Complete tekst van JOIN(2022)56 - Wijziging verordening 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de integriteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Om ervoor te zorgen dat de bepalingen inzake de bevriezing van tegoeden uniform worden toegepast, is het passend om te verduidelijken dat de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie informatie omvat over alle toestemmingen die zijn verleend in het kader van de afwijkingen waarin Verordening (EU) nr. 269/2014 voorziet.

Ook moet worden verduidelijkt dat de door de lidstaten verzamelde en vervolgens met de Commissie uitgewisselde informatie uitsluitend mag worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is ontvangen of verstrekt. Ook moet worden verduidelijk dat alle overeenkomstig Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad door de Commissie verstrekte en ontvangen informatie door de Commissie uitsluitend mag worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen. Om ervoor te zorgen dat de bepalingen inzake de bevriezing van tegoeden uniform worden toegepast, is het passend om in verschillende bepalingen te specificeren welke beperkingen van toepassing zijn op het gebruik van de informatie die wordt verstrekt aan dan wel ontvangen door respectievelijk de lidstaten en de Commissie.

Deze wijzigingen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat zij in alle lidstaten uniform worden toegepast.

Verordening (EU) nr. 269/2014 dient daarom dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1


Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 6 ter wordt lid 2 ter vervangen door:

“2 ter. In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, onder de voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan de onder nummer 108 in bijlage I vermelde entiteit, nadat zij hebben vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de voltooiing, uiterlijk op [OJ: please insert the date 6 months after the entry into force of this Regulation], van een lopende verkoop en overdracht van eigendomsrechten waarvan die entiteit rechtstreeks of indirect eigenaar is in een in de Unie gevestigde rechtspersoon, entiteit of lichaam.”.

In artikel 6 ter wordt het volgende lid ingevoegd:

“2 quater. In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen die toebehoren aan de onder de nummers [OJ: please insert the numbers identifying the newly adopted listings concerning the banking entities] vermelde entiteiten, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan die entiteiten, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn om uiterlijk op [OJ: please insert the date 6 months after the entry into force of this Regulation] verrichtingen, contracten of andere overeenkomsten, met inbegrip van correspondentbankrelaties die vóór [OJ: please insert the date of the entry into force of this Regulation] met die entiteiten zijn gesloten, te beëindigen.”.

In artikel 6 quinquies wordt lid 1 vervangen door:

“1. In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen die toebehoren aan de onder de nummers 53, 54, 55, 79, 80, 81, 82, 108, [OJ: please insert the numbers of the newly adopted listings concerning the banking entities] van bijlage I vermelde entiteiten, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan die entiteiten, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de aankoop, de invoer of het vervoer van landbouw- en voedingsproducten, met inbegrip van tarwe en meststoffen.”.

In artikel 8 wordt lid 3 vervangen door:

“3. Overeenkomstig dit artikel door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten verstrekte en ontvangen informatie mag door die autoriteiten uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.”.

In artikel 9 wordt lid 6 vervangen door:

“6. Overeenkomstig dit artikel door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten verstrekte en ontvangen informatie mag door die autoriteiten uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.”.

In artikel 12 wordt lid 1 vervangen door:

“1. De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, met name met betrekking tot:

a) tegoeden die zijn bevroren op grond van artikel 2 en toestemmingen die zijn verleend op grond van de afwijkingen waarin deze verordening voorziet;

b) inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.”.

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 16 bis

Overeenkomstig deze verordening door de Commissie verstrekte en ontvangen informatie mag door de Commissie uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.”.

Artikel 2


Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad


De voorzitter

(1) PB L 78 van 17.3.2014, blz. 16.
(2) Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen ( PB L 78 van 17.3.2014, blz. 6 ).