Bijlagen bij COM(2005)222-2 - Onderhandelingen met het oog op de toetreding van Euratom tot een internationale kaderovereenkomst tussen de leden van het Generation IV International Forum op het gebied van kernenergieonderzoek

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE

KADEROVEREENKOMST

VOOR

INTERNATIONALE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK EN ONTWIKKELING VOOR KERNENERGIESYSTEMEN VAN DE VIERDE GENERATIE

De partijen bij deze kaderovereenkomst,

GELET OP de verwachte toename van de wereldwijde energievraag en de bijdrage die de ontwikkeling en verspreiding van innoverende technologieën en brandstoffen kan leveren om op een duurzame wijze aan de toekomstige energiebehoeften van de wereld te voldoen;

OVERWEGENDE dat de samenwerking van talrijke landen op het gebied van onderzoek en ontwikkeling met het oog op de ontwikkeling van geavanceerde kernenergiesystemen van de volgende generatie de voortgang naar de daadwerkelijke realisatie van dergelijke systemen kan versnellen;

OVERWEGENDE dat de partijen of hun ministeries, departementen, agentschappen of andere instanties een Handvest voor het Generation IV International Forum (hierna "het GIF" genoemd) hebben ondertekend als grondslag voor internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling voor de volgende generatie van kernenergiesystemen (hierna "Generatie IV-systemen" genoemd);

OVERWEGENDE dat de GIF-leden om dit handvest ten uitvoer te leggen een permanente beheersstructuur hebben opgezet, bestaande uit een beleidsgroep, een groep van deskundigen en een secretariaat;

OVERWEGENDE dat het GIF een "Technology Roadmap for Generation IV Nuclear Energy systems: Technical Roadmap Report" (december 2002) (hierna de "Technology Roadmap" genoemd) heeft gepubliceerd waarin de zes meest veelbelovende Generatie IV-systemen zijn omschreven en een overzicht is gegeven van het onderzoek en de ontwikkeling die vereist zijn om deze systemen tot technische wasdom te brengen;

OPMERKENDE dat de Generatie IV-systemen zijn: gasgekoelde snelle reactoren, loodgekoelde snelle reactoren, gesmolten-zoutreactoren, natriumgekoelde snelle reactoren, met superkritisch water gekoelde reactoren en 'Very-High-Temperature'-reactoren;

WENSENDE het onderzoek en de ontwikkeling in samenwerkingsverband tussen de partijen en hun ministeries, departementen, agentschappen en andere instanties, samen met de industriële, academische, gouvernementele en niet-gouvernementele sectoren van de internationale onderzoekswereld, te vergemakkelijken om de ontwikkeling van de in de Technology Roadmap omschreven Generatie IV-systemen vooruit te helpen; en

WIJZENDE op het Unieverdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot bescherming van de industriële eigendom, zoals gewijzigd;

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

ARTIKEL I

Doelstelling

1. De doelstelling van deze kaderovereenkomst is een raamwerk vast te stellen voor internationale samenwerking om het bereiken van de doelstellingen en de visie van het GIF te bevorderen en te vergemakkelijken, meer bepaald de ontwikkeling van ontwerpen voor één of meer Generatie IV-systemen waarvoor in een later stadium vergunning kan worden verleend en die kunnen worden gebouwd en geëxploiteerd op een wijze die een concurrerende en betrouwbare energievoorziening waarborgt voor de landen waarin dergelijke systemen worden gebouwd, terwijl tegelijk wordt voldaan aan alle eisen op het gebied van de nucleaire veiligheid, het beheer van afvalstoffen, de non-proliferatie en de publieke perceptie.

2. De samenwerking in het raam van deze kaderovereenkomst geschiedt uitsluitend voor vreedzame doeleinden en met inachtneming van de non-proliferatiedoelstellingen en de desbetreffende internationale verplichtingen van de partijen, en verloopt op basis van gelijkwaardigheid, wederzijds voordeel en wederkerigheid.

ARTIKEL II

Vormen van samenwerking

De vormen van samenwerking in het raam van deze kaderovereenkomst zijn onder meer, maar moeten niet beperkt blijven tot:

a) gemeenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkeling;

b) uitwisseling van technische informatie en gegevens inzake wetenschappelijke en technologische activiteiten en methoden alsook resultaten van onderzoek en ontwikkeling;

c) steun voor de organisatie van technologische demonstraties;

d) gezamenlijk uitvoering van proeven/experimenten;

e) deelname van personeel (inclusief wetenschappers, ingenieurs en andere specialisten) aan experimenten, analyses, ontwerpactiviteiten en andere activiteiten van onderzoek en ontwikkeling, uitgevoerd in onderzoekscentra, universitaire instellingen, laboratoria en andere faciliteiten;

f) uitwisseling of uitlening van stalen, materialen en apparatuur ten behoeve van experimenten, onderzoek en evaluatie;

g) organisatie van en deelname aan seminars, wetenschappelijke conferenties en andere vergaderingen;

h) financiële bijdragen voor het opzetten van de nodige experimenteerfaciliteiten; en

i) opleiding en verdere vorming van wetenschappers en technische deskundigen.

ARTIKEL III

Tenuitvoerlegging

1. Waar dit passend is, bevorderen en vergemakkelijken de partijen de ontwikkeling van directe contacten en van samenwerking tussen overheidsagentschappen, hogescholen, universiteiten, centra, instellingen en instituten voor wetenschappelijk onderzoek, particuliere ondernemingen en intergouvernementele organisaties.

2. Na ondertekening van deze kaderovereenkomst of nederlegging van een akte van toetreding wijst elke partij zichzelf of één of meer van haar ministeries, departementen, agentschappen of andere instanties aan als haar uitvoerende instantie(s) voor de verwezenlijking van de in artikel I van deze kaderovereenkomst omschreven doelstelling. De uitvoerende instanties worden genoemd in de bijlage, die een integrerend onderdeel van deze kaderovereenkomst vormt.

3. Een partij mag (een) extra uitvoerende instantie(s) aanwijzen of haar uitvoerende instantie(s) wijzigen door schriftelijke kennisgeving aan de depositaris (zie artikel XI). De aanwijzing van de extra of gewijzigde uitvoerende instantie treedt in werking overeenkomstig artikel XII, lid 4.

ARTIKEL IV

Systeemovereenkomsten

1. De uitvoerende instanties van twee of meer partijen mogen een systeemovereenkomst opzetten voor elk van de zes in de Technology Roadmap genoemde Generatie IV-systemen, op voorwaarde tenminste dat:

a) er uitsluitend één systeemovereenkomst is voor elk Generatie IV-systeem; en

b) wanneer een partij meer dan één uitvoerende instantie heeft, uitsluitend één daarvan de systeemovereenkomst ondertekent.

2. Bij elke systeemovereenkomst, die wordt beheerst door de bepalingen van deze kaderovereenkomst en daarmee in overeenstemming is, wordt een samenwerkingskader ingesteld voor onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten met het oog op de vaststelling van de levensvatbaarheid en prestaties van het Generatie IV-systeem in kwestie.

3. Elke systeemovereenkomst bevat uitvoeringsbepalingen betreffende onder meer:

a) de op te zetten samenwerking;

b) het beheer van de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten die worden ondernomen om de doelstelling van het GIF te behalen;

c) de financiële regelingen;

d) de bescherming, het gebruik en de openbaarmaking van achtergrondinformatie waarop eigendomsrechten berusten;

e) adequate en doelmatige bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten die bij de samenwerking in het raam van deze kaderovereenkomst ontstaan of geleverd worden, inclusief bepalingen voor de beslechting van geschillen betreffende de intellectuele-eigendomsrechten.

4. In geval van inconsistentie tussen een systeemovereenkomst en deze kaderovereenkomst, hebben de bepalingen van de kaderovereenkomst voorrang.

ARTIKEL V

Projectovereenkomsten

1. E lke systeemovereenkomst wordt ten uitvoer gelegd via één of meer projectovereenkomsten voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten (O&O-projecten) die worden opgezet om de levensvatbaarheid en prestaties vast te stellen van het Generatie IV-systeem waarop het project betrekking heeft.

2. Uitvoerende instanties mogen toetreden tot projectovereenkomsten. Andere instanties uit de publieke en particuliere sector mogen toetreden tot projectovereenkomsten na goedkeuring, met eenparigheid van stemmen, door het systeem-stuurcomité dat door de ondertekenaars van elke systeemovereenkomst wordt opgericht voor het beheer van de O&O-samenwerking voor elk Generatie IV-systeem.

3. In elke projectovereenkomst moeten bepaalde kwesties worden behandeld zoals, onder meer, de werkingssfeer, de geraamde kosten, het voorgestelde tijdschema, het projectbeheer, de intellectuele-eigendomsrechten, de rapportering en de opzegging door ondertekenende partijen.

4. Elke projectovereenkomst is in overeenstemming met en valt onder de bepalingen van de systeemovereenkomst waaronder het project valt, en van deze kaderovereenkomst.

5. In geval van inconsistentie tussen een systeemovereenkomst en een projectovereenkomst, hebben de bepalingen van de systeemovereenkomst voorrang. In geval van inconsistentie tussen een systeemovereenkomst of een projectovereenkomst, enerzijds, en deze kaderovereenkomst, anderzijds, hebben de bepalingen van de kaderovereenkomst voorrang.

ARTIKEL VI

Vergemakkelijking van het verkeer van personen, apparatuur en materiaal; gebruik van gegevens

Met het oog op de samenwerking in het raam van deze kaderovereenkomst vergemakkelijkt elke partij, binnen de grenzen van haar internationale verplichtingen en nationale wet- en regelgeving:

a) de toegang tot en het verlaten van haar grondgebied van het geschikte personeel en materiaal en de geschikte apparatuur van andere partijen, gebruikt in de samenwerking in het raam van deze kaderovereenkomst; en

b) de uitwisseling en het gebruik van wetenschappelijke en technologische gegevens die worden verworven bij O&O in het raam van deze kaderovereenkomst.

ARTIKEL VII

Beschikbaarheid van middelen

De activiteiten van elke partij in het raam van deze kaderovereenkomst zijn afhankelijk van de beschikbaarheid van de nodige financiële, personele en andere middelen.

ARTIKEL VIII

Toepasselijke wetgeving

Elke partij organiseert de samenwerking in het raam van deze kaderovereenkomst overeenkomstig de op haar van toepassing zijnde wet- en regelgeving.

ARTIKEL IX

Openbaarmaking van informatie

De wetenschappelijke en technologische informatie die resulteert uit de samenwerking in het raam van deze kaderovereenkomst, afgezien van de informatie die om redenen van nationale veiligheid of om commerciële of industriële redenen niet publiek wordt gemaakt, wordt beschikbaar gemaakt voor de wetenschappelijke wereld via de gebruikelijke kanalen en in overeenstemming met de normale procedures van de partijen en hun respectieve deelnemende ministeries, departementen, agentschappen en andere instanties.

ARTIKEL X

Geschillenbeslechting

1. Elk geschil betreffende de interpretatie of toepassing van deze kaderovereenkomst wordt beslecht via raadpleging tussen of onder de betrokken partijen.

2. Elk geschil tussen twee of meer ondertekenaars van projectovereenkomsten wordt beslecht in overeenstemming met methode(n) waarover de bij de projectovereenkomst betrokken partijen schriftelijk overeenstemming hebben bereikt.

ARTIKEL XI

Depositaris

1. De oorspronkelijke tekst van deze kaderovereenkomst wordt neergelegd bij de Secretaris-generaal van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, die hierbij wordt aangewezen als depositaris. De depositaris vervult zijn taken in overeenstemming met artikel 77 van het Verdrag van Wenen van 23 mei 1969 inzake het verdragenrecht.

2. Zodra deze kaderovereenkomst in werking is getreden overeenkomstig artikel XII, lid 2, zendt de depositaris een gewaarmerkt afschrift van de kaderovereenkomst toe aan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties ter registratie en publicatie overeenkomstig artikel 102 van het Handvest van de Verenigde Naties; op diezelfde wijze zendt de depositaris gewaarmerkte afschriften toe van alle in werking tredende wijzigingen van deze kaderovereenkomst.

ARTIKEL XII

Inwerkingtreding, wijziging, verlenging en beëindiging

1. Deze kaderovereenkomst staat uitsluitend op 28 februari 2005 open voor ondertekening. Een staat waarvan één of meer van de ministeries, departementen, agentschappen of andere instanties GIF-lid is, of elk GIF-lid dat bestaat uit meer dan één staat, kan partij worden bij deze kaderovereenkomst door:

a) ondertekening zonder voorbehoud ten aanzien van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring; of

b) ondertekening onder voorbehoud ten aanzien van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, gevolgd door nederlegging van een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring; of

c) nederlegging van een akte van toetreding overeenkomstig artikel XIV, lid 1.

2. Deze kaderovereenkomst treedt in werking wanneer drie partijen tot uiting hebben gebracht dat zij ermee instemmen door de kaderovereenkomst gebonden te zijn: door ondertekening zonder voorbehoud ten aanzien van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring; dan wel door nederlegging van een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring. Daarna zal deze kaderovereenkomst voor een ondertekenaar in werking treden op de datum van nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring; voor nieuwe partijen zal zij in werking treden overeenkomstig de bepalingen van artikel XIV, lid 3.

3. Onverminderd het bepaalde in lid 5 van dit artikel blijft deze kaderovereenkomst gedurende een periode van 10 jaar van kracht en kan zij, met instemming van de partijen en overeenkomstig de door de partijen vast te stellen procedures, voor aanvullende periodes worden verlengd.

4. Deze kaderovereenkomst kan, met instemming van alle partijen, op ieder moment worden gewijzigd. Met uitzondering van het bepaalde in lid 2 van artikel XIV, treedt een wijziging in werking voor alle partijen 30 dagen na de datum van ontvangst door de depositaris van de laatste schriftelijke kennisgeving van aanvaarding van de wijziging.

5. Met instemming van alle partijen kan deze kaderovereenkomst op ieder moment worden beëindigd. De beëindiging gaat in 30 dagen na de datum van ontvangst door de depositaris van de laatste schriftelijke kennisgeving van aanvaarding van de beëindiging.

ARTIKEL XIII

Opzegging

1. Een partij kan deze kaderovereenkomst opzeggen mits de depositaris daarvan zes maanden tevoren in kennis wordt gesteld. Vervolgens wordt de bijlage bij deze kaderovereenkomst gewijzigd om de naam van de desbetreffende partij en van haar uitvoerende instantie(s) te schrappen, in overeenstemming met de door de partijen vastgelegde procedures.

2. Opzegging van de kaderovereenkomst door een partij impliceert opzegging door haar uitvoerende instantie van elke systeemovereenkomst die bedoelde uitvoerende instantie heeft ondertekend.

ARTIKEL XIV

Nieuwe partijen

1. Na de inwerkingtreding van deze kaderovereenkomst kan elke staat waarvan één of meer van de ministeries, departementen, agentschappen of andere instanties GIF-lid is, en kan elk GIF-lid dat bestaat uit meer dan één staat, partij worden bij deze kaderovereenkomst door nederlegging bij de depositaris van een akte van toetreding en een schriftelijke kennisgeving met betrekking tot de uitvoerende instantie(s) die wordt/worden aangewezen overeenkomstig artikel III, lid 2.

2. Wanneer een nieuwe partij haar akte van toetreding en kennisgeving neerlegt overeenkomstig lid 1 van dit artikel, zendt de depositaris een voorstel voor een wijziging van de bijlage rond waarin de door die partij aangewezen uitvoerende instantie(s) wordt/worden gespecificeerd. Een dergelijke wijziging treedt in werking 90 dagen na de datum van ontvangst door de depositaris van de kennisgeving van die partij, mits geen andere partij bij de depositaris bezwaar maakt tegen bedoelde wijziging. Ingeval de depositaris een bezwaar tegen de voorgestelde wijziging ontvangt, treedt die wijziging niet in werking en zendt de nieuwe partij de depositaris een herziene schriftelijke kennisgeving van haar uitvoerende instantie(s) toe, waarbij dezelfde procedure wordt gevolgd.

3. Voor een nieuwe partij treedt deze kaderovereenkomst in werking 90 dagen na de ontvangst door de depositaris van het akte van toetreding van de staat waarvan één of meer van de ministeries, departementen, agentschappen of andere instanties GIF-lid is, of van het GIF-lid dat bestaat uit meer dan één staat.

4. Elke partij die toetreedt tot deze kaderovereenkomst nadat een wijziging daarvan in werking is getreden, wordt partij bij de kaderovereenkomst zoals gewijzigd.

ARTIKEL XV

Slotbepaling

Iedere in het raam van deze kaderovereenkomst opgezette samenwerking die bij het verstrijken of de beëindiging van deze kaderovereenkomst niet is voltooid, kan tot het einde worden voortgezet overeenkomstig de bepalingen van deze kaderovereenkomst.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze kaderovereenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN te Washington, in één enkel oorspronkelijk exemplaar, de achtentwintigste februari 2005, in de Engelse en de Franse taal, beide teksten zijnde gelijkelijk authentiek.

BIJLAGE

[pic]

[pic]