Overwegingen bij COM(2024)134 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2024)134 - .
document COM(2024)134
datum 22 maart 2024
 
(1) Met ingang van de datum van invoering van de euro heeft de Unie exclusieve bevoegdheid voor monetaire en wisselkoersaangelegenheden.

(2) De Unie heeft een monetaire overeenkomst met het Vorstendom Andorra5 en een andere monetaire overeenkomst met de Republiek San Marino6 ondertekend.

(3) De Unie zal naar verwachting een associatieovereenkomst met het Vorstendom Andorra en de Republiek San Marino ondertekenen nu de onderhandelingen daarover in december 2023 zijn afgerond. In het kader van de associatieovereenkomst en het bijbehorende protocol inzake financiële diensten zullen Andorra en San Marino geleidelijk toetreden tot de eengemaakte markt voor financiële diensten, hetgeen betekent dat Andorra en San Marino het gehele acquis en alle nieuwe wetgeving van de Unie moeten overnemen die betrekking hebben op de bestrijding van witwassen en van terrorismefinanciering en op financiële diensten.

(4) Zowel de monetaire overeenkomsten als de associatieovereenkomst voorzien in de implementatie van rechtshandelingen van de Unie door Andorra en San Marino. Die handelingen zijn vermeld in de bijlagen bij de overeenkomsten.

(5) De rechtshandelingen van de Unie inzake de bestrijding van witwassen en van terrorismefinanciering die op grond van beide soorten overeenkomsten moeten worden geïmplementeerd, zijn identiek. Daarentegen overlappen de handelingen inzake financiële diensten elkaar slechts gedeeltelijk. De handelingen die krachtens de monetaire overeenkomsten van toepassing zijn, hebben voornamelijk betrekking op bancair en financieel recht voor het toezicht op financiële instellingen die van belang zijn voor de euro, terwijl alle rechtshandelingen van de Unie inzake financiële diensten onder de associatieovereenkomst vallen.

(6) De monetaire overeenkomsten, enerzijds, en de associatieovereenkomst, anderzijds, staan los van elkaar en hebben uiteenlopende doelstellingen en rechtsgrondslagen. De rechtsgrondslag van de monetaire overeenkomsten is artikel 219, lid 3, VWEU, op grond waarvan de Raad — die alleen de lidstaten vertegenwoordigt die zijn overgestapt op de euro — op aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van de Europese Centrale Bank moet handelen volgens de standaardregel van de gekwalificeerde meerderheid. De associatieovereenkomst berust op artikel 218 VWEU, op grond waarvan de Raad — die alle lidstaten vertegenwoordigt — na goedkeuring door het Europees Parlement een besluit tot sluiting van de overeenkomst aanneemt. Derhalve staan de overeenkomsten los van elkaar en kunnen de monetaire overeenkomsten niet in de associatieovereenkomst worden opgenomen.

(7) Er moet een mechanisme worden gevonden om de gedeeltelijke overlapping van identieke taken in het kader van de verschillende overeenkomsten aan te pakken en voor een soepele onderlinge wisselwerking te zorgen. Een haalbare en eenvoudige oplossing is de wijziging van de monetaire overeenkomsten.

(8) In de monetaire overeenkomsten moet een clausule worden opgenomen waarin wordt bepaald dat alle nieuwe rechtshandelingen van de Unie inzake de bestrijding van witwassen en van terrorismefinanciering en alle nieuwe rechtshandelingen van de Unie inzake het bancaire en financiële wezen die van belang zijn voor de euro, in de associatieovereenkomst moeten worden opgenomen zodra die rechtshandelingen van de Unie van toepassing worden in het kader van de associatieovereenkomst. De beoordeling van de bestaande en toekomstige implementaties van al deze handelingen moet plaatsvinden in het kader van de associatieovereenkomst en kan van belang zijn voor de toepassing van de monetaire overeenkomsten.

(9) Rechtshandelingen van de Unie van monetaire aard moeten uitsluitend onder de monetaire overeenkomsten blijven vallen.

(10) In de monetaire overeenkomsten moet een clausule worden opgenomen die waarborgt dat de overeenkomsten los van elkaar staan.

(11) De rechtshandelingen van de Unie inzake het bancaire en financiële wezen die van belang zijn voor de euro, en inzake de bestrijding van witwassen en van terrorismefinanciering die deel uitmaken van de associatieovereenkomst, moeten automatisch naar de monetaire overeenkomsten worden overgezet indien de associatieovereenkomst geheel of gedeeltelijk wordt opgeschort of indien deze wordt beëindigd.

(12) De Raad moet de regelingen voor de wijziging van overeenkomsten inzake het monetaire of wisselkoersregime bepalen,