Overwegingen bij COM(2023)172 - Standpunt EU in de Internationale Graanraad met betrekking tot de verlenging van het Graanhandelsverdrag 1995

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1)Het Graanhandelsverdrag 1995 (“het verdrag”) is door de Unie gesloten bij Besluit 96/88/EG van de Raad 5 en is op 1 juli 1995 in werking getreden. Het verdrag werd gesloten voor een periode van drie jaar.

(2)Op grond van artikel 33 van het verdrag kan de Internationale Graanraad het verdrag verlengen met opeenvolgende termijnen die bij iedere gelegenheid twee jaar niet overschrijden. Sinds de sluiting ervan is het verdrag regelmatig verlengd, telkens voor een periode van twee jaar. Het verdrag werd voor het laatst verlengd bij een besluit dat de Internationale Graanraad op 7 juni 2021 6 heeft genomen, en blijft van kracht tot en met 30 juni 2023.

(3)Tijdens zijn 58e zitting op 14 juni 2023 moet de Internationale Graanraad een besluit nemen over de verlenging van het verdrag met nog eens maximaal twee jaar, van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025.

(4)Het is wenselijk het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de 58e zitting van de Internationale Graanraad met betrekking tot de verlenging van het verdrag.

(5)De Unie is een grote graanproducent en een belangrijke exporteur van tarwe en gerst, maar ook de grootste importeur van maïs. De Unie is altijd een actief lid geweest van de Internationale Graanraad, die een belangrijke rol speelt bij het stabiliseren van de mondiale graanmarkten en het verbeteren van de voedselzekerheid. Derhalve is de verlenging van het verdrag in het belang van de Unie.