Overwegingen bij COM(2021)772 - Standpunt EU inzake de wijziging van Protocol nr. 4 betreffende de oorsprongsregels bij de EER-Overeenkomst

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (“de EER-Overeenkomst”) is bij Besluit 94/1/EG, EGKS van de Raad en de Commissie 3 gesloten en is op 1 januari 1994 in werking getreden.

(2) Protocol nr. 4 bij de EER-Overeenkomst bepaalt de oorsprongsregels. Krachtens artikel 98 van de EER-Overeenkomst kan het bij artikel 92 van de EER-Overeenkomst ingestelde Gemengd Comité (“het Gemengd Comité”) besluiten Protocol nr. 4 te wijzigen.

(3) Het Gemengd Comité zal tijdens zijn volgende vergadering, voor het einde van 2023, een besluit tot wijziging van Protocol nr. 4 (“het besluit”) vaststellen.

(4) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité, aangezien het besluit in de Unie bindende juridische gevolgen zal hebben.

(5) De Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels (“de conventie”) is door de Unie gesloten bij Besluit 2013/94/EU van de Raad 4 en is met betrekking tot de Unie in werking getreden op 1 mei 2012. Deze conventie bevat bepalingen over de oorsprong van goederen die op grond van de desbetreffende bilaterale vrijhandelsovereenkomsten tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de conventie worden verhandeld en deze bepalingen zijn van toepassing onverminderd de beginselen die zijn opgenomen in die bilaterale overeenkomsten.

(6) De gesprekken over de wijziging van de conventie hebben ertoe geleid dat een nieuwe reeks gemoderniseerde en flexibelere oorsprongsregels is opgenomen in de conventie. In afwachting van de sluiting en inwerkingtreding van de wijziging van de conventie zijn de EER-partijen overeengekomen, zo spoedig mogelijk een alternatieve reeks oorsprongsregels toe te passen die zijn gebaseerd op die van de gewijzigde conventie en die bilateraal gebruikt kunnen worden als alternatieve oorsprongsregels voor de regels van de conventie (“de overgangsregels”). Met het oog hierop zal het besluit ook in de overgangsregels voorzien.

(7) De tekst van het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER dat door de Raad van de Europese Unie werd aangenomen 5 , is om technische redenen verworpen door de EVA-staten tijdens de vergadering van het Gemengd Subcomité vrij verkeer van goederen van de EER op 30 juni 2021, waardoor het besluit van de Raad niet langer toepasselijk is. Daarom moet bij een besluit van de Raad het nieuwe standpunt van de EU in het Gemengd Comité van de EER worden vastgesteld.

(8) De EU-lidstaten en EVA-staten zijn deze overgangsregels onderling beginnen toe te passen op 1 september 2021 6 ; het is derhalve passend om dit besluit van het Gemengd Comité van de EER met terugwerkende kracht vanaf 1 september 2021 toe te passen met inachtneming van het bepaalde in artikel 4 van dat besluit, teneinde een samenhangende toepassing van de oorsprongsregels binnen de EER te garanderen.

(9) Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité moet derhalve worden gebaseerd op het ontwerpbesluit.