Overwegingen bij COM(2021)666 - Standpunt EU in het kader van het Verdrag inzake bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging in verband met wijziging van de bijlage bij het stortprotocol

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Het Protocol bij het Verdrag inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging (het “Verdrag van Barcelona”) inzake de voorkoming en beëindiging van verontreiniging van de Middellandse Zee door storten vanuit schepen en luchtvaartuigen of door verbranding op zee (het “stortprotocol”) is door de Unie gesloten bij Besluit 77/585/EEG van de Raad 2 en is op 15 april 1978 in werking getreden.

(2) Ingevolge artikel 18 van het Verdrag van Barcelona kan de vergadering van de partijen bij het Verdrag van Barcelona en de bijbehorende protocollen wijzigingen van de bijlagen bij dat verdrag vaststellen.

(3) De partijen bij het Verdrag van Barcelona en de bijbehorende protocollen zijn voornemens tijdens de 22e vergadering van 7 tot en met 10 december 2021 een besluit vast te stellen tot wijziging van de bijlage bij het stortprotocol met betrekking tot factoren die in aanmerking moeten worden genomen bij de vaststelling van criteria voor de afgifte van vergunningen voor het storten van stoffen op zee, rekening houdend met artikel 6 van het protocol.

(4) Het is nodig het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens vergadering van de partijen bij het Verdrag van Barcelona en de bijbehorende protocollen, aangezien bij dit besluit wijzigingen van de bijlage bij het stortprotocol zullen worden vastgesteld die voor de Unie bindend zullen zijn.

(5) Aangezien de beoogde wijzigingen van de bijlage de eisen inzake de bescherming van de Middellandse Zee zullen moderniseren, de internationale verbintenissen en ambities van de Unie zullen beïnvloeden en de bescherming van het milieu zullen verbeteren, wordt voorgesteld dat de Unie de vaststelling van het besluit steunt.