Overwegingen bij COM(2021)254 - Wijziging van Verordening (EU) 2016/1628 wat betreft de overgangsbepalingen voor bepaalde machines die zijn uitgerust met motoren in de vermogensgroep tussen 56 kW en 130 kW of boven de 300 kW, met het oog op het aanpakken van de gevolgen van de COVID-19-crisis

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Verordening (EU) 2016/1628 van het Europees Parlement en de Raad 3 stelt voorschriften vast met betrekking tot emissiegrenswaarden voor verontreinigende gassen en deeltjes en EU-typegoedkeuringsprocedures voor verschillende categoriëen van motoren voor niet voor de weg bestemde mobiele machines.

(2) De data die van toepassing zijn op de nieuwe emissiegrenswaarden, “fase V-emissiegrenswaarden” genoemd in Verordening (EU) 2016/1628, zijn vastgesteld om fabrikanten duidelijke en volledige informatie te verschaffen, alsook een passende termijn voor de overgang naar fase V, terwijl tegelijkertijd de administratieve lasten voor de goedkeuringsinstanties aanzienlijk worden verminderd.

(3) Als gevolg van de uitbraak van COVID-19 en de daarmee gepaard gaande verstoringen in de toeleveringsketen en de productie hadden fabrikanten van niet voor de weg bestemde mobiele machines, aangeduid als “fabrikanten van de originele uitrusting” of “OEM’s”, moeite om te voldoen aan de termijnen van 30 juni 2020 en 31 december 2020 voor de productie en het in de handel brengen van machines die zijn uitgerust met motoren die voldoen aan minder strenge emissiegrenswaarden dan die van fase V. In verband daarmee is Verordening (EU) 2016/1628 gewijzigd bij Verordening (EU) 2020/1040 van het Europees Parlement en de Raad 4 om deze termijnen met twaalf maanden te verlengen.

(4) Aangezien de aanhoudende verstoring in de toeleveringsketen en de productie als gevolg van de COVID-19-pandemie nog steeds leidt tot vertragingen bij de productie en het in de handel brengen van machines met andere categorieën motoren (tussen 56 kW en 130 kW en boven de 300 kW) die voldoen aan minder strenge emissiegrenswaarden dan die van fase V, is het zeer waarschijnlijk dat OEM’s niet zullen kunnen voldoen aan de in Verordening (EU) 2016/1628 vastgestelde termijnen van 30 juni 2021 en 31 december 2021 voor de productie en het in de handel brengen van de goederen zonder daarbij ernstige economische schade te lijden.

(5) Gezien de huidige omstandigheden en teneinde de goede werking van de interne markt te waarborgen, rechtszekerheid te bieden en mogelijke marktverstoring te voorkomen, is het nodig de overgangsbepalingen van Verordening (EU) 2016/1628 te verlengen voor die categorieën van motoren.

(6) Aangezien de verlenging van de overgangsbepalingen geen gevolgen voor het milieu zal hebben omdat de betrokken overgangsmotoren reeds zijn geproduceerd, moeten de desbetreffende perioden worden verlengd met zes maanden voor de productie van de met die motoren uitgeruste machines en met negen maanden voor het in de handel brengen ervan.

(7) Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk het verlengen van sommige overgangsbepalingen van Verordening (EU) 2016/1628, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen ervan beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie maatregelen vaststellen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.

(8) Gezien de urgentie die voortvloeit uit de uitzonderlijke omstandigheden ten gevolge van de COVID‐19-uitbraak, is het nodig gebleken een uitzondering te maken op de periode van acht weken bedoeld in artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het VEU, aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

(9) Verordening (EU) 2016/1628 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10) Aangezien de in Verordening (EU) 2016/1628 vastgestelde overgangsperiode voor bepaalde subcategorieën van motoren op 31 december 2021 verstrijkt en OEM’s tot en met 30 juni 2021 de tijd hebben om met overgangsmotoren van die subcategorieën uitgeruste niet voor de weg bestemde mobiele machines te produceren, moet deze verordening met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,