Overwegingen bij COM(2009)537 - Standpunt dat namens de EG moet worden ingenomen met betrekking tot het voorstel tot aanneming van regionale actieplannen in het kader van de uitvoering van artikel 15 van het Protocol inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging door bronnen en activiteiten op het land

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
8. De Gemeenschap en haar aan de Middellandse Zee grenzende lidstaten zijn partij bij het Verdrag voor de bescherming van het mariene milieu en het kustgebied van de Middellandse Zee[2] en het bijbehorende Protocol inzake de bescherming van de Middellandse zee tegen verontreiniging door bronnen en activiteiten op het land[3].

9. Milieubescherming, met inbegrip van de bescherming van wateren tegen verontreiniging, valt voor een zeer groot deel onder het Gemeenschapsrecht. Aangezien het verdrag en het protocol rechten en verplichtingen scheppen op dit gebied, heeft de Gemeenschap er belang bij te zorgen voor consistentie tussen de doelstellingen van haar beleid en wetgeving en de verbintenissen die zij krachtens die instrumenten aangaat.

10. Het protocol over verontreiniging door bronnen op het land, dat op 11 mei 2008 in werking is getreden, bepaalt dat de vergadering van de partijen regionale actieplannen en programma’s, inclusief maatregelen en tijdschema’s, aanneemt om een einde te maken aan verontreiniging door bronnen en activiteiten op het land. Wanneer die plannen door de vergadering van de partijen bij het verdrag worden aangenomen, worden de daarin vervatte maatregelen en tijdschema’s bindend op de honderdtachtigste dag volgend op die van de kennisgeving aan de partijen.

11. De instantie die door de partijen is belast met de voorbereiding van de vergadering van de partijen, heeft drie ontwerp-voorstellen voor regionale actieplannen opgesteld (betreffende BOD5-vermindering, betreffende de geleidelijke eliminatie van DDT en betreffende zeven andere stoffen die toxische eigenschappen hebben, moeilijk afbreekbaar zijn, bioaccumuleren en zich gemakkelijk verspreiden), die vervolgens door de bevoegde technische instantie van het verdrag zijn onderzocht en goedgekeurd.

12. Op de 16e gewone vergadering van de partijen bij het Verdrag voor de bescherming van het mariene milieu en het kustgebied van de Middellandse Zee dienen de Gemeenschap en de lidstaten nauw samen te werken om ervoor te zorgen dat de regionale actieplannen die uiteindelijk worden aangenomen, verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht.

13. De aanneming van de voorgestelde regionale actieplannen dient daarom te worden ondersteund.