Overwegingen bij COM(2023)255 - Wijziging van Verordening (EU) 2021/2278 houdende schorsing van de in artikel 56, lid 2, punt c), van Verordening (EU) nr. 952/2013 bedoelde rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde landbouw- en industrieproducten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Om een toereikende en ononderbroken aanvoer te waarborgen van bepaalde landbouw- en industrieproducten die niet in de Unie worden vervaardigd, en zo verstoringen van de markt voor die producten te voorkomen, zijn de in artikel 56, lid 2, punt c), van Verordening (EU) nr. 952/20130 van het Europees Parlement en van de Raad bedoelde rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor die producten bij Verordening (EU) 2021/22780 van de Raad (“GDT-rechten”) geschorst. Bijgevolg kunnen de in de bijlage bij Verordening (EU) 2021/2278 vermelde producten zonder enige kwantitatieve beperking tegen een verlaagd recht of een nulrecht in de Unie worden ingevoerd.

(2) De productie in de Unie van bepaalde producten die niet in de bijlage bij Verordening (EU) 2021/2278 zijn opgenomen, is ontoereikend om in de specifieke behoeften van de verwerkende industrieën in de Unie te voorzien. Aangezien het in het belang van de Unie is om een toereikende aanvoer van bepaalde producten te waarborgen en gelet op het feit dat binnen de Unie niet in voldoende hoeveelheden identieke, gelijkwaardige of vervangende producten worden vervaardigd, is het noodzakelijk een volledige schorsing van de GDT-rechten ook op die producten toe te staan.

(3) Ter bevordering van een geïntegreerde productie van batterijen in de Unie moet een gedeeltelijke schorsing van de GDT-rechten worden toegestaan voor bepaalde aan de productie van batterijen gerelateerde producten die momenteel niet in de bijlage bij Verordening (EU) 2021/2278 zijn opgenomen, gelet op het feit dat die producten in de Unie in ontoereikende mate worden vervaardigd om in de specifieke behoefte van de verwerkende industrieën in de Unie te voorzien. De datum voor de verplichte evaluatie van deze schorsingen moet worden vastgelegd op 31 december 2023, om bij die evaluatie rekening te houden met de kortetermijnontwikkeling van de batterijproductiesector in de Unie.

(4) Voor bepaalde in de bijlage bij Verordening (EU) 2021/2278 opgenomen schorsingen van de GDT-rechten moeten de productomschrijving en de indeling worden gewijzigd om rekening te houden met de technische ontwikkeling van producten en de economische ontwikkelingen op de markt.

(5) Het is niet langer in het belang van de Unie om de schorsingen van de GDT-rechten voor bepaalde producten in de bijlage bij Verordening (EU) 2021/2278 te handhaven. De schorsingen voor deze producten moeten bijgevolg uit deze bijlage worden geschrapt.

(6) Verordening (EU) 2021/2278 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7) Om te vermijden dat de toepassing van de regeling van autonome tariefschorsingen wordt onderbroken en om te voldoen aan de richtsnoeren die in de mededeling van de Commissie van 13 december 2011 inzake autonome tariefschorsingen en -contingenten0 zijn vastgesteld, moeten de wijzigingen met betrekking tot de tariefschorsingen voor de betrokken producten waarin deze verordening voorziet, toepassing vinden vanaf 1 juli 2023. Deze verordening moet derhalve met spoed in werking treden.