat/web/income-and-living-conditions/data/database
(77) De gegevens van 2018 zijn verzameld via de antwoorden van CCBE-leden op een vragenlijst die was gebaseerd op het volgende specifieke scenario: een geschil van een consument met een bedrijf (de vordering heeft twee verschillende waarden: 6 000 EUR en de Eurostat-armoedegrens van elke lidstaat). Aangezien de voorwaarden voor rechtsbijstand afhangen van de persoonlijke situatie van de aanvrager, is het volgende scenario gebruikt: een werkende alleenstaande van 35 jaar zonder gezinslasten en rechtsbijstandsverzekering, met regelmatige inkomsten en een huurwoning.
(78) De gegevens hebben betrekking op inkomensgrenzen van 2018 en zijn verzameld via de antwoorden van CCBE-leden op een vragenlijst die was gebaseerd op het volgende specifieke scenario: een geschil van een consument met een bedrijf (de vordering heeft twee verschillende waarden: 6 000 EUR en de Eurostat-armoedegrens van elke lidstaat).
(79)

     De gegevens hebben betrekking op 2017. De uitrustingsgraad, variërend van 100 % (apparatuur volledig ingezet) tot 0 % (geen apparatuur voorhanden), geeft de functionele aanwezigheid van de apparatuur in rechtbanken aan. In de grafiek wordt dit weergegeven volgens de volgende schaal: 100 % = 4 punten indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 1,33 punten per rechtsgebied; 50-99 % = 3 punten indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 1 punt per rechtsgebied; 10-49 % = 2 punten indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 0,66 punt per rechtsgebied; 1-9 % = 1 punt indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 0,33 punt per rechtsgebied. Het rechtsgebied betreft het soort geschil dat wordt behandeld (burgerlijk recht/handelsrecht, strafrecht, bestuursrecht of anders).

(80) De gegevens van 2018 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels.
(81) Zie Handboek van beste praktijken voor het beheer van hooggerechtshoven in het kader van het project Hooggerechtshoven als garantie voor de doeltreffendheid van rechtsstelsels ("Supreme Courts as guarantee for effectiveness of judicial systems"), blz. 29.
(82) Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over beste praktijken voor de onlinepublicatie van rechterlijke beslissingen (PB C 362 van 8.10.2018, blz. 2).
(83) https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/open-data  
(84) De gegevens van 2018 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels.
(85) De gegevens van 2018 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels.
(86) De methoden voor het aanmoedigen en stimuleren van het gebruik van ADR behelzen niet de verplichting om ADR te gebruiken alvorens een rechtszaak aan te spannen. Het is immers niet zeker of een dergelijke verplichting in overeenstemming is met het recht op een doeltreffende voorziening in rechte zoals neergelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
(87) De gegevens van 2018 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels.
(88) De totale (werkelijke) algemene overheidsuitgaven voor het beheer, de werking en de ondersteuning van administratieve, civiele en strafrechtbanken en het rechtsstelsel, inclusief de inning van boetes en de tenuitvoerlegging van door de rechter opgelegde schikkingen en de werking van systemen voor voorwaardelijke invrijheidstelling en rechtsbijstand, alsook juridische vertegenwoordiging en juridisch advies van overheidswege of namens anderen, door de overheid gefinancierd of in de vorm van diensten verstrekt, met uitzondering van het gevangeniswezen (gegevens van de nationale rekeningen, classificatie van overheidsfuncties (COFOG), groep 03.3), Eurostat-tabel gov_10a_exp, beschikbaar op: http://ec.europa.eu/eurostat/data/database
(89) De gegevens zijn verzameld aan de hand van een geactualiseerde vragenlijst die door de Commissie in nauwe samenwerking met het ENJC is opgesteld. Antwoorden van lidstaten die geen raad voor de rechtspraak hebben, werden verkregen in samenwerking met het netwerk van voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de Europese Unie.
(90) Beloning van werknemers omvat lonen in geld of in natura (D.11) en werkelijke en toegerekende sociale premies ten laste van werkgevers (D.121 en D.122). Zie: https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php?title=Glossary:Compensation_of_employees
(91) Intermediair verbruik is een begrip dat in nationale rekeningen wordt gebruikt en dat de waarde van de goederen en diensten meet die als input in het productieproces worden gebruikt. Hiervan uitgesloten zijn vaste activa , waarvan het verbruik als verbruik van vaste activa wordt geregistreerd. De goederen en diensten kunnen tijdens het productieproces worden verwerkt in andere producten of volledig worden verbruikt. Zie https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php?title=Glossary:Intermediate_consumption
(92) Bruto-investeringen in vaste activa, afgekort als BIVA, bestaan uit de gedurende een bepaalde periode door ingezeten producenten verrichte investeringen, verminderd met desinvesteringen, in vaste activa . Daartoe behoren ook bepaalde toevoegingen aan de waarde van niet-geproduceerde activa die zijn gerealiseerd door producerende of institutionele eenheden. Vaste activa zijn alle als output van productieprocessen voortgebrachte materiële of immateriële activa die langer dan een jaar herhaaldelijk of voortdurend worden gebruikt. Zie https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php?title=Glossary:Gross_fixed_capital_formation_(GFCF)
(93) Gegevens over 2018. Databank met genderstatistieken van het Europees Instituut voor gendergelijkheid, beschikbaar op: http://eige.europa.eu/lt/gender-statistics/dgs/indicator/wmidm_jud_natcrt__wmid_natcrt_supcrt
(94) Gegevens voor 2017 verzameld in samenwerking met het Europees netwerk voor justitiële opleiding en de CEPEJ.
(95) Gegevens voor 2017 verzameld in samenwerking met het Europees netwerk voor justitiële opleiding en de CEPEJ. Rechterlijke vaardigheden omvatten activiteiten als het houden van een hoorzitting, het opstellen van uitspraken of oefening in retoriek.
(96) De gegevens van 2018 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels.
(97) Gegevens voor 2017.
(98) Gegevens voor 2017. De uitrustingsgraad, variërend van 100 % (apparatuur volledig ingezet) tot 0 % (geen apparatuur voorhanden), geeft de functionele aanwezigheid van de apparatuur in rechtbanken aan. In de grafiek wordt dit weergegeven volgens de volgende schaal: 100 % = 4 punten indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 1,33 punten per rechtsgebied; 50-99 % = 3 punten indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 1 punt per rechtsgebied; 10-49 % = 2 punten indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 0,66 punt per rechtsgebied; 1-9 % = 1 punt indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 0,33 punt per rechtsgebied. Het rechtsgebied betreft het soort geschil dat wordt behandeld (burgerlijk recht/handelsrecht, strafrecht, bestuursrecht of anders).
(99) De gegevens van 2017 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels.
(100)    De gegevens van 2017 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels.
(101)      In het EU-scorebord voor justitie gaan de normen inzake tijdslimieten en termijnen verder dan de eisen die voortvloeien uit het recht op behandeling van een zaak binnen een redelijke termijn, zoals verankerd in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU en in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.
(102)    De gegevens van 2018 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels.
(103)    De gegevens van 2018 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels.
(104)    De gegevens van 2018 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels.
(105)    Het gebruik van kunstmatige intelligentie in rechtsstelsels is een actueel thema geworden. In april 2018 heeft de Commissie de Mededeling over kunstmatige intelligentie voor Europa (COM(2018) 237 final) vastgesteld; Daarin wordt het belang benadrukt van investeringen in belangrijke toepassingsgebieden zoals het openbaar bestuur, waaronder justitie. In de komende jaren kan in het EU-scorebord voor justitie een overzicht van de situatie in de lidstaten worden opgenomen. De grafieken 26 en 43 (regelingen voor onlinepublicatie van beslissingen en methoden voor de kwaliteit van beslissingen) bevatten al gegevens over factoren die cruciaal zijn voor de ontwikkeling van een sterke "legal tech"-industrie in Europa.
(106)      Zie http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:12012P/TXT&from=NL
(107)      Eurobarometer-enquête FL474, uitgevoerd tussen 9 en 11 januari 2019. Antwoorden op de vraag: "Voor zover u op de hoogte bent, hoe zou u het rechtsstelsel in (ons land) beoordelen wat betreft de onafhankelijkheid van gerechten en rechters? Zou u het zeer goed, tamelijk goed, tamelijk slecht of zeer slecht noemen?", zie: https://ec.europa.eu/info/strategy/justice-and-fundamental-rights/effective-justice/eu-justice-scoreboard_en
(108)      Eurobarometer-enquête FL474; antwoorden op de vraag: "Kunt u zeggen in hoeverre elk van de volgende redenen uw evaluatie van de onafhankelijkheid van het rechtsstelsel in (ons land) verklaart: in hoge mate, enigszins, niet echt, in het geheel niet?"
(109)      Eurobarometer-enquête FL475, uitgevoerd tussen 7 januari en 16 januari 2019. Antwoorden op de vraag: "Voor zover u op de hoogte bent, hoe zou u het rechtsstelsel in (ons land) beoordelen wat betreft de onafhankelijkheid van gerechten en rechters? Zou u het zeer goed, tamelijk goed, tamelijk slecht of zeer slecht noemen?", zie: https://ec.europa.eu/info/strategy/justice-and-fundamental-rights/effective-justice/eu-justice-scoreboard_en
(110)      Eurobarometer-enquête FL475; antwoorden op de vraag: "Kunt u zeggen in hoeverre elk van de volgende redenen uw evaluatie van de onafhankelijkheid van het rechtsstelsel in (ons land) verklaart: in hoge mate, enigszins, niet echt, in het geheel niet?"
(111)    Het Economisch Wereldforum (WEF) baseert zijn indicator op antwoorden op een enquête waarin de vraag werd gesteld: "In hoeverre is het gerechtelijk apparaat in uw land onafhankelijk van invloeden van de overheid, personen of ondernemingen? [1 = volstrekt niet onafhankelijk; 7 = volstrekt onafhankelijk]". De enquête werd beantwoord door steekproefsgewijs geselecteerde representatieve ondernemingen uit alle lidstaten in kwestie, die de voornaamste sectoren van de economie (landbouw, verwerkende industrie, niet-verwerkende industrie en dienstensector) vertegenwoordigen. Het onderzoek is op verschillende wijzen uitgevoerd, onder andere door persoonlijke of telefonische interviews met directeuren, door middel van via e-mail verzonden formulieren en online-enquêtes. Zie https://www.weforum.org/reports/the-global-competitveness-report-2018  
(112)      Zie Hof van Justitie van de Europese Unie, arrest van 25 juli 2018, LM, C-216/18 PPU, ECLI:EU:C:2018:586, punt 66. Zie ook de punten 46 en 47 van Aanbeveling CM/Rec(2010)12 over "rechters: onafhankelijkheid, bekwaamheid en verantwoordelijkheid" (vastgesteld door het Comité van ministers van de Raad van Europa op 17 november 2010) en de bijlage daarbij, waarin is bepaald dat de autoriteit die beslist over de selectie en loopbaan van rechters onafhankelijk moet zijn van de uitvoerende macht en de wetgevende macht. Om deze onafhankelijkheid te waarborgen, moet ten minste de helft van de leden van de autoriteit uit rechters bestaan die door hun confraters zijn aangeduid. Indien echter op grond van de grondwet of andere wettelijke bepalingen het staatshoofd, de regering of de wetgevende macht moet beslissen over de selectie en loopbaan van de rechters, moet een onafhankelijke en competente autoriteit die in grote mate voortkomt uit de rechterlijke macht (onverminderd de voorschriften die van toepassing zijn op de raden voor de rechtspraak in hoofdstuk IV) de bevoegdheid krijgen om aanbevelingen te doen of adviezen te geven die in de praktijk worden opgevolgd door desbetreffende benoemingsautoriteit. 
(113)    Zie Aanbeveling CM/Rec(2010)12, "rechters: onafhankelijkheid, bekwaamheid en verantwoordelijkheid", vastgesteld door het Comité van ministers van de Raad van Europa op 17 november 2010 en de bijlage daarbij (hierna: "Aanbeveling CM/Rec(2010)12" genoemd).
(114)      De cijfers zijn gebaseerd op de antwoorden op een geactualiseerde vragenlijst die de Commissie in nauwe samenwerking met het ENCJ heeft opgesteld. Antwoorden op de geactualiseerde vragenlijst van lidstaten die geen raad voor de rechtspraak hebben, geen lid zijn van het ENCJ of wier lidmaatschap van het ENCJ is opgeschort (CZ, DE, EE, CY, LU, AT, PL en FI), zijn verkregen in samenwerking met het netwerk van voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de EU.
(115)      De cijfers zijn gebaseerd op de antwoorden op een geactualiseerde vragenlijst die door de Commissie in nauwe samenwerking met de Deskundigengroep witwassen en terrorismefinanciering is opgesteld.
(116)      Zie Hof van Justitie van de Europese Unie, arrest van 25 juli 2018, LM, C-216/18 PPU, ECLI:EU:C:2018:586, punt 67.
(117)      Zie Hof van Justitie van de Europese Unie, arrest van 25 juli 2018, LM, C-216/18 PPU, ECLI:EU:C:2018:586, punt 67.
(118)      Zie Hof van Justitie van de Europese Unie, arrest van 5 juli 2016, Ognyanov, C-614/14, ECLI:EU:C:2016:514, punt 17.
(119)      Zie Hof van Justitie van de Europese Unie, arrest van 5 juli 2016, Ognyanov, C-614/14, ECLI:EU:C:2016:514, punt 25.
(120)      Zie Hof van Justitie van de Europese Unie, beschikking van 12 februari 2019, RH, C-8/19, ECLI:EU:C:2019:110, punt 47.
(121)      Punt 69 van Aanbeveling CM/Rec(2010)12.
(122)      Punt 66 van Aanbeveling CM/Rec(2010)12.
(123)      Punt 69 van Aanbeveling CM/Rec(2010)12.
(124)      De gegevens zijn verzameld aan de hand van een geactualiseerde vragenlijst die door de Commissie in nauwe samenwerking met het ENJC is opgesteld. Antwoorden op de geactualiseerde vragenlijst van lidstaten die geen raad voor de rechtspraak hebben, geen lid zijn van het ENCJ of wier lidmaatschap van het ENCJ is opgeschort, zijn verkregen in samenwerking met het NPSC.
(125)      De gegevens zijn verzameld aan de hand van een geactualiseerde vragenlijst die door de Commissie in nauwe samenwerking met het ENJC is opgesteld. Antwoorden op de geactualiseerde vragenlijst van lidstaten die geen raad voor de rechtspraak hebben, geen lid zijn van het ENCJ of wier lidmaatschap van het ENCJ is opgeschort, zijn verkregen in samenwerking met het NPSC.
(126)      Aanbeveling CM/Rec(2010)12, punt 27; zie ook punt C, onder ii), van het actieplan van de Raad van Europa van 2016; advies nr. 10 (2007) van de Adviesraad van Europese rechters (CCJE) ter attentie van het Comité van ministers van de Raad van Europa inzake de Raad voor Justitie ten dienste van de samenleving, punt 27; en het verslag 2010-11 "Raden voor Justitie" van het Europees netwerk van Raden voor de rechtspraak, punt 2.3.
(127)      De gegevens zijn verzameld aan de hand van een geactualiseerde vragenlijst die door de Commissie in nauwe samenwerking met het ENJC is opgesteld.
(128)      PB L 190 van 18.7.2002, blz. 1.
(129)      Hof van Justitie van de Europese Unie, arrest van 10 november 2016, Openbaar Ministerie tegen Ruslanas Kovalkovas, zaak C-477/16 PPU, punten 34 en 36, ECLI:EU:C:2016:861; arrest van 10 november 2016, Openbaar Ministerie tegen Halil Ibrahim Özçelik, C453/16 PPU, ECLI:EU:C:2016:860, punten 32 en 34. Zie ook advies nr. 13 (2018) over onafhankelijkheid, verantwoordingsplicht en ethiek van openbare aanklagers, vastgesteld door de Adviesraad van Europese openbare aanklagers (CCPE), aanbeveling xii.
(130)      CDL-AD(2010)040-e Verslag over Europese normen voor de onafhankelijkheid van het gerechtelijk apparaat: Deel II — het Openbaar Ministerie — aangenomen door de Commissie van Venetië tijdens haar 85e plenaire vergadering (Venetië, 17-18 december 2010), punt 26.
(131)      Aanbeveling Rec(2000)19 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa over de rol van het openbaar ministerie in het strafrechtstelsel van 6 oktober 2000 (de Aanbeveling van 2000), punt 4.
(132)      De Aanbeveling van 2000, punten 11 en 13. Zie ook advies nr. 13 (2018) over onafhankelijkheid, verantwoordingsplicht en ethiek van openbare aanklagers, vastgesteld door de Adviesraad van Europese openbare aanklagers (CCPE), aanbevelingen i en iii.
(133)      De Aanbeveling van 2000, punt 13, letter c).
(134)      De Aanbeveling van 2000, punt 13, letter d).
(135)      De Aanbeveling van 2000, punt 13, letter f). Zie ook advies nr. 13 (2018) over onafhankelijkheid, verantwoordingsplicht en ethiek van openbare aanklagers, vastgesteld door de Adviesraad van Europese openbare aanklagers (CCPE), aanbeveling iv.
(136)      De Aanbeveling van 2000, punt 34.
(137)      Zo kan de procureur-generaal een rol spelen in organen die verantwoordelijk zijn voor beslissingen ten aanzien van openbare aanklagers, ook als hij dergelijke beslissingen niet rechtstreeks neemt.
(138)      Zie voetnoot 73.