Overwegingen bij COM(2023)396 - Standpunt EU met betrekking tot de positieve beoordeling van de tenuitvoerlegging van de fasen 1 en 2 van bijlage XXI-A bij de Associatieovereenkomst met Oekraïne en de bijbehorende markttoegang

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1)De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds 3 (hierna “de overeenkomst” genoemd), is door de Unie bij Besluit (EU) 2017/1247 van de Raad 4  gesloten en op 1 september 2017 in werking getreden.

(2)Overeenkomstig artikel 153, lid 2, van de overeenkomst geschiedt de aanpassing van de wetgeving aan het acquis van de Unie inzake overheidsopdrachten in opeenvolgende fasen als vermeld in het tijdschema in bijlage XXI-A bij de overeenkomst.

(3)De tenuitvoerlegging van elke fase moet door het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken worden geëvalueerd, en na een positieve beoordeling door dit comité worden gekoppeld aan wederzijdse verlening van markttoegang als uiteengezet in bijlage XXI-A bij de overeenkomst.

(4)Overeenkomstig artikel 153, lid 3, van de overeenkomst zal het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken pas tot de beoordeling van een volgende fase overgaan als de maatregelen ter implementatie van de voorgaande fase overeenkomstig de vorige overweging zijn uitgevoerd en goedgekeurd.

(5)Overeenkomstig artikel 475, lid 5, van de overeenkomst besluit de Associatieraad tot wederzijdse verdere marktopenstelling na de positieve beoordeling door het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken van de tenuitvoerlegging van elke in bijlage XXI-A bij de overeenkomst genoemde fase.

(6)Het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken moet overeenkomstig artikel 11, lid 2, van bijlage II bij Besluit nr. 1/2014 van de Associatieraad EU-Oekraïne van 15 december 2014 betreffende het reglement van orde, twee besluiten vaststellen waarin een positieve beoordeling wordt gegeven van de aanpassing van het Oekraïense recht aan het recht van de Unie aangaande de tenuitvoerlegging van respectievelijk fase 1 en fase 2, als vermeld in bijlage XXI-A bij de overeenkomst.

(7)Na die besluiten van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken moet de Associatieraad overeenkomstig artikel 11, lid 2, van bijlage I bij Besluit nr. 1/2014 van de Associatieraad EU-Oekraïne van 15 december 2014 betreffende het reglement van orde, twee besluiten vaststellen tot het verlenen van verdere wederzijdse markttoegang, naar aanleiding van de tenuitvoerlegging van fase 1 en fase 2, als vermeld in bijlage XXI-A bij de overeenkomst.

(8)Als gevolg van de in totaal vier vast te stellen besluiten moeten de Unie en Oekraïne wederzijdse markttoegang verlenen voor leveringen aan centrale overheidsinstanties, centrale, regionale en plaatselijke overheidsinstanties en publiekrechtelijke instellingen.

(9)Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken en in de Associatieraad, aangezien de beoogde besluiten voor de Unie bindend zullen zijn.