Overwegingen bij COM(2020)461 - Wijziging van Verordening 1257/96 betreffende humanitaire hulp

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2020)461 - Wijziging van Verordening 1257/96 betreffende humanitaire hulp.
document COM(2020)461 NLEN
datum 29 mei 2020
 
(1) De COVID-19-pandemie heeft wereldwijd een aanzienlijke impact op samenlevingen, om te beginnen in de zorgsector. Van daaruit heeft de pandemie wereldwijd ernstige sociale en economische gevolgen en veroorzaakt en verergert zij humanitaire nood.

(2) Derde landen met zwakke staatsinstellingen zijn bijzonder kwetsbaar voor de gevolgen van de pandemie. Dit zal leiden of heeft al geleid tot grotere druk op de humanitaire actoren om een onmiddellijke, doeltreffende, doelmatige en samenhangende respons te bieden en de lokale gemeenschappen in de derde landen te ondersteunen. De responsstrategie van de Unie moet alomvattend, samenhangend en integraal zijn, en zich richten op zowel de volksgezondheid, de sociaal-economische problemen als op de humanitaire behoeften. Meer bepaald worden kwetsbare landen en bevolkingsgroepen bedreigd en hebben zij behoefte aan bijstand, hulpverlening en bescherming.

(3) Overeenkomstig de verordening [tot vaststelling van het herstelinstrument voor de Europese Unie] en binnen de grenzen van de daarin beschikbaar gestelde middelen, moeten maatregelen ter ondersteuning van herstel en veerkracht in het kader van de humanitaire hulpverlening worden uitgevoerd om de ongekende gevolgen van de COVID-19-crisis het hoofd te bieden.  Dergelijke extra middelen moeten zo worden aangewend dat de uiterste data waarin de verordening [tot vaststelling van het herstelinstrument voor de Europese Unie] voorziet, worden gerespecteerd.   

(4) Verordening (EG) nr. 1257/96 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,