Overwegingen bij COM(2023)454 - Standpunt EU in de Werelddouaneorganisatie inzake toelichtingen, adviezen en aanbevelingen omtrent de interpretatie van het geharmoniseerde systeem

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Bij Besluit 87/369/EEG van de Raad9 heeft de Unie haar goedkeuring gehecht aan het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen10, alsmede van het daarbij behorende protocol van wijziging11 (het GS-verdrag), waarbij onder meer het Comité voor het geharmoniseerd systeem (HSC) is ingesteld.

(2) Overeenkomstig artikel 7, lid 1, punten b) en c), van het GS-verdrag is het HSC verantwoordelijk voor het opstellen van toelichtingen, indelingsadviezen, andere adviezen zoals richtsnoeren voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen teneinde de uniformiteit in de interpretatie en de toepassing van het geharmoniseerde systeem te verzekeren.

(3) Overeenkomstig artikel 8, lid 3, van het GS-verdrag worden de toelichtingen, de indelingsadviezen, de andere adviezen omtrent de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en de aanbevelingen ter verzekering van de uniformiteit in de interpretatie en de toepassing van het geharmoniseerde systeem, opgesteld tijdens een zitting van het HSC (hierna “HSC-besluiten” genoemd), geacht door de WDO-Raad te zijn goedgekeurd indien geen van de partijen bij het GS-verdrag aan het einde van de tweede maand, volgende op de maand waarin de zitting waarop zij zijn vastgesteld, werd gesloten, de secretaris-generaal van de WDO heeft meegedeeld dat zij verzoekt de zaak terug te zenden aan het HSC voor nieuw onderzoek of aan de WDO-Raad voor te leggen.

(4) Overeenkomstig artikel 8, lid 4, van het GS-verdrag keurt de Raad, indien een zaak ingevolge het bepaalde in het tweede lid van dit artikel aan de Raad is voorgelegd, deze toelichtingen, indelingsadviezen, andere adviezen of aanbevelingen goed, tenzij een lid van de Raad dat partij is bij dit verdrag, verzoekt deze in hun geheel of ten dele aan het HSC terug te zenden voor een nieuw onderzoek.

(5) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de WDO met betrekking tot de vaststelling van toelichtingen, indelingsadviezen of andere adviezen omtrent de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen teneinde de uniformiteit te verzekeren in de interpretatie van het GS-verdrag, aangezien de betreffende, door het HSC voorbereide besluiten beslissende invloed kunnen hebben op de inhoud van het Unierecht, te weten Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad12.

(6) Het is in het belang van de Unie dat de standpunten van de Unie in het HSC overeenkomstig de beginselen, criteria en richtsnoeren voor de tariefindeling van goederen worden vastgesteld. Het is eveneens in het belang van de Unie dat deze standpunten snel worden vastgesteld zodat de Unie haar rechten in het HSC kan uitoefenen.

(7) Om de rechten van de Unie te behouden moet de Commissie ook namens de Unie kunnen verzoeken om een kwestie aan de WDO-Raad voor te leggen of overeenkomstig artikel 8, lid 2, van het GS-verdrag terug te zenden naar het HSC voor een nieuw onderzoek, om te vermijden dat een besluit wordt vastgesteld over een kwestie waarover de Raad ofwel binnen de in artikel 8, lid 3, van het GS-verdrag bepaalde termijn geen standpunt kan innemen, ofwel een standpunt heeft ingenomen dat wezenlijk verschilt van het in het HSC vastgestelde besluit.

(8) In het licht van de steeds veranderende en zeer technische aard van de indeling van goederen in het kader van het GS-verdrag, het grote aantal behandelde vraagstukken in de HSC-vergaderingen die twee keer per jaar plaatsvinden en de korte tijd die beschikbaar is om de door het WDO-secretariaat en de verdragsluitende partijen in voorbereiding op de HSC-vergadering verstrekte documenten te bestuderen, en de daaruit voortvloeiende noodzaak om in het standpunt van de Unie rekening te houden met en op doeltreffende wijze gebruik te maken van nieuwe informatie die voor of tijdens deze vergaderingen worden voorgelegd, moeten voor de bepaling van het standpunt van de Unie de nodige stappen worden vastgesteld in overeenstemming met het beginsel van loyale samenwerking tussen de instellingen dat is neergelegd in artikel 13, lid 2, van het Verdrag van de Europese Unie.

(9) Bij Besluit (EU) 2020/1707 van de Raad is een efficiënte en snelle procedure vastgesteld om het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen voor de goedkeuring van toelichtingen, indelingsadviezen of andere adviezen omtrent de interpretatie van het geharmoniseerde systeem en aanbevelingen teneinde de uniformiteit te verzekeren in de interpretatie van het geharmoniseerde systeem in het kader van het verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem, en voor het opstellen van deze handelingen in de Werelddouaneorganisatie. Aangezien het op 31 december 2023 verstrijkt, moet het door een nieuw besluit worden vervangen.

(10) Gezien de herhaalde late beschikbaarheid van werkdocumenten voor de vergaderingen van het HSC en met het oog op de bescherming van de rechten en belangen van de Unie binnen de WDO, zou de Commissie het WDO-secretariaat moeten vragen om de beschikbaarheid van de werkdocumenten te waarborgen overeenkomstig het reglement van orde van het HSC, en deze documenten ten minste 30 dagen vóór de aanvangsdatum van de zitting te versturen.

(11) Om ervoor te zorgen dat de Raad het in dit besluit vervatte beleid regelmatig kan evalueren en, in voorkomend geval, kan herzien, en in de geest van loyale samenwerking tussen de instellingen van de Unie, zoals verankerd in artikel 13, lid 2, van het VEU, moet de geldigheid van dit besluit in de tijd worden beperkt.