Overwegingen bij COM(2023)37 - Wijziging van het uitvoeringsbesluit van de Raad betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Duitsland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Nadat Duitsland op 28 april 2021 zijn nationale herstel- en veerkrachtplan had ingediend, heeft de Commissie de Raad een voorstel voor een positieve beoordeling voorgelegd. De Raad heeft de positieve beoordeling goedgekeurd door middel van het uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 2 .

(2) Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 moet de maximale financiële bijdrage voor niet-terugvorderbare financiële steun van elke lidstaat uiterlijk 30 juni 2022 worden geactualiseerd aan de hand van de daarin vastgestelde methode. Op 30 juni 2022 heeft de Commissie de bijgewerkte resultaten aan het Europees Parlement en de Raad voorgelegd.

(3) Op 9 december 2022 heeft Duitsland een met redenen omkleed verzoek aan de Commissie gericht om het uitvoeringsbesluit van de Raad overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241 te wijzigen, aangezien het herstel- en veerkrachtplan als gevolg van objectieve omstandigheden gedeeltelijk niet meer haalbaar is. Op basis hiervan heeft Duitsland een gewijzigd herstel- en veerkrachtplan ingediend.

(4) Het door Duitsland ingediende gewijzigde herstel- en veerkrachtplan heeft betrekking op twee maatregelen. Ten eerste, investering 2.2.4 Bevordering van de digitalisering van spoorwegen door de vervanging van conventionele interlock-/versnelde programma’s om de uitrol van “Digital Rail Germany” (SLP) te versnellen in het kader van component 2.2 Digitalisering van de economie, en streefdoel met volgnummer 72. Ten tweede, investering 5.1.3 Speciaal programma ter bespoediging van onderzoek naar en ontwikkeling van dringend noodzakelijke vaccins tegen SARS-CoV-2, in het kader van component 5.1 Versterking van een pandemisch veerkrachtig gezondheidszorgstelsel, en streefdoelen met volgnummers 105 en 106.

(5) Investering 2.2.4 bestaat uit de financiering van zeven proefprojecten die gericht zijn op de ontwikkeling van oplossingen voor de vervanging van oude seinposten en overwegbeveiligingssystemen door beveiligingssystemen van de laatste digitale generatie. Het door Duitsland ingediende gewijzigde herstel- en veerkrachtplan brengt verandering in het geplande tijdschema voor de uitvoering van een van de zeven projecten, SLP Ansbach, vanwege objectieve omstandigheden. Duitsland heeft verklaard dat het streefdoel met volgnummer 72 binnen het beoogde tijdschema niet meer volledig haalbaar is als gevolg van uitzonderlijke vertragingen die zich tijdens de bouw hebben voorgedaan. Deze vertragingen houden verband met de vaststelling van verborgen grondverontreiniging, gevolgd door het vinden van bommen en munitie, waardoor de bouwtechniek moest worden gewijzigd, en ten slotte de extreem hoge zomertemperaturen in 2022, waardoor de werkzaamheden dichtbij en onder de sporen werden belemmerd. Op basis hiervan heeft Duitsland verzocht het SLP Ansbach-project te schrappen van het streefdoel met volgnummer 72, dat naar verwachting in het vierde kwartaal van 2021 zal worden voltooid, en heeft het een nieuw streefdoel 72A voorgesteld, dat naar verwachting in het eerste kwartaal van 2023 zal worden voltooid, voor de uitvoering van dat project.

(6) De doelstellingen van investering 5.1.3 zijn de ondersteuning van het onderzoek naar en de ontwikkeling van vaccins tegen SARS-CoV-2 om de ernst en de duur van de pandemie te beperken. De investering bestaat uit financiële steun aan Duitse vaccinproducenten om hun ontwikkelings- en productiecapaciteit te vergroten en het aantal patiënten voor klinische proeven te verhogen. Het door Duitsland ingediende gewijzigde herstel- en veerkrachtplan wijzigt de streefdoelen in verband met de uitvoering van de maatregel vanwege objectieve omstandigheden. Duitsland heeft verduidelijkt dat een van de drie vaccinproducenten die in het kader van het speciale steunprogramma deelnamen, succesvol was geweest bij het onderzoek en de uitrol van het vaccin, terwijl de twee andere deelnemers geen aanvraag tot goedkeuring van hun respectieve vaccin bij het Europees Geneesmiddelenbureau hebben ingediend. Hierdoor is het streefdoel met volgnummer 105 niet meer volledig haalbaar. Voorts hadden volgens de uitleg van Duitsland drie bedrijven financiering in het kader van het programma ontvangen maar heeft één vaccinproducent zich uit het goedkeuringsproces bij het Europees Geneesmiddelenbureau teruggetrokken, terwijl een andere grote vertraging heeft opgelopen bij het bereiken van de vooraf vastgestelde mijlpalen met betrekking tot de fasen van de ontwikkeling van vaccins (zoals de goedkeuring van een specifieke fase van klinische proeven of de verlening van een vergunning voor het vaccin) en evenmin een aanvraag voor goedkeuring heeft ingediend. Ook is de uitbetaling van meer dan 591 281 160 EUR in het kader van het programma volgens Duitsland niet haalbaar, waardoor streefdoel met volgnummer 106 niet langer volledig haalbaar is. Derhalve heeft Duitsland verzocht streefdoel met volgnummer 105 te schrappen, op grond waarvan een tweede deelnemer in het kader van het speciale onderzoeksprogramma bij het Europees Geneesmiddelenbureau een aanvraag tot goedkeuring van een vaccin tegen SARS-CoV-2 moest indienen. Duitsland heeft ook verzocht streefdoel met volgnummer 106 te wijzigen door het totale bedrag dat aan de maatregel is toegewezen, naar beneden bij te stellen van 750 000 000 EUR naar 591 000 000 EUR, en ook de daarmee samenhangende uitbetalingsdoelstelling te verlagen. Dit bedrag van 591 000 000 EUR wordt in aanmerking genomen als de geraamde totale kosten van de maatregel. De verminderde geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan moeten in aanmerking worden genomen om de financiële bijdrage te bepalen, overeenkomstig artikel 20, lid 4, van Verordening (EU) 2021/241.

(7) De Commissie is van oordeel dat de door Duitsland aangevoerde redenen een wijziging op grond van artikel 21, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 rechtvaardigen. Krachtens artikel 19 van Verordening (EU) 2021/241 heeft de Commissie de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan beoordeeld overeenkomstig de in bijlage V bij die verordening opgenomen beoordelingsrichtsnoeren.

(8) De door Duitsland voorgestelde zeer beperkte wijziging heeft geen gevolgen voor de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het herstel- en veerkrachtplan.

(9) Er wordt nog steeds voldaan aan de beoordelingscriteria, met name die van artikel 19, lid 3, punten a), b), c), d), e), f), g), h), i), j) en k), van Verordening (EU) 2021/241, gezien het gerichte karakter van de door Duitsland voorgestelde wijzigingen die slechts betrekking hebben op de gedeeltelijke wijziging van twee maatregelen. Naast deze gerichte wijziging heeft Duitsland de Commissie schriftelijk bevestigd dat het voornemens is in het voorjaar van 2023 te verzoeken om een uitgebreide actualisering van het uitvoeringsbesluit van de Raad overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241, waarbij alle of een aanzienlijk deel van de uitdagingen die in de desbetreffende landspecifieke aanbevelingen zijn vastgesteld, worden aangepakt, en in verhouding tot de maximale financiële bijdrage voor niet-terugbetaalbare financiële steun die Duitsland op grond van Verordening (EU) 2021/241 vanaf 30 juni 2022 ter beschikking staat.

(10) Na de positieve beoordeling door de Commissie van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan van Duitsland met de bevinding dat het herstel- en veerkrachtplan op bevredigende wijze voldoet aan de beoordelingscriteria van Verordening (EU) 2021/241, moet dit besluit overeenkomstig artikel 20, lid 2, van en bijlage V bij die verordening de wijzigingen van de hervormingen en investeringsprojecten bevatten die nodig zijn om het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan in aanmerking te nemen.

(11) De totale kosten van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan van Duitsland worden geraamd op 26 360 114 773 EUR 3 . Aangezien het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan op bevredigende wijze voldoet aan de beoordelingscriteria van Verordening (EU) 2021/241 en aangezien voorts dit bedrag van de geraamde totale kosten van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan lager is dan de maximale financiële bijdrage die voor Duitsland beschikbaar is, moet de aan het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan van Duitsland toegewezen financiële bijdrage gelijk zijn aan de geraamde totale kosten van het plan.

(12) Uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Duitsland moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.