Overwegingen bij COM(2020)404 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 2015/1017 wat betreft de invoering van een instrument voor solvabiliteitssteun

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
1) De ramingen van de Commissie op basis van gegevens op bedrijfsniveau wijzen erop dat de behoefte aan eigenvermogenherstel als gevolg van de Covid-19-pandemie in 2020 ongeveer 720 miljard EUR zou kunnen bedragen. Het cijfer zou kunnen stijgen indien de lockdownmaatregelen langer in werking zouden blijven dan nu wordt aangenomen, of indien ze opnieuw zouden moeten worden opgelegd als de besmettingen opnieuw de kop zouden opsteken. Als deze kapitaaltekorten niet worden aangepakt, kan dit leiden tot een langere periode van lagere investeringen en hogere werkloosheid. Het effect van het kapitaaltekort zal niet in alle sectoren en lidstaten even groot zijn, wat leidt tot verschillen op de eengemaakte markt. Een en ander wordt nog verergerd door het feit dat de capaciteit van de lidstaten om staatssteun te verlenen sterk verschilt.

2) Overeenkomstig Verordening [Herstelinstrument van de Europese Unie] en binnen de grenzen van de daarin toegewezen middelen moeten in het kader van het venster solvabiliteitssteun van het Europees Fonds voor strategische investeringen herstel- en veerkrachtmaatregelen worden genomen om het ongekende effect van de COVID-19-crisis aan te pakken.  Dergelijke extra middelen moeten op zodanige wijze worden gebruikt dat de in Verordening [EURI] vastgestelde termijnen in acht worden genomen.   

3) Om de ernstige economische gevolgen van de Covid-19-pandemie in de Unie tegen te gaan, moeten ondernemingen die door de economische crisis als gevolg van de pandemie moeilijkheden hebben ondervonden en die niet voldoende steun kunnen krijgen door middel van marktfinanciering of maatregelen van de lidstaten, dringend over een faciliteit voor solvabiliteitssteun kunnen beschikken in het kader van een instrument voor solvabiliteitssteun, dat als een derde venster in het kader van het EFSI moet worden toegevoegd.

4) Ondernemingen die in het kader van het instrument voor solvabiliteitssteun worden ondersteund, moeten in de Unie gevestigd en actief zijn, hetgeen betekent dat zij hun statutaire zetel in een lidstaat moeten hebben en in de Unie actief moeten zijn in die zin dat zij aanzienlijke activiteiten hebben op het gebied van personeel, productie, onderzoek en ontwikkeling of andere commerciële activiteiten hebben in de Unie. Zij moeten activiteiten uitvoeren ter ondersteuning van de doelstellingen van deze verordening. Zij moeten een levensvatbaar bedrijfsmodel hebben en niet al eind 2019 in moeilijkheden hebben verkeerd met betrekking tot het staatssteunkader 7 . De steun moet bestemd zijn voor in aanmerking komende ondernemingen die actief zijn in de lidstaten en sectoren die het meest door de Covid-19-crisis zijn getroffen en/of waar de beschikbaarheid van solvabiliteitssteun van de staat beperkter is.

5) De aan de Europese Investeringsbank (EIB) verleende EU-garantie moet met 66 436 320 000 EUR worden verhoogd om het derde venster van het EFSI - het venster solvabiliteitssteun - in het leven te roepen in het kader waarvan solvabiliteitssteun moet worden verleend.

6) De voorziening van de EU-garantie moet dienovereenkomstig worden verhoogd. Gezien het hoge niveau van risicovolheid van de investerings- en financieringsverrichtingen in het kader van het venster solvabiliteitssteun moet het totale voorzieningspercentage van het EFSI worden bijgesteld tot 45,8 %.

7) Met het bedrag van de EU-garantie dat beschikbaar is in het kader van het venster solvabiliteitssteun zal naar verwachting tot 300 000 000 000 EUR aan investeringen in de reële economie worden gemobiliseerd.

8) De wijze waarop de steun wordt verleend, moet flexibel zijn omdat in de verschillende lidstaten verschillende oplossingen nodig zijn. Mogelijk zijn onder meer financiering of garantieverlening of investeringen door de EIB-groep in bestaande, onafhankelijk beheerde fondsen of in special purpose vehicles die op hun beurt investeren in in aanmerking komende ondernemingen. Bovendien kan de steun worden gekanaliseerd via nieuw opgerichte, onafhankelijk beheerde fondsen, onder meer via teams die voor het eerst worden opgericht, of via special purpose vehicles die speciaal op Europees, regionaal of nationaal niveau zijn opgezet om te kunnen profiteren van de EU-garantie om te investeren in in aanmerking komende bedrijven. De EU-garantie zou ook kunnen worden gebruikt om een interventie van een nationale stimuleringsbank of -instelling te garanderen of te financieren, in overeenstemming met de staatssteunregels, samen met particuliere investeerders, ter ondersteuning van in aanmerking komende ondernemingen. Overmatige concurrentieverstoring op de interne markt moet worden vermeden.

9) De eigenvermogensfondsen, special purpose vehicles, investeringsplatforms en nationale stimuleringsbanken en -instellingen moeten eigen vermogen of quasi-eigenvermogen (zoals hybride vreemd vermogen, preferente aandelen of converteerbaar eigen vermogen) verstrekken aan in aanmerking komende ondernemingen, maar exclusief entiteiten gericht op buy-out (of vervangingskapitaal) met het oog op asset stripping.

10) De financierings- en investeringsverrichtingen moeten worden afgestemd op de huidige beleidsprioriteiten van de Unie, zoals de European Green Deal en de strategie inzake de vormgeving van de digitale toekomst van Europa. De steun voor grensoverschrijdende activiteiten moet ook specifiek zijn.

11) Over financierings- en investeringsverrichtingen in het kader van het venster solvabiliteitssteun moet tot eind 2024 worden beslist, waarbij over ten minste 60 % van de financierings- en investeringsverrichtingen vóór eind 2022 moet worden beslist, zodat snel kan worden gereageerd op de door de Covid-19-pandemie veroorzaakte economische crisis.

12) Om de steun aan de Europese economie via het Europees Investeringsfonds (EIF) te kunnen kanaliseren, moet de Commissie kunnen deelnemen aan een of meer eventuele kapitaalverhogingen van het EIF, zodat het de Europese economie en het herstel ervan kan blijven ondersteunen. De Unie moet haar totale aandeel in het EIF-kapitaal kunnen handhaven. In het herziene meerjarig financieel kader voor de huidige periode moet daartoe in voldoende financiële middelen worden voorzien.

13) Er moet een bedrag van 100 000 000 EUR worden vastgesteld ter ondersteuning van de oprichting en het beheer van investeringsfondsen, special purpose vehicles en investeringsplatforms in de lidstaten, met name in de lidstaten die geen ontwikkelde markten voor eigenvermogensfondsen hebben, en ter ondersteuning van de groene en digitale transformatie van ondernemingen die worden gefinancierd in het kader van het venster solvabiliteitssteun.

14) Het Investeringscomité in het kader van de InvestEU-verordening moet ook in het kader van deze verordening, zodra deze is vastgesteld, verantwoordelijk worden voor het verlenen van de EU-garantie.

15) Artikel 137, lid 2, van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie bepaalt dat het Verenigd Koninkrijk en projecten in het Verenigd Koninkrijk alleen in aanmerking komen voor door de Uniebegroting in het kader van het EFSI gegarandeerde financiële verrichtingen die zijn goedgekeurd door de entiteiten en organen, met inbegrip van de EIB en het Europees Investeringsfonds ("EIF"), of door personen die belast zijn met de uitvoering van een deel van deze acties vóór de datum van inwerkingtreding van de terugtrekkingsovereenkomst. Voorts beperkt artikel 143, lid 1, van het terugtrekkingsakkoord de aansprakelijkheid van het Verenigd Koninkrijk voor zijn aandeel in de voorwaardelijke verplichtingen van de Unie tot die voorwaardelijke verplichtingen welke voortvloeien uit financiële verrichtingen waartoe de Unie vóór de datum van inwerkingtreding van het terugtrekkingsakkoord heeft besloten. Elke voorwaardelijke verplichting van de Unie op grond van deze verordening is van na de datum van terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie. Deze verordening dient daarom niet van toepassing te zijn op en in het Verenigd Koninkrijk.

16) De door het Europees Parlement en de Raad op basis van artikel 322 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) vastgestelde horizontale financiële regels zijn op deze verordening van toepassing. Deze regels zijn vastgelegd in het Financieel Reglement en bepalen met name de procedure voor de vaststelling en uitvoering van de begroting door middel van subsidies, aanbestedingen, prijzen en indirecte uitvoering, en in de regels is voorzien in controle van de verantwoordelijkheid van de financiële actoren. De op basis van artikel 322 VWEU vastgestelde regels hebben tevens betrekking op de bescherming van de begroting van de Unie in geval van algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat in de lidstaten, aangezien de eerbiediging van de rechtsstaat een essentiële voorwaarde is voor goed financieel beheer en doeltreffende EU-financiering.

17) Verordening (EU) 2015/1017 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,