Bijlagen bij COM(2006)754-1 - Ondertekening van een Protocol tussen de EG, Zwitserland en Liechtenstein betreffende de toetreding van Liechtenstein tot de Overeenkomst met Zwitserland inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van Die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bijlage

Protocol tussen de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend

De Europese Gemeenschap

en

De Zwitserse Bondsstaat

en

Het Vorstendom Liechtenstein,

hierna “de overeenkomstsluitende partijen” genoemd,

GELET OP de op 26 oktober 2004 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend[6] (hierna de “Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland” genoemd) en op artikel 15 ervan, waarin wordt bepaald dat het Vorstendom Liechtenstein via een protocol tot deze overeenkomst kan toetreden,

GEZIEN de geografische ligging van het Vorstendom Liechtenstein,

GELET OP de wens van het Vorstendom Liechtenstein om te worden betrokken bij de communautaire wetgeving betreffende de Dublin- en Eurodac-verordeningen (hierna het “Dublin/Eurodac-acquis” genoemd),

OVERWEGENDE dat de Europese Gemeenschap op 19 januari 2001 een overeenkomst heeft gesloten met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend, die is gebaseerd op de Overeenkomst van Dublin[7],

OVERWEGENDE dat het wenselijk is het Vorstendom Liechtenstein op voet van gelijkheid met IJsland, Noorwegen en Zwitserland te betrekken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Dublin/Eurodac-acquis,

OVERWEGENDE dat tussen de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein een protocol moet worden gesloten dat soortgelijke rechten en verplichtingen bevat als die welke zijn overeengekomen tussen enerzijds de Europese Gemeenschap en anderzijds IJsland, Noorwegen en Zwitserland,

OVERWEGENDE dat de bepalingen van Titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap alsmede de besluiten die op grond van die titel zijn aangenomen, overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat bij het Verdrag van Amsterdam aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken, maar dat het voor enerzijds de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein en anderzijds Denemarken mogelijk moet worden gemaakt in hun onderlinge betrekkingen de materiële bepalingen van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland toe te passen, overeenkomstig artikel 11, lid 1, van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland,

OVERWEGENDE dat het noodzakelijk is ervoor te zorgen dat de staten die de Europese Gemeenschap heeft betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Dublin/Eurodac-acquis dit acquis ook toepassen in hun onderlinge betrekkingen,

OVERWEGENDE dat het voor de goede werking van het Dublin/Eurodac-acquis vereist is dat dit protocol gelijktijdig wordt toegepast met de overeenkomsten tussen de verschillende partijen die zijn betrokken bij of deelnemen aan de uitvoering en de ontwikkeling van het Dublin/Eurodac-acquis ter regeling van hun onderlinge betrekkingen,

OVERWEGENDE dat Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens[8] door het Vorstendom Liechtenstein moet worden toegepast zoals zij door de lidstaten van de Europese Unie wordt toegepast, wanneer deze gegevens verwerken in het kader van de in dit protocol beschreven doeleinden,

GELET OP het Protocol betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis,

INDACHTIG HET FEIT dat er een verband bestaat tussen het acquis communautaire inzake de vaststelling van criteria en mechanismen om te bepalen welke staat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat wordt ingediend en inzake de instelling van Eurodac en het Schengenacquis,

OVERWEGENDE dat dit verband vereist dat het Schengenacquis gelijktijdig wordt toegepast met het acquis communautaire inzake de vaststelling van criteria en mechanismen om te bepalen welke staat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat wordt ingediend en inzake de instelling van Eurodac,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OVER HETGEEN VOLGT:

Artikel 1

1. Overeenkomstig artikel 15 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (hierna “de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland” genoemd) treedt het Vorstendom Liechtenstein (hierna “Liechtenstein” genoemd) tot deze overeenkomst toe onder de in dit protocol vermelde voorwaarden.

2. Dit protocol schept wederzijdse rechten en verplichtingen tussen de overeenkomstsluitende partijen volgens de hierbij vastgestelde regels en procedures.

Artikel 2

1. De bepalingen van

- de Dublin-verordening[9],

- de Eurodac-verordening[10],

- de verordening met uitvoeringsbepalingen voor Eurodac[11], en

- de verordening met uitvoeringsbepalingen voor Dublin[12],

worden door Liechtenstein uitgevoerd en in zijn betrekkingen met de lidstaten van de Europese Unie en Zwitserland toegepast.

2. Onverminderd artikel 5 worden de besluiten en maatregelen van de Europese Gemeenschap tot wijziging of aanvulling van de in lid 1 bedoelde bepalingen alsmede de beslissingen die overeenkomstig de in deze bepalingen vastgestelde procedures worden genomen, ook aanvaard, uitgevoerd en toegepast door Liechtenstein.

3. Voor de toepassing van de leden 1 en 2 worden verwijzingen naar de “lidstaten” in de in lid 1 bedoelde bepalingen geacht ook Liechtenstein te omvatten.

Artikel 3

De rechten en verplichtingen die zijn neergelegd in artikel 2, artikel 3, leden 1 tot en met 4, de artikelen 5, 6 en 7, artikel 8, lid 1, tweede alinea, en lid 2, en in de artikelen 9, 10 en 11 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland, zijn in Liechtenstein op dezelfde wijze van toepassing als in Zwitserland.

Artikel 4

Een vertegenwoordiger van de regering van Liechtenstein wordt lid van het gemengd comité dat is ingesteld bij artikel 3 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland.

Het voorzitterschap van het gemengd comité wordt afwisselend voor een periode van zes maanden uitgeoefend door de vertegenwoordiger van de Europese Commissie en de vertegenwoordiger van de regering van Liechtenstein of Zwitserland.

Artikel 5

1. Wanneer de Raad besluiten of maatregelen tot wijziging of aanvulling van de bepalingen in de zin van artikel 2 aanneemt en wanneer besluiten of maatregelen overeenkomstig de in deze bepalingen vastgestelde procedures worden aangenomen, worden deze besluiten of maatregelen - onder voorbehoud van het bepaalde in lid 2 - gelijktijdig door de lidstaten en Liechtenstein toegepast, tenzij in die besluiten of maatregelen uitdrukkelijk anders is bepaald.

2. De Commissie stelt Liechtenstein onverwijld in kennis van de aanneming van de in lid 1 bedoelde besluiten of maatregelen. Liechtenstein beslist of het de inhoud ervan aanvaardt en of het die in zijn interne rechtsorde omzet. Deze beslissing worden binnen dertig dagen na de aanneming van de betrokken besluiten of maatregelen ter kennis gebracht van de Commissie.

3. Indien de inhoud van dergelijke besluiten of maatregelen voor Liechtenstein pas bindend kan worden nadat aan zijn grondwettelijke verplichtingen is voldaan, deelt Liechtenstein de Commissie zulks bij zijn kennisgeving mee. Liechtenstein deelt de Raad en de Commissie onverwijld schriftelijk mee wanneer aan de grondwettelijke verplichtingen is voldaan. Wanneer geen referendum is vereist, vindt de kennisgeving plaats uiterlijk dertig dagen na het verstrijken van de referendumtermijn. Indien een referendum is vereist, beschikt Liechtenstein voor het verrichten van de kennisgeving over een termijn van maximaal achttien maanden vanaf de kennisgeving door de Raad. Vanaf de datum waarop het besluit of de maatregel voor Liechtenstein in werking moet treden, tot de mededeling dat aan de grondwettelijke verplichtingen is voldaan, past Liechtenstein, voorzover mogelijk, het betrokken besluit of de betrokken maatregel voorlopig toe.

4. Indien Liechtenstein het betrokken besluit of de betrokken maatregel voorlopig niet kan toepassen en dit problemen oplevert voor de werking van de Dublin/Eurodac-samenwerking, wordt de situatie door het gemengd comité onderzocht. De Europese Gemeenschap kan ten aanzien van Liechtenstein evenredige en noodzakelijke maatregelen nemen om de goede werking van de Dublin/Eurodac-samenwerking te waarborgen.

5. De aanvaarding door Liechtenstein van de in lid 1 bedoelde besluiten en maatregelen schept rechten en verplichtingen tussen Liechtenstein, Zwitserland en de lidstaten van de Europese Unie.

6. Indien:

a) Liechtenstein kennis geeft van zijn beslissing om de inhoud van een besluit of maatregel in de zin van lid 1 waarop de in dit protocol bedoelde procedures zijn toegepast, niet te aanvaarden, of

b) Liechtenstein geen kennisgeving doet binnen de in lid 2 bedoelde termijn van dertig dagen, of

c) Liechtenstein geen kennisgeving doet uiterlijk dertig dagen na het verstrijken van de referendumtermijn of, in het geval van een referendum, binnen de in lid 3 vastgestelde termijn van achttien maanden, dan wel niet voorziet in de in datzelfde lid bedoelde voorlopige toepassing vanaf de datum waarop het betrokken besluit of de betrokken maatregel in werking moet treden,

wordt dit protocol opgeschort.

7. Het gemengd comité onderzoekt de kwestie die tot de opschorting heeft geleid en tracht binnen een termijn van negentig dagen de oorzaken voor de niet-aanvaarding of de niet-bekrachtiging weg te nemen. Nadat alle andere mogelijkheden om de goede werking van dit protocol te garanderen zijn onderzocht, inclusief de mogelijkheid om de gelijkwaardigheid van wettelijke bepalingen van de overeenkomstsluitende partijen vast te stellen, kan het comité met eenparigheid van stemmen besluiten dit protocol weer in werking te laten treden. Indien dit protocol na negentig dagen opgeschort blijft, wordt het geacht te zijn beëindigd.

Artikel 6

Voor de administratieve en operationele kosten in verband met de installatie en de werking van de centrale eenheid van Eurodac draagt Liechtenstein jaarlijks aan de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen een bedrag bij van 0,071% van het oorspronkelijke referentiebedrag van 11 675 000 EUR en vanaf het begrotingsjaar 2004 een jaarlijkse bijdrage van 0,071% van de overeenkomstige begrotingskredieten voor het betrokken begrotingsjaar.

Artikel 7

Dit protocol laat de overeenkomsten tussen Liechtenstein en Zwitserland onverlet, voorzover deze overeenkomsten met dit protocol verenigbaar zijn. Indien deze overeenkomsten niet verenigbaar zijn met dit protocol, dan prevaleert het protocol.

Artikel 8

1. Dit protocol wordt bekrachtigd of goedgekeurd door de overeenkomstsluitende partijen. De akten van bekrachtiging of goedkeuring worden neergelegd bij de secretaris-generaal van de Raad, die als depositaris zal optreden.

2. Dit protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de mededeling door de depositaris aan de overeenkomstsluitende partijen dat de laatste akte van bekrachtiging of goedkeuring is neergelegd.

3. De artikelen 1 en 4 en artikel 5, lid 2, eerste zin, van dit protocol en de rechten en verplichtingen die zijn neergelegd in artikel 2 en in artikel 3, leden 1 tot en met 4, van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland zijn vanaf de ondertekening van dit protocol voorlopig van toepassing op Liechtenstein.

Artikel 9

Wat de na de ondertekening, doch vóór de inwerkingtreding van dit protocol aangenomen besluiten of maatregelen betreft, gaat de in artikel 5, lid 2, laatste zin, bedoelde termijn van dertig dagen in op de dag van inwerkingtreding van dit protocol.

Artikel 10

1. Dit protocol wordt slechts toegepast indien ook de door Liechtenstein te sluiten overeenkomsten in de zin van artikel 11 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland ten uitvoer worden gelegd.

2. Bovendien wordt dit protocol slechts toegepast indien ook het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, ten uitvoer wordt gelegd.

Artikel 11

1. Dit protocol kan worden opgezegd door elke overeenkomstsluitende partij. De depositaris wordt in kennis gesteld van de opzegging, die zes maanden na de kennisgeving van kracht wordt.

2. Ingeval Zwitserland dit protocol of de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland opzegt of ingeval de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland ten aanzien van Zwitserland wordt beëindigd, blijven de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland en dit protocol van toepassing op de betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en Liechtenstein.

3. Dit protocol wordt geacht te zijn beëindigd indien Liechtenstein een van de door Liechtenstein gesloten overeenkomsten in de zin van artikel 11 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland dan wel het in artikel 10, lid 2, bedoelde protocol opzegt.

Artikel 12

Dit protocol is opgesteld in drie exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder dit protocol hebben geplaatst.

Gedaan te […],

Gemeenschappelijke verklaring van de overeenkomstsluitende partijen betreffende een nauwe dialoog

De overeenkomstsluitende partijen onderstrepen het belang van een nauwe en productieve dialoog tussen alle partijen die deelnemen aan de tenuitvoerlegging van de in artikel 2, lid 1, van dit protocol opgesomde bepalingen.

Met inachtneming van artikel 3, lid 1, van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland, zal de Commissie deskundigen van de lidstaten uitnodigen op vergaderingen van het gemengd comité om van gedachten te wisselen met Liechtenstein over alle aangelegenheden die onder de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland vallen.

De overeenkomstsluitende partijen nemen kennis van de bereidheid van de lidstaten om op dergelijke uitnodigingen in te gaan en deel te nemen aan dergelijke gedachtewisselingen met Liechtenstein over alle aangelegenheden die onder de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland vallen.

Verklaring van Liechtenstein betreffende artikel 5, lid 3,

over de termijn voor aanvaarding van nieuwe ontwikkelingen van het Dublin/Eurodac-acquis

De maximumtermijn van 18 maanden in artikel 5, lid 3, heeft betrekking op de goedkeuring en de uitvoering van het besluit of de maatregel. Hij omvat de volgende fasen:

- de voorbereidende fase,

- de parlementaire procedure,

- de referendumtermijn van 30 dagen,

- in voorkomend geval het referendum (organisatie en stemming),

- bekrachtiging door de regerende vorst.

De regering van Liechtenstein stelt de Raad en de Commissie onverwijld in kennis van de beëindiging van elk van deze fasen.

De regering van Liechtenstein verbindt zich ertoe alle haar ter beschikking staande middelen aan te wenden om ervoor te zorgen dat de bovenvermelde fasen zo snel mogelijk verlopen.

Gemeenschappelijke verklaring over gezamenlijke vergaderingen van de gemengde comités

De delegatie van de Europese Commissie,

De delegaties van de regeringen van de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen,

De delegatie van de regering van de Zwitserse Bondsstaat,

De delegatie van de regering van het Vorstendom Liechtenstein,

stellen vast dat Liechtenstein toetreedt tot het gemengd comité dat is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend en dit via een protocol bij deze overeenkomst,

hebben besloten de vergaderingen van de gemengde comités die zijn ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend en de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend, zoals aangevuld bij het Protocol inzake de deelneming van Liechtenstein, gezamenlijk te organiseren,

stellen vast dat voor het gezamenlijk beleggen van deze vergaderingen een praktische regeling met betrekking tot het voorzitterschap van deze vergaderingen vereist is wanneer dat voorzitterschap door de deelnemende staten moet worden uitgeoefend krachtens de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend, zoals aangevuld bij het Protocol inzake de deelneming van Liechtenstein, of de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend,

nemen kennis van de wens van de deelnemende staten om, indien zulks nodig is, de uitoefening van hun voorzitterschap af te staan en het tussen hen te laten rouleren in alfabetische volgorde op naam, vanaf de inwerkingtreding van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend, zoals aangevuld bij het Protocol inzake de deelneming van Liechtenstein.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

[1] Op dezelfde dag ondertekenden de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat een Overeenkomst inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (hierna de “Overeenkomst inzake deelneming aan het Schengenacquis” genoemd).

[2] Alsook het ontwerp-protocol betreffende de toetreding van Liechtenstein tot de Schengenovereenkomst met Zwitserland en het ontwerp-protocol betreffende de deelneming van Denemarken aan de Dublin/Eurodac-overeenkomst met Zwitserland en Liechtenstein.

[3] PB C […] van […], blz. […].

[4] PB C […] van […], blz. […].

[5] PB C […] van […], blz. […].

[6] ASILE 54, 13049/04.

[7] PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38.

[8] PB L 281 van 23.11.95, blz. 31.

[9] Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend.

[10] Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordel3[pic]k is voor de behandeling van een asielveen instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend.

[11] Verordening (EG) nr. 2725/2000 van de Raad van 11 december 2000 betreffende de instelling van "Eurodac" voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin teneinde te helpen vaststellen welke overeenkomstsluitende partij krachtens de Overeenkomst van Dublin verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek.

[12] Verordening (EG) nr. 407/2002 van de Raad van 28 februari 2002 tot vaststelling van sommige uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 2725/2000 betreffende de instelling van "Eurodac" voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin.