Overwegingen bij COM(2022)88 - EU-standpunt in de IMO mbt herziening van resolutie en wijziging van het Verdrag inzake FAL over prestatienormen voor communicatiemiddelen van reddingsvaartuigen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Het Verdrag van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) is in werking getreden op 17 maart 1958.

(2) De IMO is een gespecialiseerd agentschap van de Verenigde Naties dat verantwoordelijk is voor de veiligheid en betrouwbaarheid van de scheepvaart en de preventie van verontreiniging van de zee en de lucht door schepen. Alle lidstaten van de Unie zijn lid van de IMO. De Unie is geen lid van de IMO.

(3) Volgens artikel 28, punt b), van het Verdrag inzake de IMO treft de Maritieme Veiligheidscommissie voorzieningen voor de uitvoering van de taken die haar overeenkomstig dat verdrag zijn toegewezen door de algemene vergadering of de raad van de IMO, of van de taken die haar binnen het toepassingsgebied van dat artikel kunnen zijn toegewezen in het kader van een ander internationaal instrument en die door de IMO zijn goedgekeurd.

(4) Volgens artikel 48, punt a), van het IMO-verdrag kan de Vereenvoudigingscommissie wijzigingen van het Verdrag inzake het vergemakkelijken van het internationale verkeer ter zee3 (“FAL-Verdrag”) vaststellen. Alle lidstaten zijn partij bij het FAL-Verdrag. De Unie is geen partij bij dat verdrag.

(5) De Maritieme Veiligheidscommissie moet tijdens haar 105e zitting, van 20 tot en met 29 april 2022, een resolutie betreffende prestatienormen voor draagbare bi-directionele VHF-radiotelefonietoestellen voor reddingsvaartuigen, ter herziening van resolutie MSC.149(77), vaststellen.

(6) De Vereenvoudigingscommissie moet tijdens haar 46e zitting, van 9 tot en met 13 mei 2022, wijzigingen van de bijlage bij het FAL-Verdrag vaststellen.

(7) Het is aangewezen het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de 105e zitting van de Maritieme Veiligheidscommissie, aangezien de beoogde MSC-resolutie betreffende prestatienormen voor draagbare bi-directionele VHF-radiotelefonietoestellen voor reddingsvaartuigen, ter herziening van resolutie MSC.149(77), een beslissende invloed kan hebben op de inhoud van de wetgeving van de Unie, namelijk Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 inzake uitrusting van zeeschepen en tot intrekking van Richtlijn 96/98/EG van de Raad4.

(8) De vaststelling van de MSC-resolutie betreffende prestatienormen voor draagbare bi-directionele VHF-radiotelefonieapparatuur voor reddingsvaartuigen, ter herziening van resolutie MSC.149(77), zou de eerder vastgestelde prestatienormen voor draagbare bi-directionele VHF-radiotelefonietoestellen voor reddingsvaartuigen verbeteren. Derhalve moet de Unie de resolutie steunen, aangezien die bedoeld is om in te spelen op de modernisering van het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem (GMDSS) en de uniforme interpretatie van de geldigheidsduur van batterijen voor draagbare bi-directionele VHF-radiotelefonietoestellen voor reddingsvaartuigen.

(9) Het is aangewezen het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de 46e zitting van de Vereenvoudigingscommissie, aangezien de beoogde wijzigingen van de bijlage bij het FAL-Verdrag een beslissende invloed kunnen hebben op de inhoud van de wetgeving van de Unie, namelijk Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG5 en, vanaf de datum waarop deze van toepassing wordt, Verordening (EU) 2019/1239 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot instelling van een Europees maritiem éénloketsysteem en tot intrekking van Richtlijn 2010/65/EU6 (EMSWe-verordening).

(10) De wijzigingen van de bijlage bij het FAL-Verdrag stemmen die bijlage beter af op de voorschriften van Verordening (EU) 2019/1239 en de overeengekomen bedrijfsvoorschriften voor de uitvoering daarvan, namelijk door elektronische verzending via één enkel loket te verplichten, de herhaling van gegevenselementen te voorkomen, het gebruik van papieren formulieren voor de verzending van informatie te vermijden en niet langer een manuele handtekening te verplichten.

(11) Het standpunt van de Unie moet worden uitgedrukt door de gezamenlijk optredende lidstaten van de Unie die lid zijn van de Maritieme Veiligheidscommissie en de Vereenvoudigingscommissie van de IMO.