Overwegingen bij COM(2021)392 - Tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op de invoer van bepaalde industrieproducten in de Canarische Eilanden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1386/2011 van de Raad 6 verstrijkt de schorsing van de rechten met betrekking tot bepaalde kapitaalgoederen voor commercieel of industrieel gebruik die op de Canarische Eilanden worden ingevoerd, op 31 december 2021.

(2) In april 2021 heeft de regering van Spanje overeenkomstig artikel 349 van het Verdrag verzocht om een verlenging van de schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor een aantal producten. De bij Verordening (EU) nr. 1386/2011 vastgestelde maatregelen hebben een positieve bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de economie van de Canarische Eilanden, met name in de industrie en de bouw, waardoor de ernstige impact van de economische en commerciële nadelen door de afgelegen ligging, het insulaire karakter en de geringe omvang van die eilanden is verkleind.

(3) De economie van de Canarische eilanden wordt nog steeds negatief beïnvloed door de geringe omvang van de markt van de eilanden, de fragmentering ervan en de grote afstand tot Europa, de bijzonder hoge werkloosheid en de hogere productie- en distributiekosten in vergelijking met die van de marktdeelnemers op het Europese vasteland. Hoewel het werkloosheidspercentage van de Canarische Eilanden tot 2019 enigszins is verbeterd, steeg de werkloosheid van 20,5 % in 2019 tot 22,6 % in 2020, waarmee het percentage ruim boven het nationale en het Uniegemiddelde van respectievelijk 15,5 % en 7,1 % ligt (Eurostat, 2021).

(4) Bovendien is het toerisme op de Canarische eilanden door de COVID-19-crisis stilgevallen, wat in 2020 tot een geraamde daling van ongeveer 20 % van het bbp heeft geleid. Bovendien was er in de bouw en de industrie in verhouding met 2019 sprake van een geraamde krimp van 13 %.

(5) Het is derhalve passend de schorsing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde goederen, zoals vermeld in de bijlagen I en II bij Verordening (EU) nr. 1386/2011, te verlengen teneinde:

–de duurzaamheid van de positieve effecten van Verordening (EU) nr. 1386/2011 te waarborgen;

–bij te dragen tot de diversificatie van de economie;

–te zorgen voor constante groei en jobcreatie in de industrie en de bouw;

–de innovatie te stimuleren;

–de lokale economie minder afhankelijk te maken van de dienstensector;

–andere maatregelen voor de stabilisering van het economische en sociale klimaat op de Canarische Eilanden aan te vullen.

(6) In aanvulling op de productcategorieën die onder Verordening (EU) nr. 1386/2011 vallen, heeft de Spaanse regering in dezelfde context verzocht om schorsing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor zeven nieuwe productcategorieën die zijn ingedeeld onder de GN-codes 3903 19, 5603 94, 5604 10, 7326 90, 7607 20, 8441 40 en 8479 90. Dat verzoek moet worden ingewilligd omdat deze schorsingen, die onder meer betrekking hebben op machines voor industriële doeleinden en grondstoffen, de economie van de Canarische Eilanden zouden versterken.

(7) Om ervoor te zorgen dat alleen marktdeelnemers die op het grondgebied van de Canarische Eilanden zijn gevestigd, in aanmerking komen voor deze tariefmaatregelen, moeten de schorsingen afhankelijk worden gesteld van de bijzondere bestemming van de producten, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad 7 en Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie 8 .

(8) In geval van een verlegging van het handelsverkeer en teneinde uniforme voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te verzekeren, dient de Commissie uitvoeringsbevoegdheden te krijgen zodat zij de schorsing tijdelijk kan intrekken. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 9 .

(9) De maatregelen van de onderhavige verordening moeten de continuïteit na het verstrijken van Verordening (EU) nr. 1386/2011 waarborgen. Daarom moeten de maatregelen van de onderhavige verordening worden toegepast van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2031.