Overwegingen bij COM(2010)90 - Sluiting van de overeenkomst tussen Euratom en het Ministerie van Energie van de VS (USDOE) op het gebied van onderzoek en ontwikkeling inzake nucleaire veiligheid

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Op 6 januari 1995 is een overeenkomst ondertekend tussen Euratom en het USDOE op het gebied van onderzoek en ontwikkeling inzake veiligheidscontroles van nucleair materiaal.

(2) Deze overeenkomst moet worden gewijzigd teneinde deze te verruimen tot alle aspecten van onderzoek en ontwikkeling inzake nucleaire veiligheid.

(3) De Commissie is op 4 november 2008 gemachtigd om te onderhandelen over een dergelijke overeenkomst die de overeenkomst van 1995 zal vervangen.

HEEFT DIT BESLUIT VASTGESTELD:

Enig artikel

De sluiting door de Commissie van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) en het Ministerie van Energie van de Verenigde Staten van Amerika (USDOE) op het gebied van onderzoek en ontwikkeling inzake nucleaire veiligheid, wordt goedgekeurd.

De tekst van deze overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De Voorzitter

BIJLAGE

OVEREENKOMST

tussen

HET MINISTERIE VAN ENERGIE VAN DE VERENIGDE STATEN

en

DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE

vertegenwoordigd door

DE EUROPESE COMMISSIE

op het gebied van

ONDERZOEK EN ONTWIKKELING INZAKE VEILIGHEIDSCONTROLES VAN NUCLEAIR MATERIAAL EN NUCLEAIRE VEILIGHEID

Het Ministerie van Energie van de Verenigde Staten (USDOE) en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom), vertegenwoordigd door de Europese Commissie, hierna 'de partijen' genoemd;

Erkennende hun samenwerking in het kader van de overeenkomst tussen het Ministerie van Energie van de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, vertegenwoordigd door de Commissie, op het gebied van onderzoek en ontwikkeling inzake veiligheidscontroles van nucleair materiaal van 6 januari 1995 (hierna 'de overeenkomst van 1995'), en wensende hun samenwerking uit te breiden en er ook nucleaire veiligheid onder te doen vallen;

Er wederzijds belang bij hebbende dat nucleair materiaal wereldwijd zo veilig mogelijk wordt beheerd, met volledige inachtneming van het Verdrag tegen de verspreiding van kernwapens van 1 juli 1968 en het desbetreffende Aanvullend Protocol;

Verwijzende naar Resolutie 1540 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 28 april 2004 inzake de niet-verspreiding van massavernietigingswapens (MVW);

Delende de mening dat de nucleaire veiligheidscontroles wereldwijd van toepassing moeten zijn en aan de strengst mogelijke normen moeten voldoen;

Wensende alle nodige maatregelen te nemen om de verspreiding van nucleaire MVW en de daarmee verband houdende materialen, technologieën en knowhow, alsook nucleair terrorisme, te voorkomen;

Opmerkende dat de te dien einde door de partijen ten uitvoer gelegde programma's, met name die welke zijn gericht op de ondersteuning van derde landen wereldwijd, beter moeten worden gecoördineerd teneinde de doeltreffendheid ervan te verbeteren;

Opmerkende dat beide partijen lid zijn van het Generation IV International Forum dat met name tot doel heeft de nucleaire veiligheid en beveiliging te versterken door het uitvoeren van onderzoek naar en de ontwikkeling van nieuwe reactoren en splijtstofkringlooptechnologieën die de non-proliferatie versterken;

Opmerkende dat het USDOE een Next Generation Safeguards Initiative (NGSI) heeft opgestart;

Opmerkende dat Euratom voornemens is bij te dragen tot de doelstellingen van het NGSI, voortbouwend op de lange ervaring van Euratom op het gebied van de bewaking van de gehele splijtstofkringloop;

Voornemens hierbij een nauwe coördinatie uit te bouwen met de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA); en

Opmerkende dat elke lidstaat van de Europese Unie (EU) of elke organisatie van een EU-lidstaat die bereid is samen te werken met het USDOE op het gebied van nucleaire veiligheid, via Euratom kan bijdragen tot de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst;

Opmerkende dat de nucleaire veiligheidscontrole wordt toegepast in alle lidstaten van de Gemeenschap overeenkomstig zowel het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie als de veiligheidscontrole-overeenkomsten, gesloten tussen de Gemeenschap, de lidstaten daarvan en de IAEA;

ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1 – Doelstelling

Doel van deze overeenkomst is een kader op te zetten voor de samenwerking tussen het USDOE en Euratom inzake wederzijds overeengekomen onderzoeks- en ontwikkelingsthema's, alsook voor opleidingsactiviteiten, op het gebied van veiligheidscontroles van nucleair materiaal en nucleaire veiligheid. De samenwerking tussen de partijen verloopt op basis van wederzijds voordeel, gelijkheid en wederkerigheid.

Artikel 2 – Gebieden waarop wordt samengewerkt

De gebieden waarop in het kader van deze overeenkomst wordt samengewerkt op het stuk van onderzoek en ontwikkeling (O&O) inzake veiligheidscontroles en inzake nucleaire veiligheid zijn voornamelijk de volgende:

1. analyse van veiligheidscontrolesystemen voor een gedeelte van of voor de volledige splijtstofkringloop;

2. a. apparatuur en technologieën voor metingen aan nucleair en ander radioactief materiaal;b. boekhouding van en toezicht op nucleair materiaal en andere radioactieve materialen;

3. verbeterde analysemethoden en technologieën;

4. insluitings- en toezichtstechnologieën voor nucleair materiaal en nucleaire faciliteiten;

5. veilige toegang tot en mededeling van gegevens, met name gegevens betreffende de veiligheidscontrole;

6. technologieën voor monitoring op afstand;

7. O&O op het gebied van technologieën en methodologieën om proliferatie tegen te gaan en fysieke bescherming te waarborgen;

8. opleidingscursussen op het gebied van nucleaire veiligheidscontrole en beveiliging;

9. technologieën en methodologieën met betrekking tot de strijd tegen illegale handel (inclusief monitoring aan grenzen en fysieke beveiliging) in nucleair en ander radioactief materiaal, en de mogelijke gevolgen daarvan;

10. analyse-instrumenten en methodologieën voor nucleair forensisch onderzoek, met inbegrip van fysische en scheikundige methoden voor forensische analyse en daarmee verband houdende gegevensbanken;

11. vrij toegankelijke informatiehulpmiddelen;

12. technische aspecten van uitvoercontrole, inclusief technische opleiding;

13. beheer van noodsituaties;

14. coördinatie van de inspanningen van beide partijen om samen te werken met derde landen en relevante internationale organisaties die kunnen bijdragen tot de verbetering van de nucleaire veiligheid;

15. coördinatie van de inspanningen van beide partijen om samen te werken met derde landen die de doeltreffendheid van hun nationale veiligheidscontrolesystemen wensen te verbeteren en met betrekking tot andere kwesties op het stuk van nucleaire veiligheid;

16. coördinatie van de IAEA-ondersteuningsprogramma's van beide partijen.

Andere gebieden van samenwerking kunnen bij schriftelijke overeenkomst tussen de partijen worden toegevoegd.

Artikel 3 – Vormen van samenwerking

De samenwerking in het kader van deze overeenkomst kan, zonder zich daartoe te beperken, de volgende vormen aannemen:

1. de uitwisseling van wetenschappers, technici en andere specialisten, onderzoekers en opleiders om gedurende overeengekomen periodes deel te nemen aan activiteiten van de partijen of hun contractanten. Een dergelijke uitwisseling van personeel verloopt in overeenstemming met artikel 9 van deze overeenkomst;

2. het gebruik door een partij van faciliteiten die in het bezit zijn van een andere partij of waarin onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten worden ondersteund door de andere partij;

3. de uitwisseling van wetenschappelijke en technische informatie, inclusief de resultaten van onderzoek en ontwikkeling;

4. de uitwisseling en het verstrekking van monsters, materialen en uitrusting (bv. voor proeven), in ieder geval na afzonderlijke schriftelijke overeenkomst;

5. seminars en andere bijeenkomsten over specifieke thema's, inclusief opleidingscursussen en workshops;

6. korte bezoeken door gespecialiseerde teams of personen van een partij aan de faciliteiten van de andere partij;

7. studies die verband houden met de in artikel 2 genoemde gebieden van samenwerking.

Andere specifieke vormen van samenwerking kunnen bij schriftelijke overeenkomst tussen de partijen worden toegevoegd.

Artikel 4 - Beheer

De partijen wijzen elk één persoon aan als coördinator om toe te zien op de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst.

1. Er wordt een gezamenlijke stuurgroep (GSG) opgericht teneinde:

1. een passende coördinatie voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst te waarborgen;

2. de stand van de samenwerking in het kader van deze overeenkomst te evalueren;

3. de prioritaire gebieden van samenwerking onder de in artikel 2 van deze overeenkomst genoemde samenwerkingsgebieden vast te leggen;

4. de specifieke taken te omschrijven die moeten worden uitgevoerd op elk van de in artikel 2 genoemde samenwerkingsgebieden;

5. de uitgevoerde werkzaamheden binnen elk specifieke gebied en elke specifieke taak te beoordelen en te beslissen over de follow-up daarvan (bv. voltooiing, verlenging, stopzetting).

2. De GSG wordt voorgezeten door de coördinatoren en komt jaarlijks bijeen, beurtelings in de Europese Unie en in de Verenigde Staten van Amerika. De GSG is samengesteld uit de coördinatoren en de door hen uitgenodigde projectbeheerders.

3. Zo nodig kunnen samenwerkingsprojecten worden omschreven en geïnventariseerd in actieschema's. Nieuwe samenwerkingsprojecten kunnen worden omschreven en na instemming van de GSG worden toegevoegd aan deze lijst. In deze actieschema's worden de uit te voeren taken, het tijdschema en de aan beide kanten ter beschikking gestelde middelen gespecificeerd. Elk samenwerkingsproject dat kostendeling kan meebrengen of intellectuele eigendom kan doen ontstaan, wordt onverminderd deze overeenkomst omschreven in een schriftelijke uitvoeringsregeling.

4. Het dagelijks beheer van de samenwerking in het kader van deze overeenkomst wordt uitgevoerd door projectbeheerders die door de coördinatoren worden aangewezen. De beheerders bereiken overeenstemming over specifieke onderzoeksactiviteiten overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van deze overeenkomst, binnen de door de coördinatoren vastgestelde beleidsrichtsnoeren. De beheerders zijn verantwoordelijk voor de werkcontacten tussen de partijen.

Artikel 5 – Beschikbaarheid en verspreiding van informatie

1. Onverminderd de toepasselijke wetten en voorschriften en de verplichtingen tegenover derde partijen, alsmede de bepalingen van deze overeenkomst, geven beide partijen en hun vertegenwoordigers de andere partij en haar vertegenwoordigers vrije toegang tot alle informatie waarover zij beschikken die voor de uitvoering van deze overeenkomst vereist is.

2. Met inachtneming van het bepaalde in de bijlage betreffende intellectuele-eigendomsrechten bij deze overeenkomst (bijlage A) bevorderen de partijen een zo ruim mogelijke verspreiding van de informatie die zij openbaar mogen maken en die ofwel gezamenlijk is ontwikkeld, ofwel bestemd is om in het kader van deze overeenkomst te worden verstrekt of uitgewisseld.

3. Met de term 'informatie' wordt bedoeld niet-geheime met kernenergie verband houdende regelgevings-, beveiligings-, veiligheids(controle)-, afvalbeheers-, wetenschappelijke of technische gegevens, met inbegrip van informatie over resultaten of evaluatiemethoden, onderzoek en andere in het kader van deze overeenkomst geleverde, gecreëerde of uitgewisselde kennis.

4. Met de term 'vertrouwelijke informatie', als gebruikt in deze overeenkomst en de bijlagen ervan, wordt bedoeld in het kader van deze overeenkomst geleverde, gecreëerde of uitgewisselde informatie die handelsgeheimen of andere geprivilegieerde of gevoelige commerciële informatie bevat (zó dat de persoon die over de informatie beschikt daaruit commerciële baten kan halen of hierdoor een commercieel voordeel verkrijgt tegenover anderen die niet daarover beschikken), en mag uitsluitend informatie omvatten die:

6. vertrouwelijk is gehouden door de eigenaar;

7. van een type is dat door de eigenaar gewoonlijk vertrouwelijk wordt gehouden;

8. door de eigenaar niet aan andere entiteiten (inclusief de ontvangende partij) is verstrekt, behalve op basis van vertrouwelijkheid;

9. niet anderszins voor de ontvangende partij beschikbaar is uit een andere bron waarvoor geen beperking op verdere verspreiding geldt;

10. niet reeds in het bezit is van de ontvangende partij.

Artikel 6 – Vrijwaringsclausule

Informatie die in het kader van deze overeenkomst en enige daarmee verband houdende uitvoeringsregelingen door één partij aan de andere partij wordt overgedragen, moet nauwkeurig zijn naar het beste weten en overtuiging van de overdragende partij. Alle uitrusting of materialen die in het kader van deze overeenkomst door één partij aan de andere partij wordt/worden overgedragen, moet/moeten naar beste weten en overtuiging van de overdragende partij geschikt zijn voor het beoogde doel. De overdragende partij garandeert niet dat de overgedragen informatie, uitrusting of materialen geschikt is/zijn voor een bepaalde aanwending of toepassing door de ontvangende partij of door derden. Informatie die door beide partijen gezamenlijk is ontwikkeld, moet naar het beste weten en overtuiging van beide partijen nauwkeurig zijn en gezamenlijk ontwikkelde uitrusting en materialen moeten naar het beste weten en overtuiging van beide partijen geschikt zijn voor het beoogde doel. Geen van de partijen waarborgt de nauwkeurigheid van de gezamenlijk ontwikkelde informatie of de geschiktheid van gezamenlijk ontwikkelde uitrusting of materialen, noch hun geschiktheid voor een specifiek gebruik of specifieke toepassing door een van de partijen of door een derde partij.

Artikel 7 – Intellectuele eigendom

De bescherming en toekenning van intellectuele eigendom die in het kader van deze overeenkomst is gecreëerd of beschikbaar gesteld, gebeurt overeenkomstig het bepaalde in de hierbij aangehechte bijlage A betreffende intellectuele-eigendomsrechten en bijlage B betreffende het technologiebeheersplan, die een integrerend deel van deze overeenkomst vormen.

Artikel 8 – Uitwisseling van personeel

Tenzij anderszins schriftelijk bepaald, zijn de volgende bepalingen van toepassing op de detachering en uitwisseling van personeel in het kader van deze overeenkomst:

1. Elke partij mag op eigen kosten en mits instemming van de andere partij optreden als waarnemer bij proeven en analysewerkzaamheden van de andere partij. Een dergelijke waarneming kan gebeuren via korte personeelsbezoeken of door de detachering van personeel waarbij de ontvangende partij bij elke gelegenheid voorafgaandelijk toestemming moet verlenen.

2. Wanneer een detachering of een uitwisseling van personeel in het kader van deze overeenkomst wordt overwogen, selecteert elke partij gekwalificeerde personeelsleden voor detachering naar de andere partij om de in het kader van deze overeenkomst geplande activiteiten uit te voeren. Elke uitwisseling van personeel wordt van tevoren schriftelijk overeengekomen in een briefwisseling tussen de partijen, onder verwijzing naar deze overeenkomst en de toepasselijke bepalingen inzake intellectuele eigendom.

3. Elke partij is verantwoordelijk voor de aan haar personeel of contractanten te betalen bezoldigingen, verzekeringen en vergoedingen.

4. Elke partij betaalt de reis- en verblijfkosten van haar personeelsleden die zijn gedetacheerd naar de ontvangende partij.

5. Elke partij zorgt op basis van wederkerigheid en op een voor alle betrokkenen bevredigende wijze voor geschikte woningen ten behoeve van het naar de andere partij gedetacheerde personeel of haar contractanten (en hun gezinnen).

6. De ontvangende partij levert alle nodige bijstand aan het gedetacheerde personeel of haar contractanten (en hun gezinnen) wat de administratieve formaliteiten betreft, zoals het organiseren van reizen en het verkrijgen van arbeidsvergunningen.

7. De personeelsleden van elke partij en haar contractanten zijn onderworpen aan de algemene en specifieke arbeids- en veiligheidsvoorschriften die voor de gastinstelling gelden.

Artikel 9 – Uitrusting

Tenzij anderszins schriftelijk overeengekomen, gelden de volgende bepalingen voor de levering in het kader van deze overeenkomst van apparatuur van één partij aan de andere partij:

1. De verzendende partij verstrekt zo spoedig mogelijk een gedetailleerde opgave van de uitrusting die beschikbaar zal worden gesteld, tezamen met de relevante specificaties en technische documentatie en informatie.

2. De door de verzendende partij verschafte uitrusting, reserveonderdelen en documentatie blijft eigendom van de verzendende partij en wordt na voltooiing van de gezamenlijk overeengekomen activiteit aan de verzendende partij teruggezonden.

3. De ontvangende instelling voorziet in de nodige ruimten en onderdak voor de uitrusting en zorgt voor elektriciteit, water en gas, naar gelang vereist, in overeenstemming met alle onderling overeengekomen technische vereisten.

4. De verzendende partij, of haar vertegenwoordiger(s), is/zijn verantwoordelijk voor de kosten, het in goede staat houden en de verzekering gedurende het vervoer van de uitrusting, van de oorspronkelijke locatie in het land van de verzendende partij, of in het geval van Euratom haar instellingen, naar de plaats van binnenkomst in het land van de ontvangende partij, of in het geval van Euratom haar instellingen. Wanneer de verzendende partij verkiest de uitrusting terug te krijgen, is de verzendende partij verantwoordelijk voor de kosten, het in goede staat houden en de verzekering gedurende het vervoer van de uitrusting, van het oorspronkelijke punt van binnenkomst in het land van de ontvangende partij, of in het geval van Euratom haar instelling, tot de eindbestemming in het land van de verzendende partij, of in het geval van Euratom haar instelling.

5. De ontvangende partij, of haar vertegenwoordiger(s), is/zijn verantwoordelijk voor de kosten, het in goede staat houden en de verzekering gedurende het vervoer van de uitrusting, van de plaats van binnenkomst in het land van de ontvangende partij, of in het geval van Euratom haar instellingen, tot de eindbestemming in het land van de ontvangende partij, of in het geval van Euratom haar instellingen. Wanneer de verzendende partij verkiest de uitrusting terug te krijgen, is de ontvangende partij verantwoordelijk voor de kosten, het in goede staat houden en de verzekering gedurende het vervoer van de uitrusting, van de eindbestemming in het land van de ontvangende partij, of in het geval van Euratom haar instelling, tot het oorspronkelijke punt van binnenkomst in het in het land van de ontvangende partij, of in het geval van Euratom haar instelling.

6. De door de verzendende partij voor wederzijds overeengekomen activiteiten toegezonden uitrusting wordt als wetenschappelijke uitrusting beschouwd die niet voor activiteiten van commerciële aard bestemd is, en de ontvangende partij doet het nodige om belastingsvrije invoer mogelijk te maken.

Artikel 10 – Monsters en materialen

Tenzij anderszins schriftelijk overeengekomen, gelden de volgende bepalingen voor het vervoer en het gebruik van monsters en materialen in het kader van deze overeenkomst:

1. Tenzij voorafgaand aan de levering door de partijen anderszins overeengekomen, worden monsters en materialen, die door de verzendende partij aan de ontvangende partij worden toegezonden, gebruikt voor experimenten, proeven en evaluatie en worden zij niet aan de verzendende partij teruggezonden.

2. Wanneer de ene partij de andere partij verzoekt om een monster of materiaal toe te zenden, draagt de verzoekende partij alle kosten en uitgaven in verband met het vervoer van het monster of materiaal van de locatie van de verzendende partij tot de eindbestemming.

3. Elke partij stelt de andere partij onverwijld alle informatie ter beschikking die ontstaat door het onderzoek aan of het beproeven van in het kader van deze overeenkomst uitgewisselde monsters of materialen. Vertrouwelijke informatie, als gedefinieerd in artikel 5, lid 4, die verworven is voorafgaand aan of buiten de werkingssfeer van deze overeenkomst, blijft vertrouwelijke informatie zelfs wanneer die is vervat in de resultaten van een onderzoek aan of het beproeven van monsters of materialen. Dergelijke informatie wordt als vertrouwelijk aangemerkt door de partij die de vertrouwelijke aard ervan vaststelt, zo snel mogelijk nadat alle informatie die ontstaat door het onderzoek of het beproeven ter beschikking is gesteld van een dergelijke partij, en de andere partij wordt onmiddellijk op de hoogte gesteld van die aanmerking. Alle informatie die als vertrouwelijk is aangemerkt wordt beheerd overeenkomstig deel III van bijlage A. Voorts wordt overeengekomen dat een partij die monsters of materialen levert aan de andere partij ook een gehele of gedeeltelijke lijst verstrekt van de types informatie die zullen voortvloeien uit het onderzoek aan of het beproeven van dergelijke monsters of materialen en die vertrouwelijke informatie is als gedefinieerd in artikel 5, lid 4, en dat al dergelijke vertrouwelijke informatie wordt beheerd als uiteengezet in deel III van bijlage A.

Artikel 11 – Toepasselijke wetgeving

Elke partij voert de activiteiten waarin deze overeenkomst voorziet uit met inachtneming van de op haar toepasselijke wettelijke bepalingen.

Artikel 12 – Geschillenbeslechting

1. Alle vraagstukken of geschillen in verband met de activiteiten die in het kader van deze overeenkomst worden uitgevoerd, worden door partijen in onderling overleg geregeld.

2. Schade ten gevolge van in het kader van deze overeenkomst uitgevoerde activiteiten wordt vergoed overeenkomstig de op de partijen toepasselijke wetgeving.

Artikel 13 - Kosten

Tenzij anderszins schriftelijk en specifiek overeengekomen, worden alle kosten die resulteren uit de samenwerking in het kader van deze overeenkomst gedragen door de partij die deze kosten maakt. De mogelijkheid van de partijen om de activiteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft uit te voeren, hangt af van het vrijmaken van middelen, wanneer noodzakelijk, door de relevante autoriteit.

Artikel 14 – Andere entiteiten en organisaties

Met wederzijdse instemming kunnen de partijen entiteiten en organisaties uit de publieke en particuliere sector uitnodigen om deel te nemen aan de samenwerkingsactiviteiten die in het kader van deze overeenkomst worden gepland, dit op eigen kosten, tenzij één of beide partijen ervoor kiest/kiezen een dergelijke deelneming te financieren.

Artikel 15 – Inwerkingtreding, wijziging en opzegging

1. Deze overeenkomst treedt in werking op de dag van de ondertekening, blijft van kracht gedurende vijf jaar en wordt automatisch vernieuwd voor verdere periodes van vijf jaar tenzij een partij de andere partij, drie maanden vóór het aflopen van de eerste vijfjarenperiode of een daaropvolgende vijfjarenperiode, schriftelijk in kennis stelt van haar voornemen om de overeenkomst te beëindigen. Deze overeenkomst kan bij wederzijdse schriftelijke instemming van de partijen worden gewijzigd.

2. Deze overeenkomst vervangt de overeenkomst van 1995.

GEDAAN te […], op twee exemplaren, deze […] van […] 2010.

Voor het Voor de

MINISTERIE VAN ENERGIE EUROPESE GEMEENSCHAP

VAN DE VERENIGDE STATEN: VOOR ATOOMENERGIE:

Bijlage A

Intellectu ele-eigendomsrechten

Overeenkomstig artikel 7 van deze overeenkomst, heeft deze bijlage betrekking op de bescherming en toekenning van intellectuele-eigendomsrechten, belangen en royalty's tussen de partijen.

I. TOEKENNING VAN HOUDERSCHAP EN UITOEFENING VAN RECHTEN

1. Deze bijlage is van toepassing op alle in het kader van deze overeenkomst uitgevoerde samenwerkingsactiviteiten, tenzij anderszins specifiek overeengekomen tussen de partijen of hun vertegenwoordigers. De partijen waarborgen een adequate en effectieve bescherming van de intellectuele eigendom die wordt voortgebracht of verstrekt in het kader van deze overeenkomst en de desbetreffende uitvoeringsbepalingen. De partijen komen overeen om tijdig de bescherming van dergelijke intellectuele eigendom aan te vragen.

2. In de zin van deze overeenkomst heeft 'intellectuele eigendom' de betekenis als vermeld in artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom, gedaan te Stockholm op 14 juli 1967, en kan dergelijke eigendom ook andere onderwerpen omvatten zoals overeengekomen door de partijen.

3. Elke partij waarborgt dat de andere partij de rechten op intellectuele eigendom, die haar overeenkomstig deze bijlage worden toegekend, kan verkrijgen door deze rechten van haar eigen deelnemers te verkrijgen via contracten of zo nodig via andere wettelijke middelen. Deze bijlage laat de onderlinge verdeling van dergelijke rechten tussen een partij en de onderdanen daarvan, welke door de bij die partij gangbare wetten en praktijken wordt bepaald, ongewijzigd en onverlet.

4. Geschillen betreffende intellectuele eigendom worden beslecht door overleg tussen de betrokken deelnemende instellingen of, wanneer noodzakelijk, de partijen of hun vertegenwoordigers. Mits wederzijdse overeenstemming van de partijen kan een dergelijk geschil worden voorgelegd aan een internationaal arbitragehof met het oog op een bindende arbitrage overeenkomstig de geldende regels van het internationaal recht. Tenzij door de partijen of hun vertegenwoordigers anderszins schriftelijk overeengekomen, gelden de arbitrageregels van de Commissie van de Verenigde Naties voor internationaal handelsrecht (UNCITRAL).

5. De beëindiging of het aflopen van deze overeenkomst is van generlei invloed op de uit deze bijlage voortvloeiende rechten of verplichtingen.

6. Intellectuele eigendom die voortkomt uit gezamenlijk onderzoek, d.w.z. onderzoek in samenwerkingsverband dat door beide partijen wordt ondersteund en waarvan de werkingssfeer door hen voorafgaandelijk is overeengekomen, en die gezamenlijk wordt gecreëerd, komt in het gezamenlijke bezit van beide partijen tenzij anderszins is overeengekomen. Er is gezamenlijk bezit van intellectuele eigendom wanneer die gecreëerd wordt door beide partijen en wanneer de karakteristieken van dergelijke intellectuele eigendom niet kunnen worden gescheiden voor doeleinden van het aanvragen, verkrijgen en/of handhaven van de bescherming van het desbetreffende intellectuele-eigendomsrecht. In een dergelijk geval komen de partijen onderling overeen, door middel van een overeenkomst inzake het gezamenlijk bezit, over de toekenning van bedoelde intellectuele-eigendomsrechten en de voorwaarden voor de uitoefening daarvan, overeenkomstig de bepalingen van deze bijlage. Een dergelijke overeenkomst inzake het gezamenlijke bezit kan een onderdeel zijn van het technologiebeheersplan overeenkomstig bijlage B of van een afzonderlijk document. Dit plan heeft ook betrekking op de behandeling van wetenschappers die voornamelijk voor leer- of opleidingsdoeleinden op bezoek zijn (d.w.z. bezoekende onderzoekers).

7. Wanneer een partij bepaalt dat een bepaald project naar waarschijnlijkheid intellectuele eigendom zal voortbrengen of heeft voortgebracht die niet is beschermd door de wetgeving van de andere partij, plegen de partijen onmiddellijk overleg om te beslissen over de toekenning van de intellectuele-eigendomsrechten. Wanneer geen overeenkomst kan worden bereikt binnen een termijn van drie maanden na de startdatum van het overleg, wordt de samenwerking in het kader van het desbetreffende project op verzoek van een partij beëindigd.

II. WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES

Onverminderd de voor vertrouwelijke informatie geldende bepalingen van deel III van deze bijlage, zijn de volgende procedures van toepassing:

1. Elke partij heeft recht op een niet-uitsluitende, onherroepelijke licentie, vrij van royalty's, om in alle landen informatie uit wetenschappelijke en technische tijdschriften, artikelen, rapporten, boeken of andere media, die rechtstreeks het resultaat is van uit hoofde van deze overeenkomst verricht gezamenlijk onderzoek, te vertalen, te reproduceren en openbaar te verspreiden.

2. Bij alle publiek verspreide afschriften van een werk waarop auteursrechten berusten die zijn gemaakt overeenkomstig deze bepaling, moeten de namen van de auteurs van het werk worden vermeld tenzij een auteur expliciet niet genoemd wenst te worden. Ook moet op een duidelijk zichtbare plaats een vermelding worden opgenomen met betrekking tot de medewerking en de steun van de partijen.

III. VERTROUWELIJKE INFORMATIE

A. Op schrift gestelde vertrouwelijke informatie

1. Elke partij of vertegenwoordiger daarvan stelt in een zo vroeg mogelijk stadium vast welke informatie zij vertrouwelijk wenst te houden met betrekking tot deze overeenkomst, waarbij onder meer de volgende criteria moeten worden gehanteerd:

11. de informatie is vertrouwelijk, in die zin dat de gegevens, als geheel of in de exacte samenstelling van hun bestanddelen, niet algemeen bekend of met wettelijke middelen gemakkelijk toegankelijk zijn;

12. de informatie heeft werkelijke of potentiële handelswaarde ingevolge de vertrouwelijkheid ervan;

13. er zijn in het verleden door de persoon die met de leiding belast is, maatregelen getroffen die onder de omstandigheden redelijk leken om de vertrouwelijkheid van de gegevens te waarborgen;

14. in bepaalde gevallen kunnen de partijen of hun afgevaardigden overeenkomen dat, behoudens andersluidende bepalingen, een deel of alle informatie die tijdens het gezamenlijk onderzoek op basis van deze overeenkomst is verstrekt, uitgewisseld of tot stand gekomen, vertrouwelijk moet worden gehouden.

2. Elke partij ziet erop toe dat de volgens de onderhavige overeenkomst als vertrouwelijk en dus als beperkt toegankelijk beschouwde informatie, op eenvoudige wijze door de andere partij als zodanig kan worden herkend, bij voorbeeld door een kenteken of een opschrift. Dit geldt ook voor de gehele of gedeeltelijke reproductie van de desbetreffende gegevens.Een partij die op grond van een dergelijke overeenkomst vertrouwelijke informatie ontvangt, neemt de vertrouwelijkheid daarvan in acht. Die beperking wordt automatisch opgeheven wanneer de gegevens door de eigenaar onbeperkt worden bekendgemaakt.

3. Vertrouwelijke gegevens die ingevolge deze overeenkomst zijn medegedeeld, mogen wanneer dat nodig is door de ontvangende partij worden verspreid onder personen die in dienst zijn bij de ontvangende partij, met inbegrip van haar contractanten en andere betrokken departementen van de ontvangende partij welke voor de specifieke doeleinden van het lopende gezamenlijke onderzoek gemachtigd zijn, mits de vertrouwelijke gegevens worden beschermd overeenkomstig de wetten en voorschriften van elke partij en, zoals boven vermeld, als zodanig gemakkelijk kunnen worden herkend.

4. De partijen passen geschikte markeringsprocedures toe voor op schrift gestelde vertrouwelijke informatie.

B. Niet op schrift gestelde vertrouwelijke informatie

Niet op schrift gestelde vertrouwelijke of anderszins beperkt toegankelijke informatie die wordt verstrekt tijdens seminars en andere bijeenkomsten welke in het kader van de overeenkomst plaatsvinden, of informatie verkregen door de indienstneming van personeel, het gebruik van voorzieningen of gezamenlijke projecten, wordt door de partijen of hun vertegenwoordigers behandeld overeenkomstig de beginselen in verband met op schrift gestelde vertrouwelijke informatie welke in deze overeenkomst zijn vastgelegd, mits de ontvanger van dergelijke vertrouwelijke of anderszins beperkt toegankelijke informatie uiterlijk op het moment dat die informatie wordt verstrekt, schriftelijk geattendeerd is op het vertrouwelijke karakter ervan.

C. Beheer

Elke partij zorgt ervoor dat vertrouwelijke informatie die zij uit hoofde van deze overeenkomst ontvangt, wordt beheerd zoals in de overeenkomst is bepaald. Indien een van de partijen zich er rekenschap van geeft dat zij niet in staat is, of redelijkerwijs verwacht niet in staat te zullen zijn, om de in de punten A en B vervatte niet-verspreidingsbepalingen na te leven, stelt zij de andere partij daarvan onverwijld in kennis. De partijen overleggen vervolgens om een passende gedragslijn te bepalen.

IV. ANDERE OVERWEGINGEN

Wanneer computerprogramma's, die tijdig als vertrouwelijk zijn aangemerkt, in de loop van samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst worden geleverd of gecreëerd, beschermt elke partij die programma's overeenkomstig de toepasselijke wet- en regelgeving en bestuursrechtelijke bepalingen.

Bijlage B

Technologiebeheersplan

1. De partijen stellen elkaar binnen een redelijke termijn in kennis van intellectuele eigendom die uit deze overeenkomst (of relevante uitvoeringsregelingen) voortkomt.

2. Elke partij wordt eigenaar van alle intellectuele eigendom die zij creëert bij de uitvoering van samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst. De andere partij heeft recht op een niet-uitsluitende, onherroepelijke licentie, vrij van royalty's, om dergelijk uit deze overeenkomst voortgekomen intellectuele eigendom te gebruiken voor activiteiten die uitsluitend betrekking hebben op onderzoek en ontwikkeling.

3. Bij intellectuele eigendom die gezamenlijk gedurende onderzoek wordt gecreëerd en in overeenstemming is met punt I-6 van bijlage A, kan elke partij de intellectuele-eigendomsrechten en -belangen verkrijgen voor haar eigen grondgebied. De rechten op alle andere grondgebieden worden door de partijen gezamenlijk geëxploiteerd.

4. Bij intellectuele eigendom die gedurende gezamenlijk onderzoek wordt gecreëerd, kunnen de partijen overeenkomen de rechten op een andere wijze toe te kennen en te exploiteren als bedoeld in lid 3.

5. Elke partij verzoekt tijdig om bescherming van de intellectuele eigendom waarop zij rechten verwerft in het kader van het technologiebeheersplan.

6. Bezoekende onderzoekers (als gedefinieerd onder punt I.6. van bijlage A) kunnen intellectuele-eigendomsrechten en aandelen in de royalty's verkrijgen die door de gastinstellingen worden verworven uit de terbeschikkingstelling van dat soort intellectuele-eigendomsrechten in het kader van het door de gastinstellingen gevoerde beleid.