Overwegingen bij COM(2023)89 - Machtiging van Italië af te wijken van artikel 285 van de btw-richtlijn

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/647 van de Raad 28 is Italië gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG, teneinde belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 65 000 EUR tot en met 31 december 2024 van de btw vrij te stellen.

(2) Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 29 november 2022, heeft Italië verzocht om tot en met 31 december 2024 een maatregel te mogen toepassen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG, teneinde belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 85 000 EUR van de btw te mogen vrijstellen (“de bijzondere maatregel”).

(3) Bij brief van 8 december 2022 heeft de Commissie het verzoek van Italië overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG aan de overige lidstaten toegezonden. Bij brief van 9 december 2022 heeft de Commissie Italië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(4) De bijzondere maatregel is in overeenstemming met de wijzigingen van Richtlijn 2006/112/EG die zijn doorgevoerd bij Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad 29 , die tot doel heeft de btw-nalevingskosten voor kleine ondernemingen te verlichten en concurrentieverstoringen in de interne markt te vermijden.

(5) De bijzondere maatregel zal facultatief blijven voor belastingplichtigen aangezien zij nog altijd voor het normale btw-stelsel kunnen kiezen overeenkomstig artikel 290 van Richtlijn 2006/112/EG.

(6) Volgens door Italië verstrekte gegevens zal de bijzondere maatregel geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik in Italië.

(7) Met de inwerkingtreding van Verordening (EU, Euratom) 2021/769 van de Raad 30 hoeft Italië vanaf het begrotingsjaar 2021 geen compensatieberekening meer te verrichten met betrekking tot het overzicht van de eigen btw-middelen.

(8) Gezien het verwachte positieve effect van de bijzondere maatregel op het verminderen van de administratieve lasten en de nalevingskosten voor zowel kleine ondernemingen als voor de belastingautoriteiten, en gezien de verwaarloosbare impact op de totale btw-inkomsten, moet Italië worden gemachtigd de bijzondere maatregel te blijven toepassen.

(9) De machtiging voor de toepassing van de bijzondere maatregel moet in de tijd worden beperkt. De periode moet lang genoeg zijn om de Commissie in staat te stellen de doeltreffendheid en de geschiktheid van de drempel te evalueren. Bovendien moeten de lidstaten krachtens artikel 3, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/285 uiterlijk op 31 december 2024 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vaststellen en bekendmaken om te voldoen aan artikel 1, lid 12, van die richtlijn, en moeten zij deze bepalingen met ingang van 1 januari 2025 toepassen. Het is derhalve passend Italië te machtigen de bijzondere maatregel toe te passen tot en met 31 december 2024.

(10) Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/647 moet daarom worden ingetrokken.