Overwegingen bij COM(2023)663 - Standpunt EU in de Internationale Maritieme Organisatie over wijzigingen van richtsnoeren, een lijst van verplichtingen en een ontwerp-resolutie over “dark shipping”

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Het Verdrag inzake de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) is op 17 maart 1958 in werking getreden.

(2) De IMO is een gespecialiseerd agentschap van de Verenigde Naties dat verantwoordelijk is voor de veiligheid en betrouwbaarheid van de scheepvaart en de preventie van verontreiniging van de zee en de lucht door schepen. Alle lidstaten van de Unie zijn lid van de IMO. De Unie is geen lid van de IMO.

(3) Krachtens artikel 15, punt j), van het IMO-verdrag kan de Algemene Vergadering regels en richtsnoeren voor leden vaststellen inzake maritieme veiligheid, de preventie en controle van mariene verontreiniging door schepen en andere thema’s met betrekking tot het effect van de scheepvaart op het mariene milieu, die krachtens of volgens internationale instrumenten aan de Organisatie zijn toegewezen, of wijzigingen van dergelijke regels en richtsnoeren.

(4) De Algemene Vergadering van de IMO moet tijdens haar 33e zitting, van 27 november tot en met 6 december 2023, de richtsnoeren in het kader van het geharmoniseerd systeem van onderzoek en certificatie (HSSC) 2023 goedkeuren en resolutie A.1156(32) van de Algemene Vergadering van de IMO, die de HSSC-richtsnoeren voor onderzoek 2021 bevatten, intrekken, moet de wijzigingen van de richtsnoeren voor de uitvoering van de ISM-code door overheden, van de niet-limitatieve lijst van verplichtingen uit hoofde van instrumenten die relevant zijn voor de III-code en van de richtsnoeren voor toevluchtsoorden voor schepen die bijstand behoeven, goedkeuren, en moet een ontwerp van resolutie van de Algemene Vergadering ter bevordering van acties ter voorkoming van illegale activiteiten van “dark shipping” in de zeevaart goedkeuren.

(5) Het is passend het standpunt vast te stellen dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de 33e zitting van de Algemene Vergadering van de IMO, aangezien de beoogde handelingen een beslissende invloed kunnen hebben op de inhoud van het Unierecht, namelijk Verordening (EG) nr. 391/2009 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties3, Verordening (EG) nr. 336/2006, waarbij de Internationale Veiligheidsmanagementcode (ISM-code) in de wetgeving van de Unie wordt opgenomen4, Richtlijn 2009/21/EG betreffende de naleving van de vlaggenstaatverplichtingen5, Richtlijn 2002/59/EG betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart6, Besluit 2014/512/GBVB van de Raad betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren7 en Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren8.

(6) Daarom moet de Unie de goedkeuring van de HSSC-richtsnoeren voor onderzoek 2023 en de intrekking van de HSSC-richtsnoeren voor onderzoek 2021 en de wijzigingen van de niet-limitatieve lijst van verplichtingen uit hoofde van instrumenten die relevant zijn voor de III-code steunen, omdat dit ervoor zal zorgen dat ze actueel blijven.

(7) De Unie moet de wijzigingen van richtsnoeren voor de uitvoering van de ISM-code door overheden steunen om de richtsnoeren voor beoordelingen en toepassingen van audits op afstand te ontwikkelen.

(8) De Unie moet de wijzigingen van de richtsnoeren voor toevluchtsoorden voor schepen die bijstand behoeven (resolutie A.949(23)) steunen zodat een duidelijk kader wordt geboden om op consistente en geharmoniseerde wijze om te gaan met een schip dat een toevluchtsoord zoekt.

(9) De Unie moet de goedkeuring steunen van de ontwerpresolutie van de Algemene Vergadering ter bevordering van acties ter voorkoming van illegale activiteiten van “dark shipping” in de zeevaart, die naar verwachting ten goede zal komen aan de uitvoering van artikel 3 sexies ter en artikel 3 sexies quater van Verordening (EG) nr. 833/2014 van de Raad, om te waarborgen dat maatregelen die op IMO-niveau worden ingevoerd om “dark operations” aan te pakken die tot doel of tot gevolg hebben dat sancties met voeten worden betreden of omzeild, in overeenstemming zijn met de op het niveau van de Unie geldende maatregelen.

(10) Het standpunt van de Unie zal tot uiting worden gebracht door de lidstaten van de Unie die lid zijn van de IMO en door de Commissie, die gezamenlijk optreden.