Overwegingen bij COM(2024)460 - Proposal for a COUNCIL DECISION on providing short-term macro-financial assistance to the Arab Republic of Egypt

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Egypte heeft te maken gehad met een verhoogde externe financieringsdruk tegen de achtergrond van de escalatie van regionale spanningen. In dit verband is het van het grootste belang te zorgen voor snelle en tijdige financiële bijstand in het licht van de bijzonder acute financieringsbehoeften van Egypte in de tweede helft van 2024. Opdat de financiële bijstand Egypte nog in 2024 zou kunnen bereiken, is het passend bij wijze van uitzondering gebruik te maken van de spoedprocedure van artikel 213 VWEU, ook om de Egyptische autoriteiten voldoende tijd te geven om de begeleidende hervormingsmaatregelen uit te voeren, die door de Europese Commissie moeten worden beoordeeld voordat de uitbetaling wordt uitgevoerd.

(2) De betrekkingen tussen de Europese Unie en de Arabische Republiek Egypte (“Egypte”) worden ontwikkeld in het kader van de associatieovereenkomst tussen de EU en Egypte, die sinds 2004 van kracht is. Op 19 juni 2022 hebben de EU en Egypte de recentste prioriteiten van het partnerschap EU-Egypte voor de periode 2021-2027 aangenomen tijdens de negende Associatieraad EU-Egypte. In de partnerschapsprioriteiten wordt opnieuw bevestigd dat de EU en Egypte samen tot doel hebben de gemeenschappelijke vraagstukken aan te pakken waarmee zij worden geconfronteerd, de gemeenschappelijke belangen te bevorderen en stabiliteit op de lange termijn en duurzame ontwikkeling aan weerszijden van de Middellandse Zee te waarborgen. De gezamenlijke inzet voor de universele waarden van democratie, rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten blijft de basis vormen voor de partnerschapsprioriteiten, zoals ook tot uiting komt in het indicatieve meerjarenprogramma EU-Egypte voor de periode 2021-2027.

(3) De partnerschapsprioriteiten weerspiegelen de gezamenlijke inzet van de EU en Egypte om nauwer samen te werken ter ondersteuning van de “duurzame ontwikkelingsstrategie – visie 2030” van Egypte en de vastbeslotenheid van de EU om het partnerschap met haar zuidelijke nabuurschap te hernieuwen en te versterken. Met name in de conclusies van de Europese Raad van 10-11 december 20203 heeft de EU verklaard dat een democratisch, stabieler, groener en welvarender zuidelijk nabuurschap een strategische prioriteit is. In de EU-agenda voor het Middellandse Zeegebied en het bijbehorende economisch en investeringsplan voor de zuidelijke buurlanden, die beide zijn opgenomen in de gezamenlijke mededeling van de EU over het zuidelijk nabuurschap van 9 februari 2021, worden de doelstellingen van de EU uiteengezet, met name het tot stand brengen van een duurzaam sociaal-economisch herstel en veerkracht op lange termijn en het bevorderen van de groene en de digitale transitie in de regio.

(4) In overeenstemming met de partnerschapsprioriteiten beloven de EU en Egypte verantwoordingsplicht, de rechtsstaat en volledige eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden te waarborgen en democratie, gendergelijkheid en gelijke kansen te bevorderen als grondwettelijke rechten van al hun burgers. Deze toezeggingen bevorderen het partnerschap en dragen bij tot de duurzame ontwikkeling en stabiliteit van Egypte. De nauwere, constructieve samenwerking tussen de EU en Egypte in de afgelopen periode heeft het pad geëffend voor een zinvollere dialoog over mensenrechtenaangelegenheden. Het subcomité “politieke aangelegenheden, mensenrechten en democratie, internationale en regionale vraagstukken” van december 2022 en het Associatiecomité van mei 2023 voorzagen in de institutionele platforms om van gedachten te wisselen over een reeks mensenrechtenaangelegenheden, hetgeen de EU wil blijven doen en waarop zij wil voortbouwen. Een betere mensenrechtensituatie in Egypte zal ook een positief effect hebben op de betrekkingen tussen de EU en Egypte.

(5) De bijstand aan Egypte wordt voornamelijk gefinancierd via het nieuwe instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa in de wereld (“NDICI – Europa in de wereld”). De indicatieve toewijzing van de Unie aan Egypte in het kader van het NDICI – Europa in de wereld voor de eerste periode (2021-2024) van het indicatief meerjarenprogramma (“MIP”) bedraagt 240 miljoen EUR. Dit komt bovenop de lopende samenwerkingsportefeuille van 1,3 miljard EUR en andere begrotingssteun en noodmaatregelen in reactie op de pandemie en de Russische oorlog tegen Oekraïne ten belope van 307 miljoen EUR. De partnerschapsprioriteiten voor 2021-2027 zijn vastgesteld in het MIP EU-Egypte, dat in nauw overleg met alle relevante belanghebbenden is opgesteld, en bestrijken drie brede gebieden: i) duurzame modernisering van de economie en sociale ontwikkeling, ii) partnerschap op het gebied van buitenlands beleid en iii) versterking van de stabiliteit. Het instrument NDICI – Europa in de wereld vervangt het Europees nabuurschapsinstrument in het kader waarvan de bilaterale bijstand van de EU aan Egypte voor de periode 2014-2020 756 miljoen EUR bedroeg.

(6) De EU erkent de sleutelrol van Egypte voor de regionale veiligheid en stabiliteit. Terrorisme, georganiseerde misdaad en conflicten zijn een gemeenschappelijke bedreiging voor onze veiligheid en het sociale weefsel van landen aan weerszijden van de Middellandse Zee. Daarom hebben de EU en Egypte een gemeenschappelijk belang bij het versterken van de samenwerking die in de partnerschapsprioriteiten wordt belicht, met volledige inachtneming van het internationaal recht, met inbegrip van het recht inzake de mensenrechten en het internationaal humanitair recht.

(7) Wijzend op de geopolitieke uitdagingen, zoals de gevolgen van de terroristische aanslagen van Hamas in Israël op 7 oktober 2023 en het conflict in Sudan, en het strategische belang van Egypte als grootste land in de regio en als pijler van stabiliteit voor het hele Midden-Oosten, gaat de Unie een strategisch en breed partnerschap met Egypte sluiten, zoals uiteengezet in de gezamenlijke verklaring.

(8) Doel van het strategisch en breed partnerschap met Egypte is de politieke betrekkingen tussen de EU en Egypte op te tillen tot een strategisch partnerschap en Egypte in staat te stellen zijn sleutelrol, namelijk het bieden van stabiliteit in de regio, te vervullen. Het partnerschap heeft tot doel bij te dragen tot de ondersteuning van de macro-economische veerkracht van Egypte en de uitvoering van ambitieuze sociaal-economische hervormingen mogelijk te maken op een wijze die het hervormingsproces waarin het IMF-programma voor Egypte voorziet, aanvult en versterkt. Zoals uiteengezet in de gezamenlijke verklaring, zal het partnerschap betrekking hebben op een breed scala aan beleidsmaatregelen die zijn verdeeld over zes interventiepijlers, namelijk: politieke betrekkingen; economische stabiliteit; investeringen en handel; migratie; samenwerking op het gebied van veiligheid en rechtshandhaving; demografie en menselijk kapitaal.

(9) Het partnerschap zal worden ondersteund door een financieel pakket van 7,4 miljard EUR dat bestaat uit steun op korte en langere termijn voor de noodzakelijke macrobudgettaire en sociaal-economische hervormingsagenda, en uit verhoogde bedragen die beschikbaar zijn om investeringen in Egypte te ondersteunen en gerichte steun voor de uitvoering van de verschillende strategische prioriteiten. Een onderdeel van het steunpakket is het MFB-pakket van de EU van maximaal 5 miljard EUR aan leningen, bestaande uit twee MFB-operaties, één op korte termijn voor maximaal 1 miljard EUR en één meer op middellange termijn voor maximaal 4 miljard EUR, financieringsinstrumenten, zoals garanties en blendinginstrumenten, gericht op het mobiliseren van publieke en particuliere investeringen met als doel aanzienlijke nieuwe investeringen te genereren. Dit zal worden aangevuld met programma’s ter ondersteuning van specifieke prioriteiten in het kader van het strategisch en breed partnerschap via individuele projecten en technische bijstand in het kader van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking4.

(10) De macro-economische begrotingssituatie heeft Egypte de afgelopen maanden voor aanzienlijke uitdagingen gesteld en is aanzienlijk verslechterd, aangezien de externe druk is toegenomen en de overheidsschuld verder is gestegen, met aanhoudende aanzienlijke neerwaartse risico’s voor de economische vooruitzichten. De gevolgen van de Russische oorlog tegen Oekraïne en de terroristische aanslagen van Hamas in Israël hebben geleid tot langdurige kapitaaluitstroom en lagere ontvangsten van buitenlandse valuta, met name door een sterke daling van inkomsten uit het toerisme en de opbrengsten van het Suezkanaal. Dit is met name problematisch in het licht van de moeilijke begrotingssituatie in Egypte, die wordt gekenmerkt door constante begrotingstekorten en hoge en stijgende schuldquotes.

(11) Egypte heeft tijdens zijn contacten met het IMF in 2016-2021 aanzienlijke hervormingsinspanningen geleverd. De hervormingen omvatten een aanzienlijke devaluatie van de munteenheid, in combinatie met hervormingen van het monetaire beleid die gericht waren op een inflatiedoelzone. De hervorming van de brandstofsubsidies ging gepaard met een aanzienlijke versterking van een gericht systeem voor sociale overdrachten. Het beheer van de overheidsfinanciën werd versterkt door strategieën voor inkomsten- en schuldbeheer op middellange termijn te ontwikkelen. De autoriteiten zijn ook begonnen met de verbetering van het bestuur van staatsbedrijven.

(12) Na de goedkeuring van een vervolgprogramma van het IMF in december 2022 was de vooruitgang bij de hervormingen minder merkbaar, hoewel Egypte stappen heeft gezet om een gelijk speelveld tussen publieke en particuliere ondernemingen tot stand te brengen door middel van een wet tot afschaffing van de fiscale voorrechten van staatsondernemingen, zij het met vrijstellingen op basis van de nationale veiligheid, en door de vaststelling van een beleid inzake staatseigendom, om de aanwezigheid van de staat in de economie - die ondanks de recente beperkte vooruitgang nog steeds groot en verstorend is - te verminderen, en door te verduidelijken waarom de staat betrokken blijft bij bepaalde strategische sectoren. Egypte is zijn toezegging om de valuta in 2023 duurzaam flexibel te maken echter niet nagekomen, wat heeft geleid tot een grotendeels stabiele officiële wisselkoers en een aanzienlijke parallelle valutamarkt met een aanzienlijk depreciatie en zeer volatiele wisselkoers. Deze versnippering heeft zware gevolgen gehad voor buitenlandse investeringen en binnenlandse bedrijfsactiviteiten.

(13) Egypte heeft begin 2024 opnieuw betrekkingen aangeknoopt met het IMF en bereikte op 6 maart 2024 een overeenkomst op technisch niveau over een vernieuwd programma van de uitgebreide financieringsfaciliteit, dat werd opgeschaald tot 8 miljard USD. Het nieuwe programma zal naar verwachting in maart 2024 door de raad van bestuur van het IMF worden goedgekeurd en heeft tot doel 1) geloofwaardige wisselkoersflexibiliteit, 2) een duurzame verstrakking van het monetaire beleid, 3) begrotingsconsolidatie om de houdbaarheid van de schuld te waarborgen, 4) een nieuw kader om de infrastructuuruitgaven te beperken, 5) toereikende sociale uitgaven ter bescherming van kwetsbare groepen, en 6) uitvoering van het staatseigendomsbeleid en hervormingen om een gelijk speelveld tot stand te brengen. Samen met de ondertekening van de overeenkomst op technisch niveau heeft Egypte ook een flexibilisering van de wisselkoers ingevoerd en de belangrijkste beleidskoers van de centrale bank verhoogd met een aanzienlijke 600 basispunten, in overeenstemming met de prioriteiten van het IMF-programma.

(14) In het licht van de verslechterende economische situatie en de vooruitzichten die door aanzienlijke neerwaartse risico’s in verband met aanhoudende externe schokken werden gekenmerkt, heeft Egypte de Unie op 12 maart 2024 om aanvullende macrofinanciële bijstand verzocht.

(15) De huidige crisis in Egypte en de regio heeft de financieringsbehoeften van het land nog verergerd, met een aanzienlijk algemeen financieringstekort in het komende begrotingsjaar (“FY”, juli-juni) 2024/25, met name in de tweede helft van 2024. Dit maakt het absoluut noodzakelijk ervoor te zorgen dat tegen het einde van 2024 al een eerste aanzienlijke bijdrage via macrofinanciële bijstand kan worden geleverd. Dit lijkt onmogelijk als het besluit overeenkomstig artikel 212 VWEU zou worden vastgesteld volgens de gewone wetgevingsprocedure, gezien de beperkingen die bij het komende einde van de zittingsperiode van het Parlement horen, in combinatie met de tijd die daarna nog nodig is om de macrofinanciële bijstand volledig uit te voeren, onder meer om overeenstemming te bereiken over een reeks beleidshervormingen ter ondersteuning van de bijstand. Daarom is het gerechtvaardigd om bij wijze van uitzondering gebruik te maken van artikel 213 VWEU, dat bepaalt dat het besluit door de Raad alleen voor dit eerste deel van het MFB-pakket kan worden vastgesteld. Het gebruik van artikel 213 VWEU blijft uitzonderlijk en vormt geen precedent voor toekomstige MFB-voorstellen, die in beginsel gebaseerd zullen blijven op artikel 212 VWEU.

(16) Aangezien Egypte onder het Europees nabuurschapsbeleid valt, moet het worden beschouwd als een land dat voor macrofinanciële bijstand van de EU in aanmerking komt.

(17) De macrofinanciële bijstand van de EU moet een uitzonderlijk instrument zijn van ongebonden en niet-toegewezen betalingsbalanssteun, gericht op het lenigen van de onmiddellijke externe financieringsbehoeften van de begunstigde, en dienen ter ondersteuning van de uitvoering van een beleidsprogramma met krachtige directe aanpassings- en structurele hervormingsmaatregelen die gericht zijn op het verbeteren van de betalingsbalans.

(18) Aangezien er nog steeds sprake is van een aanzienlijk resterend extern financieringstekort op de betalingsbalans van Egypte dat de door het IMF en andere multilaterale instellingen verstrekte middelen te boven gaat, wordt de door de EU aan Egypte toe te kennen macrofinanciële bijstand, onder de huidige uitzonderlijke omstandigheden, aangemerkt als een passende reactie op het verzoek van Egypte om in samenhang met het IMF-programma de economische stabilisatie te ondersteunen. Het pakket macrofinanciële bijstand van de EU, met inbegrip van macrofinanciële bijstand van maximaal 1 miljard EUR in het kader van dit voorstel, zou de economische stabilisatie en de structurele hervormingsagenda van Egypte ondersteunen en een aanvulling vormen op de middelen die in het kader van de financiële regeling van het IMF beschikbaar worden gesteld.

(19) De macrofinanciële bijstand van de EU moet gericht zijn op het helpen herstellen van een houdbare externe financieringspositie voor Egypte en aldus de economische en sociale ontwikkeling van het land ondersteunen.

(20) Het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie is gebaseerd op een volledige kwantitatieve beoordeling van de resterende externe financieringsbehoeften van Egypte, en bij de bepaling ervan is rekening gehouden met het vermogen van het land zichzelf te financieren met eigen middelen, in het bijzonder de internationale reserves die het ter beschikking heeft. De macrofinanciële bijstand van de Unie maakt deel uit van een internationale gezamenlijke inspanning en is complementair aan de programma’s van het IMF en de Wereldbank en de door hen verstrekte middelen. Bij de vaststelling van het bedrag van de bijstand wordt ook rekening gehouden met verwachte financiële bijdragen van multilaterale donoren en met de noodzaak te zorgen voor een billijke lastendeling tussen de Unie en andere donoren, alsook met de reeds bestaande inzet van de andere externe financieringsinstrumenten van de Unie in Egypte en met de meerwaarde die over het geheel genomen door de betrokkenheid van de Unie wordt geboden.

(21) De Commissie moet ervoor zorgen dat de macrofinanciële bijstand van de EU juridisch en materieel verenigbaar is met de hoofdbeginselen, ‑doelstellingen en ‑maatregelen die zijn vastgesteld op het gebied van de verschillende onderdelen van het externe optreden en andere relevante beleidsdomeinen van de EU.

(22) De macrofinanciële bijstand van de Unie moet het externe beleid van de Unie jegens Egypte ondersteunen. De diensten van de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden moeten tijdens de gehele MFB-operatie nauw samenwerken om het externe beleid van de Unie te coördineren en de consistentie ervan te waarborgen.

(23) De macrofinanciële bijstand van de EU moet Egypte ondersteunen in zijn inspanningen met betrekking tot waarden die het land met de EU deelt, waaronder democratie, de rechtsstaat, behoorlijk bestuur, eerbiediging van de mensenrechten, duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding, en ook in zijn inspanningen met betrekking tot de beginselen van open, op regels gebaseerde en eerlijke handel.

(24) Een basisvoorwaarde voor toekenning van de macrofinanciële bijstand van de Unie aan Egypte moet zijn dat het land concrete en geloofwaardige stappen blijft zetten in de richting van het naleven van doeltreffende democratische mechanismen – waaronder een parlementair meerpartijenstelsel – en de rechtsstaat eerbiedigt, en dat het de eerbiediging van de mensenrechten garandeert. Daarnaast moeten de specifieke doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de Unie de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de beheerssystemen voor de overheidsfinanciën en het bestuur en het toezicht in de financiële sector in Egypte versterken en bijdragen aan structurele hervormingen die gericht zijn op de bevordering van duurzame en inclusieve groei, fatsoenlijk werk en begrotingsconsolidatie. De diensten van de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden moeten er regelmatig op toezien dat aan de basisvoorwaarde is voldaan en de specifieke doelstellingen worden behaald.

(25) Met het oog op een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de Unie in het kader van de macrofinanciële bijstand van de Unie, moet Egypte passende maatregelen nemen voor de preventie en de bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden met betrekking tot deze bijstand. Daarnaast moet een tussen de Commissie en de Egyptische autoriteiten te sluiten leningsovereenkomst bepalingen bevatten waarbij het Europees Bureau voor fraudebestrijding (“OLAF”) wordt gemachtigd om overeenkomstig de bepalingen en procedures van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad5 en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad6 onderzoeken, met inbegrip van controles ter plaatse en inspecties, uit te voeren, de Commissie en de Rekenkamer worden gemachtigd audits uit te voeren en het Europees Openbaar Ministerie wordt gemachtigd zijn bevoegdheden uit te oefenen met betrekking tot de verlening van macrofinanciële bijstand van de Unie tijdens en na de beschikbaarheidsperiode.

(26) De uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de EU laat de bevoegdheden van het Europees Parlement en de Raad onverlet.

(27) De bedragen van de voorziening voor de macrofinanciële bijstand in de vorm van leningen moeten stroken met de in het meerjarig financieel kader vastgestelde begrotingskredieten.

(28) De macrofinanciële bijstand van de EU moet door de Commissie worden beheerd. Om ervoor te zorgen dat het Europees Parlement en de Raad de uitvoering van dit besluit kunnen volgen, moet de Commissie hen regelmatig inlichten over ontwikkelingen met betrekking tot de bijstand en hun relevante documenten daarover verstrekken.

(29) Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit besluit te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad7.

(30) De macrofinanciële bijstand van de EU moet zijn onderworpen aan economische beleidsvoorwaarden, die in een memorandum van overeenstemming moeten worden vastgelegd. Ter wille van de efficiëntie en om eenvormige uitvoeringsvoorwaarden te waarborgen, moet de Commissie worden gemachtigd om met de Egyptische autoriteiten onderhandelingen over die voorwaarden te voeren onder toezicht van het comité van vertegenwoordigers van de lidstaten waarin Verordening (EU) nr. 182/2011 voorziet. Krachtens die verordening moet in alle andere gevallen dan die waarin die verordening voorziet, in de regel de raadplegingsprocedure worden gebruikt. Gezien de mogelijk belangrijke gevolgen van bijstand van meer dan 90 miljoen EUR, is het passend dat de onderzoeksprocedure wordt gebruikt voor verrichtingen boven die drempel. Gezien het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie aan Egypte moet op de goedkeuring van het memorandum van overeenstemming en voor het verlagen, schorsen of annuleren van de bijstand de onderzoeksprocedure worden toegepast,