Overwegingen bij COM(2023)278 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 1286/2014 wat betreft de modernisering van het essentiële-informatiedocument

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Een van de hoofddoelstellingen van de kapitaalmarktenunie (KMU) is ervoor te zorgen dat consumenten ten volle profijt kunnen trekken van de beleggingskansen die kapitaalmarkten bieden. Daartoe moeten consumenten worden ondersteund door een regelgevingskader dat hen in staat stelt beleggingsbeslissingen te nemen die aansluiten bij hun behoeften en doelen en hen adequaat beschermen op de eengemaakte markt. Het pakket maatregelen in het kader van de EU-strategie voor retailbeleggingen is bedoeld om de geconstateerde tekortkomingen te verhelpen, onder meer op het gebied van de informatie die voor retailbeleggers beschikbaar is.

(2) In artikel 4, punt 1, van Verordening (EU) nr. 1286/2014 worden verpakte retailbeleggingsproducten of “PRIP’s” gedefinieerd als beleggingen waarbij, ongeacht de rechtsvorm van de beleggingen, het aan de retailbelegger te betalen bedrag onderhevig is aan schommelingen ten gevolge van de blootstelling aan referentiewaarden of aan de prestaties van een of meer activa die niet rechtstreeks door de retailbelegger zijn aangekocht. Het feit dat de ontwikkelaar de belegging vroegtijdig kan aflossen door gebruik te maken van een bepaling inzake vervroegde aflossing moet op zichzelf niet als een dergelijke schommeling worden beschouwd. Dit moet worden weerspiegeld in de definitie van PRIP’s.

(3) Indien PRIIP’s de retailbelegger een variëteit aan beleggingsopties bieden, kan de informatie over die diverse opties in verschillende documenten zijn opgenomen. Dat maakt het voor retailbeleggers die de aankoop van dergelijke PRIIP’s overwegen moeilijk om inzicht te krijgen in de totale kosten van de PRIIP’s. Daarom moeten retailbeleggers kunnen beschikken over instrumenten die, onder meer door middel van simulaties, inzicht bieden in de totale kosten van die PRIIP’s en waarmee deze kosten kunnen worden vergeleken voordat die beleggers een bepaalde beleggingsoptie selecteren. Door middel van nadere regels voor het gebruik van deze instrumenten moet een beter beeld van de totale kosten van deze producten worden gewaarborgd en moet bij het gebruik van simulatie-instrumenten een bepaalde mate van flexibiliteit worden toegestaan.

(4) Retailbeleggers willen steeds vaker kunnen beschikken over informatie over de duurzaamheidsprestaties van beleggingsproducten, waaronder PRIIP’s. Bij recente wetgevingshandelingen van de Unie zijn diverse verplichtingen ten aanzien van informatieverschaffing ingevoerd die kunnen worden gebruikt om retailbeleggers te informeren, waaronder met name Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad13 en Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad14. Mogelijk is die informatie echter niet voldoende zichtbaar voor retailbeleggers. Daarom moet bepaalde informatie over het duurzaamheidsprofiel van PRIIP’s worden opgenomen in het essentiële-informatiedocument. Om extra kosten voor rapportages te voorkomen, moet die ESG-informatie worden overgenomen uit de informatie die door productontwikkelaars wordt verstrekt ingevolge Verordening (EU) 2019/2088 en Verordening (EU) 2020/852.

(5) De toegenomen digitalisering biedt kansen om belangrijke kenmerken van PRIIP’s op een aantrekkelijker manier te presenteren. Verordening (EU) nr. 1286/2014 biedt echter onvoldoende flexibiliteit voor het gebruik van digitale middelen om beleggers essentiële informatie te tonen, waaronder een gelaagde en gepersonaliseerde presentatie van informatie uit essentiële-informatiedocumenten over PRIIP’s, om visuele overbelasting van retailbeleggers te verminderen en het desbetreffende PRIIP begrijpelijker te maken. Daarom moet voor het gebruik van het elektronische formaat in meer flexibiliteit worden voorzien, zodat beleggers ten volle gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die een elektronisch formaat biedt om een essentiële-informatiedocument te presenteren, en zij onder meer het bedrag dat zij wensen te beleggen of de periode van bezit naar eigen voorkeur kunnen aanpassen. Personalisering wil in dat geval niet zeggen dat de aanbieder van de PRIIP’s een beoordeling maakt van de individuele eigenschappen van de potentiële retailbelegger. Het uit drie pagina’s bestaande essentiële-informatiedocument moet altijd worden opgesteld overeenkomstig artikel 8 en beschikbaar zijn op de website van de ontwikkelaar. De in dat document opgenomen essentiële informatie kan echter op flexibele en gepersonaliseerde wijze aan retailbeleggers worden verstrekt, mits aan deze retailbeleggers wordt meegedeeld dat zij het volledige essentiële-informatiedocument kunnen downloaden.

(6) De Europese Autoriteit voor effecten en markten, de Europese Bankautoriteit en de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (de “ETA’s”) moeten de ontwerpen van technische reguleringsnormen ontwikkelen voor de inhoud van de overzichtstabellen en de uitgangspunten voor het gebruik van lagen en digitale opties bij gebruik van een elektronisch formaat. De Commissie moet die ontwerpen van technische reguleringsnormen vaststellen of nader wijzigen in gedelegeerde handelingen, overeenkomstig artikel 290 VWEU en in overeenstemming met de artikelen 10 tot en met 14 van de Verordeningen (EU) nr. 1093/201015, (EU) 1094/201016 en (EU) 1095/201017 van het Europees Parlement en de Raad.

(7) Om te waarborgen dat retailbeleggers te allen tijde weloverwogen beleggingsbeslissingen nemen, moet het essentiële-informatiedocument steeds worden bijgewerkt. In ontwerpen van technische reguleringsnormen moeten de voorwaarden worden omschreven waaronder het essentiële-informatiedocument moet worden herzien, waarbij een onderscheid moet worden gemaakt tussen PRIIP’s die nog voor retailbeleggers beschikbaar zijn en PRIIP’s die dat niet meer zijn. Het bijhouden van het essentiële-informatiedocument ontslaat ontwikkelaars niet van de verplichting om de precontractuele informatie te verstrekken die is opgenomen in het essentiële-informatiedocument dat aan retailbeleggers wordt verstrekt voordat zij gaan beleggen.

(8) Verordening (EU) nr. 1286/2014 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9) De Europese toezichthoudende autoriteiten moet voldoende tijd worden gegund om specificaties op te stellen voor de belangrijkste onderdelen van de gewijzigde regels, en de ontwikkelaars van PRIIP’s om vertrouwd te raken met deze specificaties. Daarom moet de toepassingsdatum van deze verordening worden uitgesteld.