Overwegingen bij COM(2023)211 - EU-standpunt in het Comité voor de handel in burgerluchtvaartuigen over de toetreding van Brazilië tot de Overeenkomst inzake de handel in burgerluchtvaartuigen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Overeenkomst inzake de handel in burgerluchtvaartuigen (“de overeenkomst”) is door de Unie gesloten bij Besluit 80/271/EEG van de Raad4 en is op 1 januari 1980 in werking getreden.

(2) Brazilië heeft zijn verzoek om toetreding tot de overeenkomst op 14 juni 2022 ingediend bij het Comité voor de handel in burgerluchtvaartuigen (“het comité”), samen met de bijbehorende voorgestelde tariefverbintenissen.

(3) Gezien deze verbintenissen voldoet het verzoek van Brazilië om toetreding tot de overeenkomst aan de voorwaarden van de overeenkomst.

(4) De toetreding van Brazilië tot de overeenkomst zal naar verwachting een positieve bijdrage leveren aan de vrije en niet-verstoorde handel in de sector burgerluchtvaartuigen.

(5) Overeenkomstig artikel 9.1.3 van de overeenkomst en punt 5 van het richtsnoer voor de uitvoering van artikel 9.1.3 van de overeenkomst heeft het comité de bevoegdheid om een besluit te nemen tot goedkeuring van de toetredingsvoorwaarden.

(6) Bijgevolg is het noodzakelijk om het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het Comité voor overheidsopdrachten moet worden ingenomen in verband met de toetreding van Brazilië tot de overeenkomst.