Overwegingen bij COM(2023)536 - Standpunt in de Associatieraad EU-Georgië met betrekking tot de wijziging van bijlage XXII bij de Associatieovereenkomst

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1)De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (hierna “de overeenkomst” genoemd), is door de Unie gesloten bij Besluit 2014/494/EU van de Raad en is op 1 juli 2016 in werking getreden. 

(2)Op grond van artikel 406, lid 3, van de overeenkomst is de Associatieraad bevoegd om de bijlagen bij de overeenkomst bij te werken of te wijzigen.

(3)Op grond van artikel 283 van de overeenkomst ontwikkelen de partijen hun samenwerking en harmoniseren zij hun beleid om fraude met en smokkel van accijnsproducten te voorkomen en te bestrijden. Deze samenwerking omvat onder meer de geleidelijke onderlinge aanpassing van de accijnstarieven voor tabaksproducten, waarbij zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met de beperkingen die de regionale context met zich meebrengt, in overeenstemming met het kaderverdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie inzake tabaksontmoediging. De partijen zullen hiertoe streven naar versterking van hun samenwerking in regionaal verband.

(4)Overeenkomstig artikel 285 van de overeenkomst past Georgië zijn wetgeving aan die van de EU en aan de internationale instrumenten aan als bedoeld in bijlage XXII bij deze overeenkomst en volgens de bepalingen van die bijlage.

(5)De Associatieraad zal tijdens zijn achtste zitting/bijeenkomst een besluit vaststellen betreffende de wijziging van bijlage XXII.

(6)Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Associatieraad, aangezien het beoogde besluit bindend zal zijn voor de Unie.