Overwegingen bij COM(2024)148 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2024)148 - .
document COM(2024)148
datum 22 maart 2024
 
(1) De invoer in de Unie van granen, oliehoudende zaden en afgeleide producten is aanzienlijk toegenomen sinds de grootschalige invasie van Oekraïne door de Russische Federatie op 22 februari 2022.

(2) Momenteel blijft de Russische Federatie een relatief kleine leverancier van granen, oliehoudende zaden en afgeleide producten op de markt van de Unie. De Russische Federatie is echter een toonaangevende mondiale producent en exporteur van granen, oliehoudende zaden en afgeleide producten. Gezien haar huidige uitvoer op de wereldmarkt zou de Russische Federatie gemakkelijk en snel aanzienlijke hoeveelheden naar de EU kunnen leiden, met als gevolg een plotselinge instroom van producten uit haar grote bestaande voorraden, waardoor de markten van de Unie voor granen, oliehoudende zaden en afgeleide producten worden verstoord. Bovendien is er bewijs dat de Russische Federatie momenteel op illegale wijze grote voorraden granen en oliehoudende zaden confisqueert die zijn geproduceerd op het grondgebied van Oekraïne dat zij momenteel onrechtmatig bezet, en deze voorraden als “Russische” producten naar haar exportmarkten verkoopt.

(3) De “erga omnes”-tarieven van de Unie zijn de momenteel toegepaste meestbegunstigingstarieven voor de invoer van granen, oliehoudende zaden en afgeleide producten, die sterk uiteenlopen. Afhankelijk van het product zijn deze tarieven op nul of zeer laag vastgesteld, of zijn ze al hoog en vindt er geen handel plaats.

(4) Er moeten passende tariefmaatregelen worden genomen om te voorkomen dat granen, oliehoudende zaden en afgeleide producten uit de Russische Federatie op de markt van de Unie blijven binnenkomen onder voorwaarden die even gunstig zijn als die welke gelden voor dezelfde producten van andere niet-preferentiële oorsprong. Die tariefmaatregelen zullen naar verwachting helpen voorkomen dat de Russische Federatie haar uitvoer van granen, oliehoudende zaden en afgeleide producten naar de Unie gebruikt om haar politiek en economisch te verzwakken door aanzienlijke hoeveelheden van de producten in kwestie naar de Unie te sturen, waardoor de markt van de Unie voor die producten wordt verstoord, maatschappelijke spanningen en wrijvingen binnen de Unie ontstaan en de goede werking van de douane-unie wordt bedreigd. Dergelijke bedreigingen moeten in aanmerking worden genomen op grond van artikel 32, punt d), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en daarom moeten overeenkomstig artikel 31 van dat Verdrag maatregelen worden genomen om ernstige verstoringen in de economieën van de lidstaten te voorkomen.

(5) Dezelfde tariefmaatregelen moeten tegelijkertijd worden genomen ten aanzien van de Republiek Belarus, om te voorkomen dat de invoer in de Unie uit de Russische Federatie, indien de EU-tarieven op de invoer van de desbetreffende goederen uit de Republiek Belarus ongewijzigd zouden blijven, via de Republiek Belarus wordt omgeleid, gezien haar nauwe politieke en economische banden met Rusland.

(6) Dienovereenkomstig moet de invoer van granen, oliehoudende zaden en afgeleide producten van oorsprong uit of uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus aan hogere douanerechten worden onderworpen dan de invoer uit andere derde landen, voor zover de thans geldende douanerechten op nul zijn vastgesteld of niet hoog genoeg zijn.

(7) Bovendien mogen de Russische Federatie en de Republiek Belarus niet profiteren van de tariefcontingenten van de Unie op grond van meestbegunstigingsbehandeling. Daarom mogen de verlaagde rechten die zijn vastgesteld in de tariefcontingenten van de Unie voor de in de bijlage bij deze verordening vermelde producten, niet van toepassing zijn op producten van oorsprong uit of uitgevoerd uit de Russische Federatie of de Republiek Belarus naar de Unie.

(8) De beoogde verhoging van de douanerechten zal naar verwachting geen negatieve gevolgen hebben voor de mondiale voedselzekerheid, aangezien zij geen gevolgen zou hebben voor de doorvoer van de betrokken producten over het grondgebied van de Unie naar derde landen van eindbestemming; integendeel, de verhoging van de invoerrechten in de Unie kan er juist toe leiden dat die producten naar derde landen worden uitgevoerd en zo tot een ruimere beschikbaarheid leiden.

(9) De verhoging van de douanerechten is in overeenstemming met het externe optreden van de Unie op andere gebieden, zoals vereist door artikel 21, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie. De betrekkingen tussen de Unie en de Russische Federatie hebben zich de afgelopen jaren in zeer ongunstige zin ontwikkeld; vooral in de afgelopen twee jaar is de situatie verslechterd wegens de flagrante veronachtzaming van het internationaal recht door de Russische Federatie en met name de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde grootschalige invasie in Oekraïne. Sinds juli 2014 heeft de Unie geleidelijk beperkende maatregelen ten aanzien van de Russische Federatie ingesteld.

(10) Hoewel de Russische Federatie lid is van de Wereldhandelsorganisatie, is de Unie bovendien op grond van de uitzonderingen krachtens de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, en met name artikel XXI van de GATT 1994, ontheven van de verplichting om aan uit de Russische Federatie ingevoerde producten dezelfde voordelen toe te kennen als aan soortgelijke producten die uit andere landen worden ingevoerd (meestbegunstigingsbehandeling).

(11) Ook de verhouding tussen de Unie en de Republiek Belarus is de afgelopen jaren verslechterd als gevolg van de veronachtzaming door het regime van het internationaal recht, de fundamentele vrijheden en de mensenrechten en zijn steun voor de Russische militaire agressie tegen Oekraïne. Sinds oktober 2020 heeft de Unie geleidelijk beperkende maatregelen ten aanzien van de Republiek Belarus ingesteld.

(12) Aangezien de Republiek Belarus geen lid is van de Wereldhandelsorganisatie, is de Unie op grond van de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie niet verplicht ten aanzien van producten uit de Republiek Belarus de meestbegunstigingsbehandeling toe te passen. Bovendien bieden de bestaande handelsovereenkomsten de mogelijkheid om maatregelen te nemen die gerechtvaardigd zijn op basis van toepasselijke uitzonderingsclausules, met name uitzonderingen met betrekking tot de veiligheid.

(13) Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel is het voor de verwezenlijking van de fundamentele doelstelling om ervoor te zorgen dat granen, oliehoudende zaden en afgeleide producten uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus de EU-markt voor die producten en de goede werking van de douane-unie niet verstoren, noodzakelijk en passend om regels vast te stellen om de douanerechten op deze producten met onmiddellijke ingang te verhogen. Deze verordening gaat overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken.