Overwegingen bij COM(2023)92 - Standpunt in het Gemengd Comité EU-de Filipijnen in verband met de voorgenomen vaststelling van een besluit tot instelling van een subcomité maritieme samenwerking

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek der Filipijnen, anderzijds (“de overeenkomst”), is bij Besluit (EU) 2017/2414 van de Raad van 25 september 2017 door de Unie gesloten en op 1 maart 2018 in werking getreden.

(2) Volgens artikel 48 van de overeenkomst is het Gemengd Comité ingesteld om toezicht te houden op de uitvoering van de overeenkomst. Volgens artikel 48, lid 3, van de overeenkomst kan het Gemengd Comité speciale subcomités of lichamen instellen om zich te laten bijstaan bij de uitvoering van zijn taken en plichten. Het Gemengd Comité bepaalt de samenstelling en taken van dergelijke subcomités of lichamen en de wijze van functioneren. Zowel de EU als de Filipijnen hebben belangstelling getoond voor de instelling van een subcomité maritieme samenwerking om een specifieke dialoog over alle aspecten van de maritieme samenwerking tussen de EU en de Filipijnen mogelijk te maken.

(3) Overeenkomstig artikel 8, lid 2, van zijn reglement van orde moet het Gemengd Comité via een schriftelijke procedure een besluit vaststellen over de instelling van het subcomité maritieme samenwerking en de vaststelling van het mandaat van dit subcomité.

(4) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het Gemengd Comité moet worden ingenomen, aangezien het besluit voor de Unie bindend zal zijn.