Overwegingen bij COM(2023)776 - Standpunt EU op de 13e Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie over de toetreding van Oost-Timor tot de WTO

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (“de WTO-overeenkomst”) is door de Unie gesloten bij Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 19945 en is op 1 januari 1995 in werking getreden.

(2) Ingevolge artikel IV, lid 1, en artikel IX, lid 1, van de WTO-overeenkomst kan de Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (“WTO”) besluiten bij consensus nemen.

(3) De Ministeriële Conferentie van de WTO kan tijdens haar 13e bijeenkomst, van 26 tot en met 29 februari 2024, een besluit aannemen over de toetreding van Oost-Timor tot de WTO.

(4) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Ministeriële Conferentie van de WTO, aangezien de besluiten bindend zullen zijn voor de Unie.

(5) De onderhandelingen over de toetreding van Oost-Timor tot de WTO zijn in 2016 van start gegaan. Op 7 december 2016 is een werkgroep inzake de toetreding van Oost-Timor opgericht. De zesde vergadering van de werkgroep vond plaats op 11 oktober 2023. De multilaterale onderhandelingen over extra handelsgerelateerde gebieden zijn nog aan de gang. In maart 2023 heeft de Commissie namens de EU bilaterale onderhandelingen afgerond over een uitgebreide reeks verbintenissen van Oost-Timor tot openstelling van de markt. De toetreding tot de WTO zal naar verwachting een blijvende positieve bijdrage leveren aan het proces van economische hervorming en duurzame ontwikkeling in Oost-Timor. De EU moet de toetreding van Oost-Timor steunen.