Overwegingen bij COM(2023)337 - Wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Commissie heeft na de eerste jaren van uitvoering een evaluatie gepresenteerd van de werking van het meerjarig financieel kader (MFK) voor de jaren 2021-2027 zoals vastgesteld bij Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad19, inclusief een beoordeling van de houdbaarheid van de uitgavenplafonds20.

(2) Sinds december 2020 wordt de Unie geconfronteerd met een reeks ongekende en onverwachte uitdagingen. De Unie heeft snel gehandeld en alle haar ter beschikking staande middelen gebruikt, maar de beperkte budgettaire flexibiliteit die in het MFK 2021-2027 is ingebouwd, is bijna uitgeput, waardoor het vermogen van de EU-begroting om zelfs de meest dringende uitdagingen aan te pakken, in het gedrang komt.

(3) In de eerste jaren van de uitvoering van het MFK zijn op grote schaal speciale instrumenten gebruikt om meerdere uitdagingen aan te pakken. De noodzaak om verdere actie te ondernemen blijft bestaan, terwijl de beschikbare begrotingsmiddelen om dergelijke situaties in de resterende periode van het MFK het hoofd te bieden, uiterst beperkt zijn.

(4) De EU-begroting moet de Unie in staat stellen de nodige beleidsmaatregelen in reactie op nieuwe uitdagingen te treffen en te voldoen aan wettelijke verplichtingen die niet binnen de bestaande maxima en evenmin door de uitgeputte flexibiliteit kunnen worden opgevangen. De uitgavenmaxima in vastleggingskredieten voor de rubrieken 1, 3, 5, 6 en 7, inclusief het submaximum voor administratieve uitgaven van de instellingen voor de jaren 2024, 2025, 2026 en 2027, en het maximum voor rubriek 4 voor de jaren 2025, 2026 en 2027, moeten derhalve worden verhoogd. Bijgevolg moeten de uitgavenmaxima in betalingskredieten voor de jaren 2026 en 2027 worden verhoogd.

(5) Door de illegale aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne woedt er opnieuw een oorlog op het Europese continent. De Unie zal Oekraïne blijven steunen zolang dat nodig is en zal het land vastberaden helpen op zijn Europees traject. Daartoe hebben het Europees Parlement en de Raad Verordening (EU) [XXX] [faciliteit voor Oekraïne]21 vastgesteld als reactie van de Unie ter ondersteuning van de macrofinanciële stabiliteit, wederopbouw en modernisering van Oekraïne, en ter ondersteuning van de hervormingsinspanningen van Oekraïne in het kader van zijn EU-toetredingstraject.

(6) Gezien de onzekerheden in verband met de Russische aanvalsoorlog moet de faciliteit voor Oekraïne een flexibel instrument zijn om tot 2027 voldoende steun in passende vorm te bieden. De steun in het kader van de faciliteit voor Oekraïne moet worden verleend in de vorm leningen, niet-terugbetaalbare steun en voorzieningen voor begrotingsgaranties.

(7) Voor het deel van de steun van de faciliteit voor Oekraïne dat in de vorm van leningen wordt verstrekt, is het passend de bestaande begrotingsgarantie van de Unie tot 2027 te verlengen ter dekking van de financiële bijstand die aan Oekraïne ter beschikking wordt gesteld. Bijgevolg moet het mogelijk zijn de nodige kredieten in de begroting van de Unie beschikbaar te stellen boven de tot eind 2027 beschikbare maxima van het MFK voor financiële bijstand aan Oekraïne.

(8) Voor het deel van de steun van de faciliteit voor Oekraïne dat wordt verleend in de vorm van niet-terugbetaalbare steun en voorzieningen voor begrotingsgaranties, moeten de kredieten worden verstrekt via een nieuw thematisch speciaal instrument, de “Oekraïnereserve”. De vastleggingskredieten en de bijbehorende betalingskredieten moeten jaarlijks beschikbaar worden gesteld in het kader van de in artikel 314 VWEU beschreven begrotingsprocedure, boven de maxima van het MFK.

(9) Met het oog op de programmeerbaarheid van de faciliteit voor Oekraïne en de ordelijke ontwikkeling van de uitgaven is het passend indicatieve jaarlijkse minimumbedragen en maximumbedragen vast te stellen die in de periode 2024-2027 elk jaar beschikbaar kunnen worden gesteld voor de Oekraïnereserve.

(10) Sinds 2022 zien de Unie en de meeste grote economieën een stijging van de rentetarieven voor alle emittenten van obligaties, waaronder de Unie. Bijgevolg zullen de financieringskosten voor de leningen in het kader van het herstelinstrument voor de Europese Unie (“NextGenerationEU”) die op grond van artikel 5, lid 2, van Besluit (EU, Euratom) 2020/205322 ten laste van de begroting van de Unie komen, naar verwachting hoger liggen dan de ramingen die aanvankelijk waren geprogrammeerd onder de MFK-maxima op het moment van de vaststelling ervan in december 2020.

(11) Gezien de onzekerheid omtrent de toekomstige ontwikkeling van de rentetarieven en om onnodige druk op programma’s van de Unie te voorkomen, is het passend een nieuw thematisch speciaal instrument in te stellen ter dekking van alle financieringskosten voor leningen in het kader van NextGenerationEU die de oorspronkelijk geprogrammeerde bedragen overschrijden. De nodige vastleggingskredieten en bijbehorende betalingskredieten in de begroting van de Unie moeten boven de maxima van het MFK beschikbaar worden gesteld.

(12) De reserve voor solidariteit en noodhulp en het flexibiliteitsinstrument moeten worden versterkt om ervoor te zorgen dat de Unie tot 2027 over voldoende capaciteit beschikt om op onvoorziene omstandigheden te reageren.

(13) In het licht van deze onverwachte gebeurtenissen en nieuwe uitdagingen moet het MFK worden herzien en moet Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(14) De wijzigingen van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 laten de verplichting om de in artikel 3, lid 1, en artikel 6 van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad vastgestelde maxima van de eigen middelen in acht te nemen onverlet.