Bijlagen bij COM(2009)587 - He standpunt van de EG over hetVoorstel tot wijziging van de douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-overeenkomst 1975)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE

In bijlage 9 wordt deel I als volgt gewijzigd:

Deel I

MACHTIGING VAN ORGANISATIES OM TIR-CARNETS AF TE GEVEN EN ALS GARANTIEVERLENER OP TE TREDEN

VOORWAARDEN EN VEREISTEN

8. OM GEMACHTIGD TE WORDEN TOT HET AFGEVEN VAN TIR-CARNETS EN OM ZICH GARANT TE MOGEN STELLEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 6 van de overeenkomst, moet een organisatie voldoen aan onderstaande minimumvoorwaarden:

a) zij moet aantonen dat zij ten minste één jaar als organisatie bestaat die is gevestigd in de overeenkomstsluitende partij waar de machtiging wordt verleend;

b) zij moet aantonen dat zij financieel gezond is en over de organisatorische capaciteiten beschikt om haar verplichtingen in het kader van de overeenkomst te kunnen nakomen;

c) zij mag geen ernstige of herhaalde overtredingen van de douane- of belastingwetgeving hebben begaan;

d) tussen de organisatie en de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partij waar zij is gevestigd moet een schriftelijke overeenkomst worden gesloten of een ander rechtsinstrument worden opgesteld waarbij de organisatie de in lid 3 beschreven taken aanvaardt.

9. Een gewaarmerkte kopie van de schriftelijke overeenkomst of het andere rechtsinstrument als bedoeld in lid 1, onder d) wordt, zo nodig met van een gewaarmerkte vertaling in het Engels, het Frans of het Russisch, bij het TIR-Uitvoerend Orgaan neergelegd. Elke wijziging wordt onmiddellijk aangemeld bij het TIR-Uitvoerend Orgaan.

10. De organisatie moet:

i) de in artikel 8 van de overeenkomst vermelde verplichtingen nakomen;

ii) het door de overeenkomstsluitende partij vastgestelde maximumbedrag per TIR-carnet aanvaarden dat van haar op grond van artikel 8, lid 3, van de overeenkomst kan worden geëist;

iii) er voortdurend op toezien, met name voor zij verzoekt personen tot de TIR-regeling toe te laten, dat die personen voldoen aan de minimumvoorwaarden als beschreven in deel II van deze bijlage;

iv) garant staan voor alle schulden die ontstaan in het land waar zij is gevestigd bij vervoer onder dekking van TIR-carnets die zijzelf heeft afgegeven of die zijn afgegeven door buitenlandse organisaties die zijn aangesloten bij de internationale organisatie waarvan zijzelf lid is;

v) zich tegen haar aansprakelijkheid verzekeren bij een verzekeringsmaatschappij, een groep van verzekeraars of een financiële instelling overeenkomstig de voorschriften van de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partij op het grondgebied waarvan zij is gevestigd. De verzekeringsovereenkomst(en) of de financiëlegarantie-overeenkomst(en) dient (dienen) haar gehele aansprakelijkheid te dekken in verband met vervoer onder dekking van TIR-carnets die zijzelf heeft afgegeven of die zijn afgegeven door buitenlandse organisaties die zijn aangesloten bij de internationale organisatie waarvan zijzelf lid is.

De opzeggingstermijn van de verzekeringsovereenkomst(en) of financiële garantie-overeenkomst(en) mag niet korter zijn dan de opzeggingstermijn van de schriftelijke overeenkomst of het andere rechtsinstrument als bedoeld in lid 1, onder d). Een gewaarmerkte kopie van de verzekeringsovereenkomst(en) of financiële garantieovereenkomst(en) en van alle latere aanvullingen op die documenten wordt, zo nodig vergezeld van een gewaarmerkte vertaling in het Engels, het Frans of het Russisch, bij het TIR-Uitvoerend Orgaan neergelegd;

vi) elk jaar, op 1 maart, het TIR-Uitvoerend Orgaan in kennis stellen van de prijs van elk soort TIR-carnet dat zij afgeeft;

vii) de bevoegde autoriteiten toestaan alle dossiers en rekeningen in verband met het beheer van de TIR-regeling te controleren;

viii) een procedure aanvaarden om geschillen in verband met onrechtmatig of frauduleus gebruik van TIR-carnets op efficiënte wijze te regelen, zo mogelijk zonder tussenkomst van een rechtbank;

ix) de besluiten strikt naleven van de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partij op het grondgebied waarvan zij is gevestigd inzake de intrekking van de machtiging of de uitsluiting of terugtrekking van personen op grond van de artikelen 6 en 38 van de overeenkomst en deel II van deze bijlage;

x) alle besluiten van het Administratief Comité en het TIR-Uitvoerend Orgaan strikt naleven, indien deze besluiten zijn aanvaard door de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partij op het grondgebied waarvan de organisatie is gevestigd.

11. Wanneer een aansprakelijke organisatie overeenkomstig de in artikel 11 beschreven procedures wordt gevraagd de in artikel 8, leden 1 en 2, bedoelde bedragen te betalen, stelt zij de internationale organisatie in kennis van de ontvangst van de vordering overeenkomstig de in de toelichting 0.6.2bis-1 bij artikel 6, lid 2 bis, bedoelde schriftelijke overeenkomst.

12. De machtiging tot afgifte van TIR-carnets wordt ingetrokken door de overeenkomstsluitende partij op het grondgebied waarvan de aansprakelijke organisatie is gevestigd, wanneer deze in ernstige mate of herhaaldelijk niet voldoet aan de minimumvoorwaarden. Indien een overeenkomstsluitende partij besluit de machtiging in te trekken, treedt dit besluit ten vroegste drie (3) maanden na de datum van intrekking in werking.

13. De machtiging van een organisatie in bovengenoemde omstandigheden doet geen afbreuk aan de aansprakelijkheid en de verplichtingen van die organisatie krachtens de overeenkomst.

14. De hierboven vastgestelde minimumvoorwaarden doen geen afbreuk aan mogelijk door de overeenkomstsluitende partijen vast te stellen aanvullende voorwaarden."


[1] PB L 252 van 14.9.1978, blz. 1.

[2] PB L 31 van 2.2.1983, blz. 13.

[3] PB L 165 van 26.6.2009, blz. 1.