Overwegingen bij COM(2022)703 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 904/2010 wat betreft de voor het digitale tijdperk noodzakelijke regelingen voor administratieve samenwerking op het gebied van de btw

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Bij Verordening (EU) nr. 904/2010 14 van de Raad zijn de voorwaarden vastgesteld waaronder de bevoegde autoriteiten die in de lidstaten met de uitvoering van de wetgeving inzake de btw belast zijn, onderling en met de Commissie samenwerken om de naleving van die wetgeving te verzekeren. Deze voorwaarden behelzen onder andere de regels betreffende de opslag en de uitwisseling, langs elektronische weg, van inlichtingen met het oog op een juiste btw-heffing, toe te zien op de juiste toepassing van de btw, met name bij intracommunautaire transacties, en btw-fraude te bestrijden.

(2) Bij Richtlijn (EU) XX/XXX 15 van de Raad [PB gelieve nummer en jaar in te voegen van de richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de btw-regels voor het digitale tijdperk die op dezelfde dag als deze verordening is vastgesteld] zijn in Richtlijn 2006/112/EG 16 van de Raad digitale rapportagevereisten (“DRR’s”) opgenomen. Krachtens deze vereisten moeten voor btw-doeleinden geïdentificeerde belastingplichtigen de lidstaten inlichtingen verstrekken over elke intracommunautaire levering van goederen, elke intracommunautaire verwerving van goederen en elke dienst die belastbaar is in een andere lidstaat dan die waar de leverancier of dienstverlener is gevestigd. De lidstaten moeten die inlichtingen over intracommunautaire transacties uitwisselen en verwerken om toe te zien op de juiste toepassing van de btw en om fraude op te sporen.

(3) De bestaande samenwerking tussen de belastingautoriteiten van de lidstaten is gebaseerd op de uitwisseling van geaggregeerde informatie tussen nationale elektronische systemen. Met de invoering van de DRR’s wordt beoogd de belastingdiensten tijdig gegevens op transactiebasis te verstrekken ten behoeve van een betere inning van de belasting. Om die gegevens op efficiënte wijze ter beschikking te stellen van andere belastingdiensten en om een gemeenschappelijke uitvoering van analyses en kruiscontroles en een gemeenschappelijke interpretatie van die analyses en kruiscontroles te vergemakkelijken, is een centraal systeem nodig waarin btw-informatie wordt gedeeld.

(4) Om de lidstaten in staat te stellen btw-fraude doeltreffender te bestrijden, moet een centraal elektronisch systeem voor de uitwisseling van btw-informatie (hierna het “centrale VIES” genoemd) worden opgezet om dergelijke informatie te delen. Dat systeem moet van de nationale elektronische systemen van de lidstaten informatie ontvangen over intracommunautaire transacties die zijn gemeld door de desbetreffende leveranciers of dienstverleners en afnemers in verschillende lidstaten. Dat systeem moet ook de btw-identificatiegegevens van belastingplichtigen die intracommunautaire transacties verrichten, van de lidstaten ontvangen. Voorts moeten, telkens wanneer gegevens worden gewijzigd, ook de metagegevens in het centrale VIES worden geüpload om het tijdstip van wijziging te traceren.

(5) De btw-identificatiegegevens van belastingplichtigen die intracommunautaire transacties verrichten, moeten onverwijld automatisch in het centrale VIES worden bijgewerkt telkens wanneer identificatiegegevens wijzigen, tenzij de lidstaten overeenkomen dat een dergelijke bijwerking niet relevant, essentieel of nuttig is. Dergelijke bijwerkingen zijn noodzakelijk omdat de geldigheid van de btw-identificatienummers van belastingplichtigen moet worden gecontroleerd om de vrijstelling voor intracommunautaire leveringen van goederen waarin artikel 138 van Richtlijn 2006/112/EG voorziet, te kunnen verlenen. Om de belastingdiensten een redelijke mate van zekerheid over de kwaliteit en de betrouwbaarheid van deze gegevens te bieden, moet informatie over intracommunautaire transacties automatisch in het centrale VIES worden bijgewerkt uiterlijk één dag nadat de lidstaat die informatie van de belastingplichtige heeft ontvangen.

(6) Wat de btw-identificatiegegevens in het centrale VIES betreft, moeten de lidstaten voorts maatregelen nemen om te waarborgen dat de gegevens die belastingplichtigen overeenkomstig artikel 214 van Richtlijn 2006/112/EG met het oog op identificatie voor btw-doeleinden vertrekken, door de betrokken lidstaat volledig en accuraat worden bevonden. De lidstaten moeten er ook voor zorgen dat het btw-identificatienummer in het centrale VIES als ongeldig wordt getoond wanneer een belastingplichtige zijn verplichtingen om gegevens te verstrekken, niet nakomt of zijn economische activiteit heeft stopgezet.

(7) De informatie over intracommunautaire transacties die door leveranciers of dienstverleners en afnemers in verschillende lidstaten worden gerapporteerd, moet door elke lidstaat onmiddellijk na ontvangst ervan in het centrale VIES worden ingevoerd. De ontvangen informatie moet snel worden verwerkt, vanwege technische redenen die verband houden met de hoeveelheid gegevens, en ook om verdachte transacties en mogelijke gevallen van btw-fraude in een vroeg stadium op te sporen.

(8) Om de lidstaten bij te staan in hun strijd tegen btw-fraude en om fraudeurs op te sporen, moeten de btw-identificatiegegevens en de btw-informatie over intracommunautaire transacties gedurende vijf jaar worden bewaard. Dat is de termijn die de lidstaten minimaal nodig hebben om doeltreffende controles te kunnen uitvoeren en vermoedelijke gevallen van btw-fraude te onderzoeken of dergelijke fraude op te sporen. Die termijn is ook evenredig gezien de enorme hoeveelheid aan gegevens over intracommunautaire transacties en de gevoeligheid ervan als commerciële en persoonsgegevens.

(9) Om mismatches tijdig op te sporen en zo btw-fraude beter te kunnen bestrijden, moet het centrale VIES automatisch kruiscontroles kunnen verrichten van de informatie die zowel van leveranciers of dienstverleners als van afnemers wordt verzameld krachtens de DRR’s die zijn ingevoerd bij Richtlijn (EU) XX/XXX 17 [PB gelieve nummer en jaar in te voegen van de richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de btw-regels voor het digitale tijdperk die op dezelfde dag als deze verordening is vastgesteld]. De lidstaten moeten de resultaten van deze kruiscontroles krijgen om er een passende follow-up aan te geven.

(10) Om met het centrale VIES dezelfde functionaliteiten te kunnen bieden als het bestaande systeem voor de uitwisseling van btw-informatie waarin artikel 17, lid 1, punt a), van Verordening (EU) nr. 904/2010 voorziet, moet dat systeem ook informatie kunnen aggregeren om een overzicht te geven van geleverde en ontvangen goederen en diensten die door in lidstaten gevestigde belastingplichtigen zijn gerapporteerd. Om te waarborgen dat de lidstaten via het centrale VIES elkaars informatie kunnen blijven raadplegen zoals die momenteel is gestructureerd in het bestaande systeem voor de uitwisseling van btw-informatie, moet het centrale VIES de aggregatie van gegevens ondersteunen.

(11) Om de bevoegde autoriteiten van de lidstaten te helpen de btw correct te heffen, toe te zien op de juiste toepassing van de btw, btw-fraude te bestrijden en de synergieën te benutten tussen verschillende informatiesystemen die voor de btw relevante informatie bevatten, moet het centrale VIES inlichtingen die van de lidstaten zijn ontvangen, verwerken samen met alle andere overeenkomstig Verordening (EU) nr. 904/2010 meegedeelde of verzamelde inlichtingen.

(12) De toegang tot de informatie in het centrale VIES moet op “need-to-know”-basis worden verleend. Deze informatie mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan het toezicht op de juiste toepassing van de btw en de bestrijding van btw-fraude. De in deze verordening vastgestelde geheimhoudingsregels moeten bindend zijn voor alle gebruikers.

(13) Om btw-fraude te bestrijden, moeten de Eurofisc-verbindingsambtenaren van de lidstaten als bedoeld in artikel 36 van Verordening (EU) nr. 904/2010 toegang hebben tot en analyses kunnen verrichten van btw-informatie over intracommunautaire transacties. Om toe te zien op de juiste toepassing van de btw-wetgeving, moeten de ambtenaren van de lidstaten die nagaan of de btw-vrijstelling voor bepaalde ingevoerde goederen, zoals bepaald in artikel 143, lid 1, punt d), van Richtlijn 2006/112/EG, van toepassing is, ook toegang hebben tot de btw-identificatiegegevens die in het centrale VIES zijn opgeslagen. Voorts moeten de bevoegde autoriteiten van de lidstaten om dezelfde redenen andere ambtenaren selecteren die rechtstreeks toegang moeten hebben tot het centrale VIES, en hen indien nodig die toegang verlenen. Ten slotte moeten naar behoren gemachtigde personen van de Commissie toegang hebben tot de informatie in het centrale VIES, maar alleen voor zover die toegang noodzakelijk is voor de ontwikkeling en het onderhoud van dat systeem.

(14) Om vermoedelijke btw-fraude te onderzoeken en dergelijke fraude op te sporen, moeten de informatiesystemen die het Eurofisc-netwerk ondersteunen in de strijd tegen btw-fraude, met inbegrip van het systeem voor transactienetwerkanalyse en het centrale elektronische systeem van betalingsinlichtingen (“CESOP”), rechtstreeks toegang hebben tot het centrale VIES.

(15) De hoeveelheid gegevens en de frequentie waarmee gegevens naar het centrale VIES worden doorgezonden, vereisen dat de informatiestromen van het centrale VIES naar de nationale systemen worden geautomatiseerd. Een dergelijke automatisering moet ook een efficiënt en beveiligd communicatiekanaal tussen machines omvatten en menselijke interventie bij de toegang tot gedeelde gegevens overbodig maken. Nationale elektronische systemen die informatie doorzenden naar het centrale VIES, moeten daarom ook toegang hebben tot de in dat systeem opgeslagen informatie, met inbegrip van de informatie die voor btw-controledoeleinden en de bestrijding van btw-fraude is verwerkt en geaggregeerd.

(16) Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 904/2010 te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot de door de Commissie uit te voeren taken voor het technische beheer van het centrale VIES, de technische details betreffende de identificatie en toegang van ambtenaren en elektronische systemen tot het centrale VIES, de technische details en het formaat van de informatie die naar het centrale VIES wordt doorgezonden, en de rollen en verantwoordelijkheden van de lidstaten en de Commissie wanneer zij optreden als verwerkingsverantwoordelijke en verwerker krachtens Verordeningen (EU) 2016/679 18 en (EU) 2018/1725 19 van het Europees Parlement en de Raad. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 20 van het Europees Parlement en de Raad.

(17) Btw-fraude is een gemeenschappelijk probleem voor alle lidstaten. De lidstaten alleen beschikken niet over de nodige informatie om de juiste toepassing van de btw-regels te garanderen en btw-fraude aan te pakken. Daar de doelstelling van Verordening (EU) nr. 904/2010 - de bestrijding van btw-fraude - niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt vanwege het grensoverschrijdende karakter van de interne markt, maar beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(18) Belastingplichtigen die leveringen van goederen of diensten faciliteren via het gebruik van een elektronische interface, kunnen van de lidstaat waar die prestaties belastbaar zijn als bedoeld in artikel 242 bis van Richtlijn 2006/112/EG, het verzoek krijgen om hun boekhouding ter beschikking te stellen. Om de administratieve lasten en nalevingskosten voor die belastingplichtigen te verminderen en dubbel werk te voorkomen, moet de lidstaat van identificatie dergelijke verzoeken zoveel mogelijk coördineren. Te dien einde moet een standaardformulier worden vastgesteld voor de elektronische toezending van deze informatie aan de lidstaten.

(19) In Richtlijn 2006/112/EG wordt een nieuwe vereenvoudigingsregeling in het éénloketsysteem (OSS) ingevoerd voor belastingplichtigen die bepaalde eigen goederen de grens overbrengen. Deze nieuwe regeling moet derhalve worden opgenomen in het algemene kader van de bijzondere btw-regelingen in het éénloketsysteem die zijn vastgesteld in hoofdstuk XI, afdeling 3, van Verordening (EU) nr. 904/2010. Met name de inlichtingenuitwisseling tussen de lidstaat waaruit en de lidstaat waarnaar de goederen worden overgebracht, moet in dat kader worden opgenomen.

(20) Aangezien het nieuwe éénloketsysteem alomvattend is en ook grensoverschrijdende goederenbewegingen omvat die momenteel onder de regeling inzake voorraad op afroep overeenkomstig artikel 17 bis van Richtlijn 2006/112/EG vallen, is die regeling uit Richtlijn 2006/112/EG geschrapt. Artikel 21 van Verordening (EU) nr. 904/2010 moet worden afgestemd op die wijziging van Richtlijn 2006/112/EG.

(21) Het misbruik van btw-identificatienummers in het éénloketsysteem voor invoer (IOSS) is door belanghebbenden als een potentieel risico aangemerkt. Om het correcte gebruik en het controleproces van IOSS-btw-identificatienummers beter te waarborgen, moet artikel 47 nonies van Verordening (EU) nr. 904/2010 worden uitgebreid om de douaneautoriteiten toegang te verlenen tot informatie over marktdeelnemers die voor het IOSS geregistreerd zijn, waardoor zij de risico’s beter zullen kunnen beheren en beheersen.

(22) Om de controles met betrekking tot de IOSS-regeling te versterken, moet aan artikel 17, lid 1, punt e), van Verordening (EU) nr. 904/2010 de totale waarde van in het kader van de IOSS-regeling ingevoerde goederen per IOSS-identificatienummer per lidstaat van verbruik worden toegevoegd.

(23) De technische details, inclusief gemeenschappelijke elektronische berichten, voor de beschikbaarstelling van de boekhouding door belastingplichtigen die prestaties faciliteren via het gebruik van een elektronische interface als bedoeld in artikel 242 bis van Richtlijn 2006/112/EG, moeten worden vastgesteld volgens de comitéprocedure waarin deze verordening voorziet.

(24) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Met name wordt met deze verordening beoogd het in artikel 8 van het Handvest vastgelegde recht op bescherming van persoonsgegevens ten volle te respecteren. In dat verband wordt de hoeveelheid persoonsgegevens die aan de belastingautoriteiten beschikbaar zullen worden gesteld, door deze verordening sterk beperkt. De verwerking van inlichtingen over intracommunautaire transacties overeenkomstig deze verordening mag alleen plaatsvinden voor de toepassing van deze verordening.

(25) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 en heeft op […] een advies uitgebracht.

(26) Aangezien de implementatie van het centrale VIES-systeem nieuwe technologische ontwikkelingen vereist, moet de toepassing van de bepalingen betreffende het centrale VIES worden uitgesteld om de lidstaten en de Commissie in de gelegenheid te stellen deze technologieën te ontwikkelen.

(27) Geautomatiseerde toegang tot informatie over intracommunautaire transacties die via lijsten zijn gerapporteerd, heeft rechtstreeks uitwerking op de doeltreffendheid van de btw-controles. Daarom moet het huidige systeem voor de uitwisseling van btw-informatie als bedoeld in artikel 17, lid 1, punt a), van Verordening (EU) nr. 904/2010 gedurende bepaalde tijd worden gehandhaafd na de afschaffing van die lijsten. Na die tijd moeten de desbetreffende bepalingen van het huidige systeem voor de uitwisseling van btw-informatie worden geschrapt en moet de via lijsten verstrekte informatie toegankelijk blijven op verzoek.

(28) Verordening (EU) nr. 904/2010 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.