Overwegingen bij COM(2022)40 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/54/EU waarbij Slovenië wordt gemachtigd een bijzondere maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 287 van de btw-richtlijn

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Krachtens artikel 287, punt 15, van Richtlijn 2006/112/EG mag Slovenië vrijstelling van btw verlenen aan belastingplichtigen met een jaaromzet die ten hoogste gelijk is aan de tegenwaarde van 25 000 EUR in de nationale munteenheid tegen de op de datum van zijn toetreding geldende omrekeningskoers.

(2) Bij Uitvoeringsbesluit 2013/54/EU van de Raad 23 werd Slovenië gemachtigd om tot en met 31 december 2015 een bijzondere maatregel in te stellen in afwijking van artikel 287, punt 15, van Richtlijn 2006/112/EG en dus vrijstelling van btw te verlenen aan belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 50 000 EUR (hierna de “bijzondere maatregel” genoemd). Die machtiging is tweemaal verlengd, laatstelijk bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1700 van de Raad 24 , tot en met 31 december 2021.

(3) Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 27 oktober 2021, heeft Slovenië verzocht om machtiging tot verlenging van de bijzondere maatregel tot en met 31 december 2024, de datum waartegen de lidstaten Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad 25 moeten omzetten. Uit die richtlijn volgt dat de lidstaten met ingang van 1 januari 2025 vrijstelling van btw mogen verlenen voor goederenleveringen en diensten van belastingplichtigen van wie de jaaromzet in de lidstaat de drempel van 85 000 EUR of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid niet overschrijdt.

(4) Bij brief van 15 november 2021 heeft de Commissie de overige lidstaten overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG van het verzoek van Slovenië in kennis gesteld. Bij brief van 16 november 2021 heeft de Commissie Slovenië ervan in kennis gesteld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(5) De bijzondere maatregel is in overeenstemming met Richtlijn (EU) 2020/285, die tot doel heeft de nalevingslasten voor kleine ondernemingen te beperken en concurrentieverstoringen in de interne markt te vermijden.

(6) De bijzondere maatregel zal facultatief blijven voor belastingplichtigen aangezien zij nog altijd voor het normale btw-stelsel kunnen kiezen krachtens artikel 290 van Richtlijn 2006/112/EG.

(7) Volgens door Slovenië verstrekte gegevens zal de bijzondere maatregel geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik in Slovenië.

(8) Met de inwerkingtreding van Verordening (EU, Euratom) 2021/769 van de Raad 26 zal Slovenië geen compensatieberekening meer verrichten met betrekking tot het overzicht van de eigen btw-middelen voor het begrotingsjaar 2021.

(9) Gezien het feit dat de bijzondere maatregel de administratieve lasten en de nalevingskosten verlicht voor zowel kleine ondernemingen als voor de belastingautoriteiten zonder dat dit grote gevolgen heeft voor de totale btw-inkomsten, moet Slovenië worden gemachtigd de bijzondere maatregel te blijven toepassen.

(10) De machtiging om de bijzondere maatregel te blijven toepassen, moet in de tijd worden beperkt. De periode moet lang genoeg zijn om te kunnen evalueren of de drempel doeltreffend en passend is. Bovendien moeten de lidstaten krachtens artikel 3, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/285 uiterlijk op 31 december 2024 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vaststellen en bekendmaken om aan artikel 1 van die richtlijn, tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG, te voldoen en moeten zij deze bepalingen met ingang van 1 januari 2025 toepassen. Het is derhalve passend Slovenië te machtigen de bijzondere maatregel toe te passen tot en met 31 december 2024.

(11) Uitvoeringsbesluit 2013/54/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.