Overwegingen bij COM(2010)57 - 2010/0038 (NLE) Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende een EU-standpunt in de Samenwerkingsraad EG-Zuid-Afrika over de wijziging van de desbetreffende bepalingen en bijlagen van de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de EG en Zuid-Afrika (de TDC-overeenkomst), teneinde bepaalde tarieven in overeenstemming te brengen met de tarieven die door Botswana, Lesotho en Swaziland op EU-producten worden toegepast uit hoofde van bijlage 3 bij de tussentijdse economische partnerschapsovereenkomst met de SADC

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds [3] (hierna “de overeenkomst” genoemd) is bij Besluit 2004/441/EG van de Raad van 26 april 2004 [4] namens de Gemeenschap goedgekeurd.

(2) In artikel 97, lid 3, van de overeenkomst is bepaald dat de Samenwerkingsraad de bevoegdheid heeft om besluiten te nemen over alle onder de overeenkomst vallende zaken. In artikel 106, lid 1, van de overeenkomst wordt aan de Samenwerkingsraad de bevoegdheid verleend te beslissen over amenderingen die aan hem worden voorgelegd door een partij bij de overeenkomst die deze wenst te amenderen.

(3) In artikel 3 van Besluit 2004/441/EG wordt eraan herinnerd dat het standpunt dat de Gemeenschap dient in te nemen in de Samenwerkingsraad, door de Raad moet worden vastgesteld, op voorstel van de Commissie, overeenkomstig de betreffende bepalingen van het Verdrag. Bovendien wordt de Samenwerkingsraad in artikel 10 van Besluit nr. 1/2001 van de Samenwerkingsraad betreffende de aanneming van het reglement van orde (2001/631/EG [5]) gemachtigd besluiten via een schriftelijke procedure vast te stellen.

(4) Botswana, Lesotho en Swaziland zijn, met Zuid-Afrika en Namibië, lid van de Zuid-Afrikaanse douane-unie (SACU).

(5) Op 4 juni is een tussentijdse economische partnerschapsovereenkomst (EPO) met Botswana, Lesotho en Swaziland ondertekend. Deze moet overeenkomstig artikel 105 van de tussentijdse EPO voorlopig worden toegepast zodra van deze voorlopige toepassing kennisgeving is gedaan aan de depositaris.

(6) Voor producten uit de Europese Unie die op grond van de tussentijdse EPO worden ingevoerd in Botswana, Lesotho en Swaziland gelden dezelfde douanerechten als voor EU-producten die op grond van de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de EU en Zuid-Afrika worden ingevoerd, met uitzondering van een lijst van producten die onder 53 tariefposten vallen.

(7) Met het oog op de duidelijkheid, de economische voorspelbaarheid op lange termijn en de rechtszekerheid voor marktdeelnemers, alsmede om een soepel vrij verkeer van goederen binnen de SACU te bevorderen en de samenhang van het douanetarief van de SACU te behouden, wordt het passend geacht in de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking met de Republiek Zuid-Afrika (de TDC-overeenkomst) [6] voor 53 tariefposten dezelfde tarieven op te nemen als tussen de EU en Botswana, Lesotho, Namibië en Swaziland in bijlage 3 bij de tussentijdse economische partnerschapsovereenkomst zijn overeengekomen.

(8) De regelingen die in de TDC-overeenkomst voor de afschaffing van de tarieven door Zuid-Afrika zijn opgenomen in artikel 12, in bijlage III, lijsten 3, 4 en 5 (industrieproducten), in artikel 15 en in bijlage VI, lijsten 1, 2 en 3 (landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten), moeten worden gewijzigd ten aanzien van 23 tariefposten voor landbouwproducten, 11 tariefposten voor verwerkte landbouwproducten en 22 tariefposten voor industrieproducten, waarvoor een nieuw tijdschema voor de afschaffing van de douanerechten van toepassing zal zijn, zoals beschreven in het bij dit besluit gevoegde ontwerpbesluit van de Samenwerkingsraad EG-Zuid-Afrika.