Overwegingen bij COM(2021)433 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/789 waarbij Hongarije wordt gemachtigd af te wijken van artikel 193 van de btw-richtlijn

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Overeenkomstig artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG is de belastingplichtige die op belastbare wijze goederen levert of diensten verricht, in de regel ook de persoon die tot voldoening van de btw is gehouden.

(2) Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/789 van de Raad 4 , is Hongarije gemachtigd tot invoering van een maatregel die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG, wat betreft de tot voldoening van de btw gehouden persoon (“de bijzondere maatregel”) wanneer bepaalde prestaties worden verricht door een belastingplichtige die in liquidatie is of in een andere procedure waarbij officieel zijn staat van insolventie is vastgesteld.

(3) Bij brief van 18 februari 2021 heeft Hongarije bij de Commissie een verzoek ingediend om de machtiging tot toepassing van de bijzondere maatregel te verlengen tot en met 31 december 2026 (hierna “het verzoek” genoemd). Hongarije heeft tegelijk met het verzoek een verslag ingediend, waarin het onder meer een evaluatie van de speciale maatregel heeft opgenomen.

(4) Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie het verzoek bij brief van 7 april 2021 aan de andere lidstaten toegezonden. Bij brief van 8 april 2021 heeft de Commissie Hongarije meegedeeld dat zij over alle benodigde gegevens beschikte voor de beoordeling van het verzoek.

(5) Hongarije voert aan dat belastingplichtigen die in liquidatie of in staat van insolventie zijn, vaak de verschuldigde btw niet afdragen. Tegelijkertijd is de koper een belastingplichtige met recht op aftrek die nog altijd de btw in mindering kan brengen; dit heeft negatieve gevolgen voor de begroting en de liquidatie wordt zo gefinancierd. Hongarije heeft ook fraude geconstateerd waarbij bedrijven in liquidatie fictieve facturen uitreiken aan actieve bedrijven, waardoor de belasting die deze bedrijven moeten betalen, fors daalt zonder dat er een garantie is dat de uitreiker van de factuur de verschuldigde btw betaalt.

(6) Overeenkomstig artikel 199, lid 1, punt g), van Richtlijn 2006/112/EG kunnen de lidstaten bepalen dat de btw moet worden voldaan door de belastingplichtige aan wie onroerend goed wordt geleverd dat in een openbare verkoop op grond van een executoriale titel door de executieschuldenaar is verkocht (“de verleggingsgregeling”). De speciale maatregel stelt Hongarije in staat de verleggingsregeling ook toe te passen op andere leveringen door belastingplichtigen in staat van insolventie, namelijk de levering van kapitaalgoederen en de levering van andere goederen of diensten met een normale waarde van meer dan 100 000 HUF.

(7) Op grond van door Hongarije verstrekte informatie heeft de toepassing van de verleggingsregeling op dat soort transacties de belastinginning daadwerkelijk vereenvoudigd en belastingontduiking voorkomen. De uitvoering van de maatregel heeft de inkomstenderving voor de overheid beperkt en heeft extra begrotingsinkomsten gegenereerd. Bovendien kunnen de economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak in de nabije toekomst tot een sterke toename van het aantal liquidaties leiden, wat de noodzaak van verlenging van de bijzondere maatregel onderstreept.

(8) De gevraagde derogatie moet in de tijd worden beperkt om de belastingdienst de tijd te geven om in de periode totdat de derogatiemaatregel is verstreken andere, klassieke maatregelen te nemen om het probleem aan te pakken en de verliezen voor de overheidsbegroting te verminderen, met name verliezen die verband houden met frauduleuze praktijken, zodat een verlenging van de derogatie overbodig wordt. Een derogatie op grond waarvan de verleggingsregeling kan worden gebruikt, wordt slechts bij uitzondering verleend voor specifieke frauduleuze gebieden en moet als een laatste redmiddel worden gezien. De machtiging mag daarom slechts tot en met 31 december 2024 worden verlengd.

(9) De derogatiemaatregel zal geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw.

(10) Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/789 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.