Overwegingen bij COM(2024)19 - Standpunt in de Associatieraad EU-Egypte inzake de wijziging van Protocol nr. 4 bij die overeenkomst betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds (“de overeenkomst”) is bij Besluit 2004/635/EG van de Raad8 door de Unie gesloten en is op 1 juni 2006 in werking getreden. De overeenkomst omvat Protocol nr. 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking.

(2) Overeenkomstig artikel 3 van Protocol nr. 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking 9kan de bij artikel 74, eerste alinea, van de overeenkomst opgerichte Associatieraad (“Associatieraad”) besluiten de bepalingen van dit protocol te wijzigen. Overeenkomstig artikel 76, tweede alinea, van de overeenkomst zijn de besluiten van de Associatieraad bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan.

(3) De Associatieraad zal op de volgende vergadering of via briefwisseling een besluit vaststellen over de voorgestelde wijziging van Protocol nr. 4.

(4) Het is daarom passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Associatieraad, aangezien het besluit van de Associatieraad voor de Unie bindend zal zijn.

(5) De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (“de conventie”) is door de Unie gesloten bij Besluit 2013/93/EU van de Raad10 en is voor de Unie in werking getreden op 1 mei 2012. Deze conventie bevat bepalingen over de oorsprong van goederen die op grond van de desbetreffende overeenkomsten tussen de partijen worden verhandeld en deze bepalingen zijn van toepassing onverminderd de beginselen in die overeenkomsten.

(6) In artikel 6 van de conventie is bepaald dat elke partij de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de conventie daadwerkelijk wordt toegepast. Daartoe moet de Associatieraad een besluit vaststellen waarbij in Protocol nr. 4 bij de overeenkomst een dynamische verwijzing naar de conventie wordt opgenomen, zodat steeds wordt verwezen naar de recentste versie van de geldende conventie.

(7) De gesprekken over de wijziging van de conventie hebben ertoe geleid dat een nieuwe reeks gemoderniseerde en flexibelere oorsprongsregels is opgenomen in de conventie. De Unie en Egypte hebben kenbaar gemaakt dat zij, in afwachting van het definitieve resultaat van het wijzigingsproces, de nieuwe regels zo spoedig mogelijk bilateraal willen toepassen als alternatief voor de huidige regels.

(8) Begin 2021, na de aanneming door de Raad van een besluit11 tot vaststelling van het EU-standpunt in de Associatieraad, heeft de EU Egypte het ontwerpbesluit toegezonden dat door de Associatieraad moest worden aangenomen met het oog op de uitvoering van de overgangsregels van oorsprong. Tijdens het laatste Subcomité douanesamenwerking, dat op 18 oktober 2022 in Caïro plaatsvond, deelde Egypte de EU mee dat deze regels werden aanvaard met als enige voorbehoud de ontheffing van de verplichting in artikel 8, lid 4, van aanhangsel A, waardoor het besluit van de Raad van de EU dus niet langer toepasselijk is. Daarom moet bij een nieuw besluit van de Raad het nieuwe standpunt van de EU in de Associatieraad EU-Egypte worden vastgesteld.

(9) Beide partijen zijn overeengekomen geen ontheffing te verlenen van de verplichting voor marktdeelnemers om in geval van diagonale cumulatie de naam van de gemeenschappelijke partners op de bewijzen van oorsprong te vermelden.

(10) Tijdens de eerste technische vergadering over de overgangsregels van oorsprong die op 5 februari 2020 in Brussel plaatsvond, zijn de meeste partijen bij de conventie, waaronder de EU en Egypte, overeengekomen de herziene regels van de conventie (“de overgangsregels van oorsprong”) parallel aan de regels van de conventie uit te voeren, op een bilaterale overgangsbasis, in afwachting van de vaststelling van de herziene regels van de conventie.

(11) Sinds 1 september 2021 is tussen de partijen bij de conventie reeds een netwerk van bilaterale protocollen inzake oorsprongsregels in werking getreden, waardoor de overgangsregels van toepassing zijn geworden12. Het proces ter uitvoering van de overgangsregels met de overige partijen is lopende, en hangt af van de voltooiing door de partijen van de vaststellingsprocedures.

(12) Het doel van de overgangsregels van oorsprong is soepelere oorsprongsregels in te voeren om de kwalificatie van preferentiële oorsprong voor goederen te vergemakkelijken. Aangezien de overgangsregels van oorsprong over het algemeen soepeler zijn dan die van de conventie, kunnen goederen die aan de regels van de conventie voldoen, ook worden aangemerkt als van oorsprong krachtens de overgangsregels van oorsprong, met uitzondering van sommige landbouwproducten die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 2, 4 tot en met 15, 16 (behalve verwerkte visserijproducten) en 17 tot en met 24.

(13) De overgangsregels van oorsprong zijn van toepassing naast de oorsprongsregels van de conventie, waardoor twee afzonderlijke zones van cumulatie ontstaan. Daarom is in artikel 8 van aanhangsel A de algemene toepassing van de permeabiliteit tussen de conventie en de overgangsregels van oorsprong ingevoerd.

(14) Het standpunt van de Unie in de Associatieraad moet derhalve worden gebaseerd op het ontwerpbesluit.