Bijlagen bij COM(2013)734 - Ontmanteling nucleaire installaties en beheer kernafval: verplichtingen ten gevolge van activiteiten van het JRC ikv het Euratom Verdrag

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE 1), met daarbij de hierna volgende opmerkingen. De voornaamste met het programma samenhangende problemen en de in dat verband op te zetten acties worden eveneens besproken.

5.1.        JRC-Ispra (Italië)

Het JRC-Ispra heeft een herevaluatie gemaakt van zijn ontmantelings‑ en afvalbeheer­programma. Alle lopende en toekomstige projecten zijn opnieuw geëvalueerd, met een realistische raming van de desbetreffende kosten. Het tijdschema voor de tenuitvoerlegging van de verschillende projecten is geïntegreerd in een 'master plan'.

JRC-Ispra is momenteel gestart met de uitwerking van gedetailleerde ontmantelingsplannen per nucleaire installatie.

JRC-Ispra-begroting 2014-2020 en na 2020 (zie BIJLAGE 1)

In de in BIJLAGE 1 gegeven begrotingstabel voor Ispra is de prognose voor de kostenverdeling, als geraamd in 2008 met de huidige actualisering, samengevat waarbij alle waarden inflatiegecorrigeerd zijn (in miljoen EUR2012).

In de 2008-prognose is een geleidelijke toename van de ontmantelingsbegroting over de periode 2014-2020 voorzien, meer bepaald gezien de start van de daadwerkelijke ontmanteling van de grote nucleaire installaties en de behandeling van het daaruit voortkomende afval. De huidige cijfers liggen aanzienlijk lager: voor de periode 2014-2020 is momenteel een totale begroting van 172,9 miljoen EUR2012 toegewezen. Sommige projecten worden uitgesteld tot na 2020 en naar verwachting zal het programma slechts in 2030 kunnen worden afgerond (in plaats van in 2028 zoals voorzien in 2008). Dit nieuwe tijdschema resulteert in een toename van de vereiste begroting in de periode na 2020. Er zal nog 332,7 miljoen EUR2012 nodig zijn voor de resterende ontmantelingsprojecten (197,0 miljoen EUR2012) en voor de aanleg van een reserve (135,7 miljoen EUR2012) voor de toekomstige vergoedingen voor de definitieve berging van het afval en voor eventuele wijzigingen van de afvalaanvaardingscriteria overeenkomstig het bepaalde in de schikkingsovereenkomst.

In vergelijking met de 2008-prognose neemt de totale resterende begroting, vereist voor de afronding van het JRC-Ispra programma (2014-2020 plus na 2020), toe met 8%, van 468,3 miljoen EUR2012 tot 505,6 miljoen EUR2012. Dit is gedeeltelijke een gevolg van geschrapte uitgaven voor projecten die in de periode 2008-2012 niet zijn gerealiseerd (zie afdeling 3.5) en herevaluaties met betrekking tot toekomstige projecten, maar kan ook worden verklaard door de langlopender kosten voor het in veilige staat houden van installaties gedurende een langere tijdsperiode.

Elk verder uitstel van het hele programma zou aanvullende kosten met zich meebrengen, geraamd tussen 5 en 7 miljoen EUR2012 per jaar, voor de veilige instandhouding van de installaties gedurende een langere tijd.

JRC-Ispra-programma: vastgestelde problemen en geplande acties

De voornaamste problemen bij de uitvoering van het JRC-Ispra-programma en de in dat verband opgezette acties kunnen als volgt worden samengevat:

(1) Het stappenplan voor de uitvoering van het bepaalde in de schikkingsovereenkomst moet door de Italiaanse regering worden vastgesteld.

De schikkingsovereenkomst met de Italiaanse regering is in 2009 ondertekend. Tenuitvoerlegging van deze overeenkomst is essentieel om de onzekerheid met betrekking tot de uitvoering van het Ispra-ontmantelingsprogramma omlaag te brengen. Hoewel was gepland de overdracht van de vergunning voor de Ispra-1-reactor binnen één jaar na de ondertekening van de overeenkomst tot stand te brengen, is deze fase nog steeds niet uitgevoerd.

EG en JRC-acties: er zijn gesprekken aan de gang tussen de Europese Commissie en de Italiaanse regering. In afwachting van de uitvoering van de overeenkomst heeft het JRC reeds een boekhoudingssysteem uitgewerkt om de specifieke uitgaven voor de veilige instandhouding van de Ispra-1-reactor te kunnen berekenen.

(2) Het regelgevend vergunningsproces moet beter op één lijn worden gebracht met de behoeften van het JRC-Ispra-programma.

Hoewel er de afgelopen jaren aanzienlijke vooruitgang is geboekt, heeft het JRC-Ispra-programma enige vertraging opgelopen ten opzichte van het in 2008 verwachte tijdschema. De huidige vertraging is voornamelijk een gevolg van het ingewikkelde vergunningsproces.

JRC-acties: er is contact opgenomen met de Italiaanse veiligheidsautoriteiten teneinde betere prognoses te kunnen maken van de tijdschema's met betrekking tot de beoordeling van de veiligheidsbestanden. In parallel heeft het JRC specifieke organisatorische maatregelen geïdentificeerd waarmee het hele proces kan worden gestroomlijnd.

(3) De resterende onzekerheden inzake de toekomstige afvalvolumes van het JRC-Ispra en de desbetreffende kosten voor de definitieve berging daarvan zijn verminderd.

De verwachte afvalvolumes ten gevolge van de toekomstige ontmantelingsactiviteiten zijn gebaseerd op de best mogelijke ramingen. Ten gevolge van de situatie in Italië zijn de afvaltarieven momenteel bovendien nog niet bekend. De combinatie van de onzekerheid over het totale afvalvolume en de onzekerheid over de afvalverwijderingstarieven kan leiden tot een significante aanpassing van de vereiste reserve, ten opzichte van de huidige in het begrotingsplan voor de periode na 2020 opgenomen reserve.

JRC-acties: JRC-Ispra is begonnen met het opmaken van gedetailleerde ontmantelings­plannen voor de meeste stilgelegde installaties. Deze plannen zullen meer gedetailleerde inventarissen omvatten en zullen de onzekerheden in verband met de afvalvolumes verminderen. Tevens zijn ook de contacten met Sogin (Società Gestione Impianti Nucleari), de onderneming waaraan bij wet de realisering en exploitatie van de toekomstige Italiaanse nationale bergingsfaciliteit is toevertrouwd, geïntensifieerd.

5.2.        JRC-Karlsruhe (Duitsland)

Het JRC-Karlsruhe-project is geherevalueerd op basis van de ervaring die is opgedaan met aan de gang zijnde technische realisaties en op basis van de evolutie van de vergoedingen en bijdragen voor de verwerking, opslag en verwijdering van afval in Duitsland.

Momenteel is er uitsluitend een algemene evaluatie aan de gang van de afvalvolumes die het gevolg zullen zijn van sommige ontmantelingsactiviteiten.

JRC-Karlsruhe-begroting 2014-2020 en na 2020 (zie BIJLAGE 1)

De beschikbare begroting voor de periode 2014-2020 beloopt 37,9 miljoen EUR2012.

Ongeveer de helft van deze begroting (45%) zal naar verwachting worden besteed aan vergoedingen voor het HDB , voor de herconditionering van historisch afval, en voor het BfS, voor de Duitse bergingsfaciliteit (Konrad), als hierboven uiteengezet (zie afdeling 3.2). Die laatste uitgaven komen vroeger dan oorspronkelijk was gepland voor toekomstig afval. Aangezien deze vooruitgeschoven voorziening nog niet was opgenomen in de 2008-prognose voor de periode 2014-2020, is de planning van andere projecten gedurende deze periode aangepast zodat alle uitgaven binnen de beschikbare begroting vallen.

De herevaluatie heeft echter geen effect op het bedrag van de totale resterende begroting voor het programma (2014-2020 plus na 2020), dat nog steeds 368,2 miljoen EUR2012 bedraagt.

JRC-Karlsruhe-programma: vastgestelde problemen en geplande acties

Er moet worden gestreefd naar het verkleinen van de onzekerheden die samenhangen met de afvalvolumes en daarmee verband houdende kosten voor definitieve berging.

Een belangrijk deel van de begroting voor 2014-2020 is bedoeld voor het dekken van de financiële bijdrage van het JRC-Karlsruhe voor de bouw van de Duitse bergingsfaciliteit. Na de bouw zullen die uitgaven teruglopen en vooral nog dienen voor het dekking van de exploitatiekosten en uiteindelijk voor de afsluiting en langetermijnbeveiliging van de locatie. De onzekerheden in verband met deze uitgaven maken het moeilijk om een begroting op jaarbasis op te stellen.

JRC-actie: JRC-Karlsruhe zal onderzoeken of de planning voor de financiering van de bergingsvergoedingen kan worden verbeterd.

5.3.        JRC-Petten (Nederland)

Het buitenbedrijfstellings-/ontmantelingsplan voor de hogefluxreactor in Petten (opgesteld in 2005) is in 2011 bij de tijd gebracht en nader geëvalueerd. De planning voorziet in:

– voorafgaande afvalevaluatie vóór het stilleggen van de reactor en voorbereidende administratieve werkzaamheden;

– na het stilleggen van de reactor, een overgangsfase van ongeveer 3,5 jaar om afkoeling en verwijdering van de splijtstof mogelijk te maken;

– de daadwerkelijke ontmantelingsfase.

De huidige geplande termijn voor de buitenbedrijfstelling is 2021, hoewel deze datum uitsluitend voor planningsdoeleinden wordt gebruikt. De effectieve sluiting is nog niet bevestigd, maar hangt voornamelijk af van het tijdschema voor de bouw van een nieuwe reactor voor de productie van medische isotopen (de "PALLAS"-reactor).

JRC-Petten-begroting 2014-2020 en na 2020 (zie BIJLAGE 1)

Bij de begrotingsactualisering ("update") van 2012 is rekening gehouden met de berekeningen van het herziene ontmantelingsplan. De herevaluatie resulteert in een verhoging van de totale geraamde begroting voor de ontmanteling van de hogefluxreactor (HFR) met ongeveer 20% tot 72,6 miljoen EUR2012. Deze toename kan worden verklaard door de door het JRC-Petten uitgevoerde meer alomvattende evaluatie, waarbij ook rekening is gehouden met alle overheadkosten gedurende de ontmantelingsfase.

Bij de raming is geen rekening gehouden met onzekerheden in verband met:

– het waarborgen van de veilige instandhouding van de HFR gedurende de postexploitatiefase tussen het stilleggen van de reactor en de overdracht van de vergunning, en

– de latere sloop van de gebouwen en het terug in goede staat brengen van de locatie,

die een effect kunnen hebben op de totale JRC-begroting. Er zijn ook geen belangrijke voorzieningen opgenomen in de totale begroting om te compenseren voor eventuele vertragingen en onbekende factoren.

In de begrotingsprognose van 2008 werd een aanname gemaakt inzake de start van de buitenbedrijfstelling/ontmanteling van de HFR en werd daarbij 2015 als referentiedatum gehanteerd (de "werkhypothese"). Bij de huidige actualisering werd deze referentiedatum verschoven naar 2021. Dit verklaart de begrotingsverschuiving voor de periode 2014-2020 voornamelijk naar de periode na 2020. Er zijn echter bepaalde preliminaire uitgaven voorzien ter voorbereiding van het stilleggen van de reactor, voornamelijk voor de radiologische karakterisering met het oog op de toekomstige ontmanteling.

Aangezien de datum voor het stilleggen van de reactor nog niet is vastgelegd, zal het vooruitschuiven, dan wel uitstellen van die datum onvermijdelijk gevolgen hebben voor de uitsplitsing van de begroting zoals momenteel gepland.

Zoals vermeld in afdeling 3.3 draagt het aanvullende programma ook financieel bij aan een specifiek ontmantelingsfonds voor de HFR. De bijdrage is vastgesteld op minimaal 800 000 EUR per jaar en eind 2011 liepen de totale voor dit fonds bijeengebrachte middelen op tot een bedrag van 13,9 miljoen EUR.

JRC-Petten programma: vastgestelde problemen en geplande acties

De onzekerheden wat het JRC-Petten-programma betreft, en de acties die zijn ondernomen om het effect daarvan te milderen, zijn de volgende:

– het is de bedoeling dat, na de toekomstige stillegging van de reactor en het aflopen van een overgangsfase, de desbetreffende vergunning opnieuw wordt overgedragen van de NRG naar de Europese Commissie. Het is belangrijk dat de verplichtingen van beide partijen, Europese Commissie en NRG, en de voorwaarden voor aanvaarding van de installatie op het moment van overdracht van de vergunning duidelijk zijn omschreven;

– in de locatie-overeenkomst tussen de Gemeenschap en de Nederlandse regering is voorzien dat de Europese Commissie de faciliteit opnieuw in eenzelfde situatie brengt als waarin zij zich bevond op het moment van overdracht aan de Commissie. Dit houdt in dat niet expliciet wordt vermeld welke partij verantwoordelijk is voor de sloop van de gebouwen en het herstel van de locatie.

JRC-actie: het JRC zal verder onderzoek doen naar onder meer de gevolgen van de situatie van de faciliteit bij de stillegging ervan en op het einde van de ontmantelingsactiviteit. Het JRC zal streven naar formele overeenkomsten met de betrokken partijen.

5.4.        JRC-Geel (België)

JRC-Geel heeft het algemene buitenbedrijfstellings-/ontmantelingsplan voor zijn nucleaire faciliteiten geactualiseerd. Het plan is gebaseerd op een gedetailleerde fysieke inventaris en bevat ook een raming met betrekking tot de geplande ontmantelingsactiviteiten en de hoeveelheid en het type van het materiaal en het afval dat daarbij zal worden geproduceerd, inclusief de respectieve kosten.

Het IRMM heeft tevens een algemeen ontwikkelingsplan voor de locatie uitgewerkt, waarin de toekomstige renovatie‑ en bouwactiviteiten zijn beschreven. Overeenkomstig dit plan zal een nieuw gemoderniseerd gebouw voor nucleaire activiteiten worden gebouwd (geraamde investering: 10 miljoen EUR). Deze faciliteit zal worden gebruikt voor de overname van de activiteiten van de oudste faciliteit op de locatie, en zal de uitvoering van nucleaire referentiemetingen en de productie van referentiematerialen overeenkomstig de strengste veiligheidsnormen mogelijk maken.

JRC-Geel-begroting 2014-2020 en na 2020

In de begrotingsupdate van 2012 is rekening gehouden met de berekeningen van het herziene ontmantelingsplan. Zodra de nieuwe nucleaire faciliteit zal zijn gebouwd, zal de oude faciliteit worden stilgelegd/ontmanteld, werkzaamheden die vanaf 2020 zouden moeten starten.

Voor de periode na 2020 is een extra begrotingsonderdeel voorzien voor de toekomstige ontmanteling van de nieuwe nucleaire faciliteit (geraamde ontmantelingskosten: 3,4 miljoen EUR). Dit verklaart de toename van de totale begroting met 8,6% tot 42,8 miljoen EUR2012.

Deze totale begroting is een beste raming en er moeten geen grote extra voorzieningen worden ingebouwd om te compenseren voor eventuele vertragingen of onbekende factoren.

5.5.        Geconsolideerde begroting voor alle JRC-locaties

Op basis van de kostenramingen van de vier JRC-locatie is de geconsolideerde totale JRC-begroting voor de resterende termijn van het O&BKA-programma berekend (zie BIJLAGE 1).

In de geconsolideerde tabel is een raming voor de totale resterende begroting opgenomen van 989,2 miljoen EUR2012. In vergelijking met de vorige mededeling is deze raming met 6% verhoogd (nettotoename bovenop de inflatie). Zoals hierboven uiteengezet, is die verhoging voornamelijk het gevolg van de toename van de kosten voor de veilige instandhouding van faciliteiten na het uitstel van projecten in het JRC-Ispra.

Als uitsluitend wordt gekeken naar de periode 2014-2020, ligt de beschikbare begroting van 212,1 miljoen EUR2012 (of 234,3 miljoen EUR in huidige prijzen) aanzienlijk lager dan de in 2008 gemaakte prognose; zoals hierboven reeds gesteld, kan het uiteindelijk overeengekomen bedrag lager liggen, naargelang van het uiteindelijke resultaat van de onderhandelingen over het meerjarig financieel kader voor 2014-2020.

5.6.        Externe evaluatie

Momenteel brengt een 'Groep van onafhankelijke deskundigen' op het gebied van ontmanteling en afvalbeheer bij het JRC advies uit over het beheer van zijn O&BKA-programma. De groep bestaat uit Europese deskundigen, afkomstig uit verschillende lidstaten, en komt twee keer per jaar bijeen.

Een team van drie internationale deskundigen uit deze Groep van onafhankelijke deskundigen heeft tussen april 2011 en april 2012 een grondige evaluatie uitgevoerd. De vier betrokken JRC-locaties hebben verslag uitgebracht over hun voornaamste verwezenlijkingen en hebben geactualiseerde herevaluaties voor de toekomst van het programma verstrekt. Op basis van deze evaluatie hebben de deskundigen een reeks opmerkingen en aanbevelingen geformuleerd. De conclusie van het evaluatieverslag luidt als volgt:

"Op verzoek van het JRC hebben drie externe deskundigen van de 'Groep van onafhankelijke deskundigen' van het JRC O&BKA-programma een evaluatie gemaakt van het programma voor ontmanteling en afvalbeheer van de vier nucleaire JRC-locaties.

Er is een evaluatie gemaakt van de huidige activiteiten en de toekomstige ontmantelingsplannen, onder meer wat de volledigheid, samenhang en haalbaarheid van de verschillende projecten en wat de prognoses voor begrotingen en de redenen voor afwijking van de vorige ramingen betreft, zoals gepresenteerd in vorige mededelingen.

De deskundigen hebben kunnen concluderen dat de activiteiten op de verschillende locaties op het goede spoor zitten, ondanks enkele vertragingen, en dat de plannen en kostenramingen voor toekomstige ontmantelingsactiviteiten op een samenhangende wijze zijn vastgesteld, hoewel er toch verscheidene aanbevelingen zijn geformuleerd, voornamelijk op basis van de internationale ervaring op dit gebied.

De deskundigen vestigen er de aandacht op dat de begrotingscijfers in vele gevallen gebaseerd zijn op aannamen en beste ramingen, met geen of slechts enkele voorzieningen voor het dekken van de onzekerheden. Dit is met name het geval bij projecten voor de langere termijn (na 2020).

De deskundigen hebben er akte van genomen dat er een overeenkomst is ondertekend met de Italiaanse regering die voor de Ispra-locatie aanzienlijk de risico's beperkt die verband houden met de gedeelde historische verplichtingen, alsook met de toekomstige verwijdering van afval uit de locatie en de desbetreffende afvalaanvaardingscriteria. Het is echter fundamenteel dat deze overeenkomst ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd.

De deskundigen hebben er ook akte van genomen dat het plan voor de toekomstige ontmanteling van de hogefluxreactor op de Petten-locatie opnieuw, uitgebreider en meer in detail, is geëvalueerd, hoewel de datum voor de permanente stillegging en de daaropvolgende ontmanteling van de reactor nog steeds niet is vastgelegd. De deskundigen sporen ertoe aan de nodige maatregelen te nemen om de diverse verplichtingen van de betrokken partijen te verduidelijken en de voorwaarden voor de aanvaarding van de reactor bij de start en aan het einde van de toekomstige ontmanteling vast te leggen.

Als algemene opmerking in het kader van deze evaluatie beklemtonen de deskundigen het belang van een gedetailleerde evaluatie van het afval dat naar verwachting zal worden geproduceerd tijdens de ontmanteling en van verder onderzoek naar de technische en beheerstechnische maatregelen die moeten worden genomen om de afvalvolumes te beperken. Dit zal op zijn minst de huidige onzekerheden in verband met de kosten voor de toekomstige verwijdering van het afval verminderen."

Het resultaat van deze evaluatie is verwerkt in de geactualiseerde planning, zoals hierboven gepresenteerd. Er zijn milderings‑ en remediëringsmaatregelen omschreven (zie afdelingen 4.1 tot en met 4.5).

6. Informatie van de Raad van Beheer van het JRC

De Raad van Beheer van het JRC is op de hoogte gesteld van de voorgestelde mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de voortgang van het JRC-programma voor ontmanteling en afvalbeheer. In deze context heeft de Raad van Beheer:

– zijn volledige steun uitgesproken voor de inspanningen van de Commissie om de meest stringente veiligheids‑ en beveiligingsniveaus ten uitvoer te leggen op de verschillende nucleaire locaties van het JRC (Ispra, Karlsruhe, Petten en Geel);

– de relevante autoriteiten van de lidstaten verzocht om alle nodige maatregelen te treffen en besluiten vast te stellen om, binnen hun respectieve bevoegdheidsgebieden, het proces van nucleaire ontmanteling op de nucleaire locaties van het JRC te vergemakkelijken, met name wat de Ispra-schikkings­overeenkomst betreft; dit is een langetermijnproces dat echter geen uitstel verdraagt;

– het JRC verzocht om tweejaarlijks een voortgangsverslag over ontmanteling in te dienen.

7. Conclusies

Sinds de laatste mededeling van 2009 is er aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de tenuitvoerlegging van het O&BKA-programma van het JRC. De aandacht is in de eerste plaats gegaan naar het JRC-Ispra, met de afronding van de ontmanteling van een eerste grote installatie, de verwijdering van afval en nucleair materiaal, het opzetten van verschillende afvalkarakteriseringsfaciliteiten en de start van de bouw van een faciliteit voor tussentijdse opslag.

De strategie voor de beperking van de risico's heeft verschillende verbeteringen opgeleverd, verband houdend met de interne organisatie, alsook de ondertekening, op 27 november 2009, van een schikkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Italiaanse regering met betrekking tot de Ispra-locatie.

Het JRC onderneemt acties om de resterende risico's in te perken, die voornamelijk verband houden met het tijdschema voor tenuitvoerlegging van de schikkingsovereenkomst, de vertragingen ten gevolge van het ingewikkelde vergunningsproces voor het JRC-Ispra, de verwachte op de verschillende locaties geproduceerde afvalstromen en de kosten voor de definitieve verwijdering van dat afval, en de daarmee verband houdende overdrachts­voorwaarden voor de hogefluxreactor van Petten, na de latere stillegging daarvan.

Op basis van de geactualiseerde evaluatie van het programma bedraagt de geconsolideerde raming van de kosten voor het hele O&BKA-programma van het JRC na 2013 alles samen 989,2 miljoen EUR2012.

De buitenbedrijfstellings‑/ontmantelingsstrategieën en de evolutie van de uitgaven worden permanent gemonitord door de O&BKA-stuurgroep van het JRC en worden op gezette tijden onderworpen aan een beoordeling door deskundigen.

Krachtens Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval moeten de lidstaten uiterlijk in augustus 2015 nationale programma's voor het beheer van de onder hun bevoegdheid vallende verbruikte splijtstoffen en radioactieve afvalstoffen vaststellen, van de productie daarvan tot hun berging, en aan de Commissie toezenden. Het JRC is van mening dat de opstelling van nationale programma's zal bijdragen tot een vermindering van de onzekerheden in verband met de afvalaanvaardingscriteria en de kostenramingen.

BIJLAGE 1: Kosten en tijdschema voor het programma

|| JRC-Ispra || JRC-Karlsruhe || JRC-Petten || JRC-Geel || Totaal JRC

|| Prognose in 2008 || 2012-update || Prognose in 2008 || 2012-update || Prognose in 2008 || 2012-update || Prognose in 2008 || 2012-update || Prognose in 2008 || 2012-update || 2012-update*

Jaar || (miljoen EUR2012) || (miljoen EUR2012) || (miljoen EUR2012) || (miljoen EUR2012) || (miljoen EUR2012) || (miljoen EUR2012) || (miljoen EUR2012) || (miljoen EUR2012) || (miljoen EUR2012) || (miljoen EUR2012) || (miljoen EUR huidig)

2014 || 35,1 || 23,9 || 5,4 || 5,9 || || 0,5 || || || 40,5 || 30,3 || 31,5

2015 || 39,5 || 24,1 || 5,4 || 6,0 || 6,1 || 0,2 || || || 51,0 || 30,3 || 32,2

2016 || 34,9 || 24,5 || 5,4 || 5,8 || 6,1 || || || || 46,4 || 30,3 || 32,8

2017 || 37,2 || 25,1 || 5,4 || 5,2 || 9,1 || || || || 51,7 || 30,3 || 33,4

2018 || 27,7 || 25,3 || 5,4 || 5,0 || 9,1 || || || || 42,2 || 30,3 || 34,1

2019 || 47,5 || 25,3 || 5,4 || 5,0 || 9,1 || || || || 62,0 || 30,3 || 34,8

2020 || 57,9 || 24,7 || 4,6 || 5,0 || 9,1 || 0,2 || || 0,4 || 71,6 || 30,3 || 35,5

Totaal 2014-2020 || 279,8 || 172,09 || 37,0 || 37,9 || 48,06 || 0,9 || || 0,4 || 365,4 || 212,1 || 234,3

Na 2020 || 188,5 || 332,7 || 331,2 || 330,3 || 12,1 || 71,7 || 39,4 || 42,4 || 571,2 || 777,1 ||

Totaal (> 2013) || 468,3 || 505,6 || 368,2 || 368,2 || 60,7 || 72,6 || 39,4 || 42,8 || 936,6 || 989,2 ||

* Het definitieve overeengekomen bedrag kan lager liggen naargelang van het uiteindelijke resultaat van de onderhandelingen over het meerjarig financieel kader 2014-2020.

De geactualiseerde mededeling betreffende de kosten van het programma zal worden ingediend bij het Europees Parlement en de Raad na de definitieve vaststelling van het pakket voor het meerjarig financieel kader voor 2014-2020.

[1]               Ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van kernafval: beheer van nucleaire verplichtingen ten gevolge van activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) in het kader van het Euratom-Verdrag - COM(2008) 903 definitief van 12.1.2009.

[2]               Ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van kernafval: beheer van nucleaire verplichtingen ten gevolge van activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) in het kader van het Euratom-Verdrag - COM(2008) 903 definitief van 12.1.2009.

[3]               Dit houdt in dat stilgelegde installaties in een veilige en beveiligde toestand worden gehouden, waarbij een antwoord wordt geboden op de veroudering van installaties of wijzigingen van de nationale en internationale veiligheidsregels. Deze fase gaat de fase van ontmanteling van de installaties vooraf.