Overwegingen bij COM(2013)725 - Standpunt in de associatieraad EU-Algerije over de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en regelingen voor administratieve samenwerking

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Protocol 6 bij de Europees-mediterrane overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Democratische Volksrepubliek Algerije, anderzijds[2] (hierna 'de overeenkomst' genoemd), zoals gewijzigd bij Besluit nr. 1/2010 van de Associatieraad EU-Algerije van 3 augustus 2010[3], heeft betrekking op de definitie van het begrip 'producten van oorsprong' en regelingen voor administratieve samenwerking.

(2) Artikel 15 van protocol 6 bevat een algemeen verbod op teruggave of vrijstelling van douanerechten voor niet van oorsprong zijnde materialen die gebruikt zijn bij de vervaardiging van producten van oorsprong. In lid 7 van dit artikel is evenwel bepaald dat onder bepaalde voorwaarden tot 31 december 2012 toch een gedeeltelijke teruggave of vrijstelling kan worden verleend.

(3) Omwille van de duidelijkheid en teneinde het bedrijfsleven economische voorspelbaarheid op de lange termijn en rechtszekerheid te garanderen, zijn de partijen overeengekomen om de toepassing van artikel 15, lid 7, met drie jaar te verlengen met ingang van 1 januari 2013.

(4) Overeenkomstig artikel 39 van protocol 6 dient de bij de overeenkomst opgerichte associatieraad te besluiten om het protocol te wijzigen.

(5) De Europese Unie moet daarom in de associatieraad het standpunt innemen dat in bijgaand ontwerpbesluit is opgenomen.