Overwegingen bij COM(2010)55 - Standpunt van de EU in het Gemengd Comité Douanesamenwerking EU-Japan betreffende de onderlinge erkenning van AEO programma's in de EU en in Japan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Volgens artikel 4, lid 3, van de overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken tussen de Europese Gemeenschap en Japan (hierna 'de overeenkomst' genoemd) [3] moet de douanesamenwerking worden ontwikkeld om de handel te vergemakkelijken.

(2) De wederzijdse erkenning van gecertificeerde bedrijven (AEO's - Authorised Economic Operators) is bevorderlijk voor de veiligheid van de toeleveringsketen en de internationale handel.

(3) Voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en ter vereenvoudiging van het werk van bedrijven en douane is het daarom dienstig deze wederzijdse erkenning tot stand te brengen.

(4) Deze wederzijdse erkenning moet tot stand worden gebracht door een besluit van het bij de overeenkomst opgerichte Gemengd Comité Douanesamenwerking.

(5) De Europese Unie moet daarom in het Gemengd Comité Douanesamenwerking het standpunt innemen dat in bijgevoegd ontwerp-besluit is opgenomen.