Overwegingen bij COM(2015)29 - Standpunt in de Associatieraad EU-Jordanië over een nieuw protocol betreffende "producten van oorsprong"

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Protocol nr. 3 bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds[3] (hierna 'de overeenkomst' genoemd) heeft betrekking op de definitie van het begrip 'producten van oorsprong' en methoden van administratieve samenwerking (hierna 'protocol nr. 3' genoemd).

(2) De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels[4] (hierna 'de conventie' genoemd) bevat bepalingen over de oorsprong van goederen die op grond van de desbetreffende overeenkomsten tussen de partijen worden verhandeld.

(3) De Unie en Jordanië hebben de conventie respectievelijk op 15 juni 2011 en 7 juli 2011 ondertekend.

(4) De Unie en Jordanië hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012 en 16 augustus 2013 bij de depositaris van de conventie neergelegd. Bijgevolg is op grond van artikel 10, lid 3, van de conventie de conventie voor de Unie en Jordanië op respectievelijk 1 mei 2012 en 1 oktober 2013 in werking getreden.

(5) In artikel 6 van de conventie is bepaald dat elke partij de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de conventie daadwerkelijk wordt toegepast. Daartoe dient de bij de overeenkomst opgerichte Associatieraad een besluit te nemen om protocol nr. 3 te vervangen door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de conventie wordt verwezen.

(6) Het standpunt van de Unie in de Associatieraad moet derhalve worden gebaseerd op bijgaand ontwerpbesluit.