Bijlagen bij COM(2011)902 - Ontwerp-verslag 2012 over de uitvoering van het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage).

Daarnaast stelt de Commissie voor om de werkregelingen in het kader van ET 2020 te herzien die vóór de goedkeuring van Europa 2020 en het Europees semester zijn vastgesteld. ET 2020 moet ook beter afgestemd worden op Europa 2020; ET 2020 moet een mechanisme zijn om de belanghebbenden te mobiliseren, om hun betrokkenheid te vergroten en om hun expertise ter ondersteuning van Europa 2020 in te zetten, daarbij ook gebruik makend van het feitenmateriaal en andere gegevens van relevante Europese agentschappen en netwerken[14].

Om de bijdrage van ET 2020 aan Europa 2020 te vergroten, kunnen de governance van ET 2020 en de bijbehorende werkinstrumenten als volgt worden aangepast:

1) De Raad Onderwijs zou tijdens alle vergaderingen in het kader van het Europees en nationaal semester aandacht kunnen besteden aan de onderwijs- en opleidingsdimensie van Europa 2020. Tijdens de vergadering van februari zou de Raad Onderwijs de jaarlijkse groeianalyse in beschouwing kunnen nemen en hierover verslag kunnen uitbrengen aan de Europese Raad in maart. Tijdens de volgende vergadering zou de Raad Onderwijs de gemeenschappelijke kwesties kunnen bestuderen die voortvloeien uit de richtsnoeren van de Europese Raad en kunnen onderzoeken hoe die richtsnoeren via de nationale hervormingsprogramma's ten uitvoer kunnen worden gelegd. Ten slotte zou de Raad Onderwijs in november aandacht kunnen besteden aan de follow-up van de resultaten van het Europees semester.

2) Gezien de geïntegreerde aard van Europa 2020 moet meer aandacht worden besteed aan de intensivering van de samenwerking tussen het Onderwijscomité en de Groep op hoog niveau en de Comités voor de werkgelegenheid, voor de economische politiek en voor de sociale bescherming. Door die samenwerking wordt gewaarborgd dat de activiteiten van ET 2020 beter op het Europa 2020-proces zijn afgestemd, ook wat het gebruik van indicatoren voor de monitoring betreft.

3) Het instrument voor intercollegiaal leren zou effectiever ingezet kunnen worden en nauwer op Europa 2020 afgestemd kunnen worden. In de eerste plaats zou er, met het oog op de voorbereiding en de ondersteuning van het debat in de Raad, elk jaar in september/oktober een collegiale toetsing kunnen plaatsvinden. Die zou in nauwe samenwerking met het voorzitterschap van de Raad georganiseerd kunnen worden in het kader van de Groep op hoog niveau. Bij deze multilaterale aanpak zou de nadruk op essentiële beleidskwesties gelegd kunnen worden die tijdens het voorgaande Europees semester naar voren zijn gekomen en die aanleiding zijn voor een groot aantal landenspecifieke aanbevelingen. In de tweede plaats zouden de lidstaten die dat wensen, de mogelijkheid moeten krijgen om collega's uit te nodigen voor een diepgaande discussie over specifieke kwesties in hun land. De Commissie kan dan het programma voor een leven lang leren (en de opvolger daarvan) ter ondersteuning van deze activiteit gebruiken, mede door het ondersteunen van de participatie van internationaal erkende deskundigen.

4) Om de band tussen Europa 2020 en ET 2020 te versterken, zou de Commissie elk jaar een gedachtenwisseling tussen de belanghebbenden op het gebied van onderwijs en opleiding kunnen organiseren. In het kader van dit nieuwe Forum voor onderwijs en opleidingen zou begin oktober de vooruitgang met betrekking tot de modernisering van de onderwijs- en opleidingsstelsels besproken kunnen worden op basis van de discussie over onderwijskwesties gedurende het Europees semester.

5) De Commissie stelt voor om de lijst van indicatoren op het gebied van onderwijs en opleiding[15] (zie het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie) te actualiseren om ervoor te zorgen dat de indicatoren voor ET 2020 afgestemd zijn op de doelstellingen daarvan. Ter vervanging van het bestaande voortgangsverslag[16] zal de Commissie elk najaar een nieuwe Onderwijs- en opleidingenmonitor publiceren. In een beknopt document zal de voortgang met betrekking tot de benchmarks van ET 2020 en de kernindicatoren worden beschreven, met inbegrip van de centrale doelstelling van Europa 2020 op het gebied van onderwijs en opleiding. Dit document kan gebruikt worden ter onderbouwing van het debat op het niveau van de Raad.

Ten slotte moeten alle instrumenten worden ingezet voor de verwezenlijking van de doelstellingen van Europa 2020 en ET 2020, met inbegrip van het programma voor een leven lang leren , het toekomstige programma Erasmus voor iedereen , de Structuurfondsen en Horizon 2020 .

Bijlage

Priorit aire gebieden voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding in 2012-2014

1) Een leven lang leren en mobiliteit tot realiteit maken

Europese referentie-instrumenten

Samenwerken om de nationale kwalificatiekaders te koppelen aan het Europees kwalificatiekader, vaststellen van omvattende nationale regelingen om leerresultaten te valideren; creëren van koppelingen tussen kwalificatiekaders, validatieregelingen, kwaliteitsborging en systemen voor de opbouw en overdracht van leerresultaten en studiepunten (ECVET, ECTS); samenwerken bij het projecteren van de vraag naar vaardigheden en beter afstemmen van de vraag naar en het aanbod van leermogelijkheden (vaardighedenpanorama, Europese classificatie van vaardigheden/competenties, kwalificaties en beroepen - ESCO); verbeteren van de zichtbaarheid, de verspreiding en het gebruik van Europese referentie-instrumenten om de tenuitvoerlegging ervan te versnellen.

Leermobiliteit

Uitvoeren van de aanbeveling van de Raad getiteld "Jeugd in beweging – de leermobiliteit van jongeren bevorderen" ter bevordering van de leermobiliteit van alle lerenden in Europa en wereldwijd, op alle onderwijs- en opleidingsniveaus, met de nadruk op informatie en advisering, de kwaliteit van de leermobiliteit, het slechten van obstakels en het bevorderen van de mobiliteit van docenten.

Strategieën voor een leven lang leren

Samenwerken om de ontwikkeling van omvattende nationale strategieën voor een leven lang leren te voltooien, waarbij de nadruk wordt gelegd op partnerschappen met belanghebbenden, de competentieontwikkeling van laaggekwalificeerde volwassenen en maatregelen om de toegang tot mogelijkheden voor een leven lang leren uit te breiden, en integreren van diensten op het gebied van een leven lang leren (richtsnoeren, validatie enz.).

2) Verbeteren van de kwaliteit en efficiëntie van onderwijs en opleiding

Basisvaardigheden (lezen en schrijven, wiskunde, wetenschappen en technologie), talen

Benutten van feitenmateriaal over lees- en schrijfvaardigheid, met inbegrip van het verslag van de deskundigengroep op hoog niveau voor geletterdheid, om de geletterdheidsniveaus onder scholieren en volwassenen te verhogen en het percentage 15-jarige leerlingen dat slecht presteert op leesgebied te verminderen. Aanpakken van de uitdagingen op het gebied van geletterdheid door gebruik te maken van verscheidene media, met name digitale media, voor iedereen. Exploiteren en ontwikkelen van de samenwerkingsresultaten om slechte prestaties op het gebied van wiskunde en wetenschappen op school aan te pakken; het uitvoeren van activiteiten om de taalvaardigheden te verbeteren, met name ter ondersteuning van de leermobiliteit en de inzetbaarheid.

Beroepsontwikkeling van leerkrachten, opleiders en schoolhoofden

Verbeteren van de kwaliteit van het onderwijzend personeel aangezien dit een sleuteldeterminant voor de kwaliteitsresultaten is, meer nadruk leggen op de kwaliteit van de docenten door de beste kandidaten op onderwijsgebied te werven en te selecteren, meer aandacht besteden aan de kwaliteit bij de continue beroepsontwikkeling, ontwikkelen van de competenties van de docenten en verbeteren van de capaciteiten van de schoolleiding.

Modernisering van het hoger onderwijs en vergroting van het aantal afgestudeerden in het tertiair onderwijs

Samenwerken om het aantal afgestudeerden te vergroten, met inbegrip van het uitbreiden van alternatieve trajecten, verbeteren van de kwaliteit en relevantie van het hoger onderwijs, verhogen van de kwaliteit van het hoger onderwijs via mobiliteit en grensoverschrijdende samenwerking, versterken van de banden tussen hoger onderwijs, onderzoek en innovatie ter bevordering van topkwaliteit en regionale ontwikkeling en verbeteren van governance en financiering.

Aantrekkelijkheid en relevantie van beroepsonderwijs en -opleiding

Samenwerken overeenkomstig het Communiqué van Brugge over intensievere Europese samenwerking inzake beroepsonderwijs en -opleiding voor de periode 2011-2020, met name door het initiële beroeponderwijs en de initiële beroepsopleidingen aantrekkelijker te maken, de topkwaliteit en relevantie voor de arbeidsmarkt te bevorderen, mechanismen voor de kwaliteitsborging ten uitvoer te leggen en de kwaliteit van docenten, opleiders en andere professionals in het beroepsonderwijs en de beroepsopleidingen te verbeteren.

Efficiënte financiering en evaluatie

Onderzoeken van financieringsmechanismen en evaluatiesystemen met het oog op het verbeteren van de kwaliteit, met inbegrip van de doelgerichte ondersteuning van kansarme burgers en de ontwikkeling van efficiënte en billijke instrumenten voor het aantrekken van privé-investeringen voor het postsecundaire onderwijs en de postsecundaire opleidingen.

3) Bevorderen van kansengelijkheid, sociale cohesie en een actief burgerschap

Voortijdige schoolverlaters

Helpen van de lidstaten bij het uitvoeren van de aanbeveling van de Raad van 2011 inzake beleid ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten, en de nationale strategieën betreffende voortijdig schoolverlaten in het algemeen onderwijs en in het beroepsonderwijs en in de beroepsopleidingen.

Opvang en onderwijs voor jonge kinderen

Samenwerken overeenkomstig de conclusies van de Raad van 2011 over opvang en onderwijs van jonge kinderen om een brede en gelijkwaardige toegang tot dat onderwijs en die opvang te realiseren, waarbij tegelijkertijd de kwaliteit van de voorzieningen wordt verhoogd, geïntegreerde benaderingswijzen worden bevorderd, de professionele ontwikkeling van het personeel in het onderwijs voor en de opvang van jonge kinderen wordt gestimuleerd en ouders worden ondersteund en adequate curricula, programma's en financieringsmodellen worden ontwikkeld.

Kansengelijkheid en diversiteit

Op doeltreffende wijze versterken van het wederzijds leren om de onderwijsresultaten in een steeds meer gediversifieerde samenleving te verbeteren, met name door het toepassen van inclusieve onderwijsmethoden gericht op lerenden met zeer uiteenlopende achtergronden en onderwijsbehoeften, inclusief Roma en studenten met speciale behoeften, om al hun mogelijkheden te benutten; verbeteren van de leermogelijkheden voor oudere volwassenen en de uitwisseling van leerervaringen tussen generaties.

4) Bevorderen van creativiteit en innovatie, inclusief ondernemerschap, op alle onderwijs- en opleidingsniveaus

Partnerschappen met het bedrijfsleven, de onderzoekswereld en het maatschappelijke middenveld

Ontwikkelen van doeltreffende en innovatieve vormen van netwerken, samenwerking en partnerschappen tussen aanbieders van onderwijs en opleidingen en een breed scala aan belanghebbenden, met inbegrip van sociale partners, bedrijfsorganisaties, onderzoeksinstellingen en maatschappelijke organisaties. Ondersteunen van netwerken voor scholen, universiteiten en andere aanbieders van onderwijs en opleidingen ter bevordering van nieuwe methoden voor de organisatie van het leren (inclusief open leermiddelen), capaciteitsopbouw en ontwikkeling tot leerorganisaties.

Transversale sleutelcompetenties, onderwijs op het gebied van ondernemerschap, elektronische geletterdheid, mediageletterdheid, innovatieve leeromgevingen

Samenwerken ter bevordering van het verwerven van sleutelcompetenties, zoals aangegeven in de aanbeveling van 2006 inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren, met inbegrip van digitale competenties en de wijze waarop ICT en ondernemerschap innovatie in onderwijs en opleidingen kunnen bevorderen door het stimuleren van creatieve leeromgevingen en het verhogen van het culturele bewustzijn, de culturele expressie en de mediageletterdheid.

[1] PB C 119 van 28.5.2009, blz. 2.

[2] Europese netwerken van economen en sociale wetenschappers inzake onderwijs (EENEE), Beleidsdocument 1/2011 van het EENEE: The Cost of Low Educational Achievement in the European Union .

[3] PB C 191 van 1.7.2011, blz. 1.

[4] Bron voor gegevens 2010: Eurostat (AKE).

[5] COM(2011) 567 definitief.

[6] Bron voor gegevens 2010: Eurostat (AKE). (ISCED-niveaus) 5 – 6. Voor DE omvat het streefcijfer ook ISCED 4, voor AT ISCED 4A.

[7] PB C 111 van 6.5.2008.

[8] Europees systeem voor de overdracht van leerresultaten voor beroepsonderwijs en –opleiding; Europees systeem voor de overdracht van studiepunten, zie: http://ec.europa.eu/education/lifelong-learning-policy/doc48_en.htm.

[9] PB L 394 van 30.12.2006, blz. 10.

[10] COM(2009) 329 definitief.

[11] PB L 390 van 31.12.2004.

[12] http://www.cedefop.europa.eu/en/Files/3052_en.pdf.

[13] SEC(2011) 670 definitief.

[14] Met name Cedefop, de Europese Stichting voor Opleiding en het Euridyce-netwerk.

[15] PB C 311 van 21.12.2007, blz. 13-15.

[16] Laatste versie: SEC(2011) 526.