Overwegingen bij COM(2022)761 - Aandelenstructuur met meervoudig stemrecht in ondernemingen die om de toelating tot de handel van hun aandelen op een mkb-groeimarkt verzoeken

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
1) Om de aantrekkelijkheid van de mkb-groeimarkten te vergroten en de ongelijkheid voor ondernemingen die om de toelating tot de handel op de interne markt verzoeken, te verminderen, moeten de belemmeringen voor de toegang tot dergelijke markten die het gevolg zijn van regelgevingsbarrières, worden aangepakt. Ondernemingen moeten in staat zijn de governancestructuur te kiezen die het best bij hun ontwikkelingsfase past, onder meer door meerderheidsaandeelhouders van die ondernemingen in staat te stellen de zeggenschap over de onderneming te behouden nadat zij zijn toegelaten tot de mkb-groeimarkten en tegelijkertijd te kunnen profiteren van de voordelen die verbonden zijn aan de handel op die markten, zolang de rechten van minderheidsaandeelhouders gewaarborgd blijven.

2) De angst om de zeggenschap over een onderneming te verliezen is een van de belangrijkste factoren die meerderheidsaandeelhouders ervan weerhouden toegang te verkrijgen tot mkb-groeimarkten. Toelating tot de handel betekent meestal verwatering van de eigendom voor meerderheidsaandeelhouders, waardoor hun invloed op belangrijke investerings- en operationele beslissingen in de onderneming afneemt. Het behoud van de zeggenschap over de onderneming kan met name belangrijk zijn voor startende ondernemingen en ondernemingen met langetermijnprojecten die aanzienlijke aanloopkosten met zich meebrengen, omdat zij hun visie willen nastreven zonder al te zeer blootgesteld te worden aan marktschommelingen.

3) De aandelenstructuur met meervoudig stemrecht is een doeltreffend mechanisme om meerderheidsaandeelhouders in staat te stellen de beslissingsbevoegdheid in een onderneming te behouden en tegelijkertijd middelen aan te trekken bij het publiek. De aandelenstructuur met meervoudig stemrecht is een mechanisme ter vergroting van zeggenschap waarbij ten minste twee verschillende soorten aandelen met een verschillend aantal stemrechten betrokken zijn. Bij een dergelijke structuur heeft ten minste één van de aandelenklassen een lagere stemwaarde dan een andere aandelenklasse (of -klassen) met stemrecht. Het aandeel met het hoogste aantal stemmen is een aandeel met meervoudig stemrecht.

4) Er zijn andere mechanismen ter vergroting van zeggenschap die een hefboomwerking van de stemrechten mogelijk maken, afgezien van de aandelenstructuur met meervoudig stemrecht. Dergelijke mechanismen kunnen bestaan uit aandelen zonder stemrecht, prioriteitsaandelen zonder stemrecht en bovengrenzen voor het stemrecht. Deze alternatieve mechanismen ter vergroting van zeggenschap zijn echter strikter van opzet en kunnen de hoeveelheid kapitaal beperken die een onderneming kan aantrekken op het moment dat zij tot de handel op de mkb-groeimarkten wordt toegelaten, vanwege de geringere scheiding tussen economische en stemrechten.

5) Net als aandelen met meervoudig stemrecht kennen loyaliteitsaandelen een hoger stemrecht toe aan een aandeelhouder. Een aandeelhouder kan extra stemrechten verkrijgen die verbonden zijn aan loyaliteitsaandelen als hij het aandeel gedurende de aangewezen tijd aanhoudt en aan bepaalde voorwaarden voldoet. Loyaliteitsaandelen zijn mechanismen ter vergroting van zeggenschap die bedoeld zijn om een stabieler, op de lange termijn gericht aandeelhouderschap onder aandeelhouders te bevorderen en niet zozeer om het aantrekken van middelen bij het publiek aantrekkelijker te maken. Bijgevolg behoeven loyaliteitsaandelen niet in deze richtlijn te worden opgenomen.

6) Er bestaan aanzienlijke verschillen tussen de nationale bepalingen inzake aandelen met meervoudig stemrecht in de lidstaten. In sommige lidstaten is een aandelenstructuur met meervoudig stemrecht toegestaan, terwijl ze in andere lidstaten verboden is. In sommige lidstaten is het verbod op aandelen met meervoudig stemrecht beperkt tot publieke ondernemingen, terwijl het in andere lidstaten voor alle ondernemingen geldt. De verschillen tussen de nationale regelingen werpen belemmeringen op voor het vrije verkeer van kapitaal binnen de interne markt. Bovendien zorgt de versnippering van de regelgeving voor een ongelijk speelveld voor ondernemingen in de verschillende lidstaten. Ondernemingen in een lidstaat die een aandelenstructuur met meervoudig stemrecht verbiedt, moeten naar een andere lidstaat of zelfs buiten de Unie uitwijken als zij toelating tot de handel in aandelen met meervoudig stemrecht willen aanvragen en krijgen dus te maken met hogere kosten. In sommige gevallen kunnen ondernemingen vanwege die hogere kosten besluiten ervan af te zien middelen aan te trekken bij het publiek, wat hun financieringsmogelijkheden kan beperken. Dergelijke overwegingen zijn met name relevant voor mkb- en startende ondernemingen die niet over de financiële middelen beschikken om deze kosten te dekken.

7) De lidstaten moeten ondernemingen de mogelijkheid bieden een aandelenstructuur met meervoudig stemrecht in te voeren, zodat zij om de toelating tot de handel op een mkb-groeimarkt kunnen verzoeken zonder dat hun meerderheidsaandeelhouders hun zeggenschap hoeven op te geven. De toelating tot de handel op gereglementeerde markten is geschikter voor grotere en meer volwassen ondernemingen; mkb-groeimarkten zijn daarentegen over het algemeen geschikter voor mkb-ondernemingen. De mkb-groeimarkten waren oorspronkelijk bedoeld als specifieke handelsplatformen voor mkb-ondernemingen met een regelgeving die rekening houdt met de specifieke kenmerken van mkb-ondernemingen. Niet alle ondernemingen met effecten die op mkb-groeimarkten zijn genoteerd, zijn echter mkb-ondernemingen. In Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad 39  is bepaald dat ten minste 50 % van de uitgevende instellingen van financiële instrumenten die tot de handel op mkb-groeimarkten zijn toegelaten, bestaat uit mkb-ondernemingen. Ondernemingen die geen mkb-onderneming zijn, beschikken doorgaans over meer liquide effecten en daarom kunnen de mkb-groeimarkten door hun opname hogere handelsvergoedingen genereren om de winstgevendheid van hun bedrijfsmodel te handhaven. Om echter duidelijkheid te scheppen voor beleggers, gelden momenteel dezelfde regels voor alle uitgevende instellingen op mkb-groeimarkten, ongeacht hun omvang. Het is daarom passend dat de invoering van het recht om een aandelenstructuur met meervoudig stemrecht toe te passen, geldt voor alle ondernemingen die voor het eerst om de toelating van hun aandelen tot een mkb-groeimarkt verzoeken.

8) De lidstaten moeten nationale bepalingen kunnen invoeren of handhaven die ondernemingen toestaan een dergelijke structuur in te voeren voor andere doeleinden dan de eerste toelating van aandelen tot de handel op een mkb-groeimarkt. Dit houdt onder meer in dat ondernemingen aandelen met meervoudig stemrecht kunnen invoeren wanneer zij reeds tot de handel zijn toegelaten, wanneer zij om de toelating verzoeken tot een multilaterale handelsfaciliteit die niet als mkb-groeimarkt of op een gereglementeerde markt is geregistreerd, of dat particuliere ondernemingen aandelen met meervoudig stemrecht kunnen invoeren, ongeacht of zij voornemens zijn om de toelating tot de handel van hun aandelen te verzoeken. Dit kan ook gevallen omvatten waarin ondernemingen overgaan van een mkb-groeimarkt naar een gereglementeerde markt, waarbij zij aandelen met meervoudig stemrecht behouden.

9) Ondernemingen kunnen een aandelenstructuur met meervoudig stemrecht invoeren via een nieuwe uitgifte van aandelen of via een ander soort bedrijfstransactie, zoals de conversie van reeds uitgegeven aandelen. Ondernemingen moeten beschikken over de flexibiliteit om het meest geschikte type bedrijfstransactie te kiezen om een aandelenstructuur met meervoudig stemrecht in te voeren in overeenstemming met het nationaal recht. Voorts moeten ondernemingen ook beschikken over de flexibiliteit met betrekking tot de timing van de invoering van een aandelenstructuur met meervoudig stemrecht, op voorwaarde dat zij dit doen om een eerste toelating van aandelen tot de handel op een mkb-groeimarkt aan te vragen. De lidstaten mogen ondernemingen niet beletten een aandelenstructuur met meervoudig stemrecht in te voeren op een tijdstip dat voorafgaat aan de toelating van de aandelen tot de handel. De lidstaten moeten echter kunnen bepalen dat de uitoefening van het versterkt stemrecht, dat in vergelijking met het stemrecht op aandelen van andere categorieën extra stemrechten voor aandelen met meervoudig stemrecht inhoudt, afhankelijk is van de toelating van aandelen tot de handel op een mkb-groeimarkt in een of meer lidstaten. In dat geval en tot aan de toelating tot de handel, moeten aandelen met meervoudig stemrecht beschikken over dezelfde stemrechten als andere soorten aandelen van de onderneming. Dat zou ervoor zorgen dat aandelen met meervoudig stemrecht specifiek een eerste toelating tot de handel op mkb-groeimarkten bevorderen.

10) Door de verminderde stemkracht van minderheidsaandeelhouders in de onderneming in verhouding tot hun investeringen, kan een aandelenstructuur met meervoudig stemrecht meerderheidsaandeelhouders in die onderneming eeuwigdurende zeggenschap verschaffen en aldus leiden tot verschansing van meerderheidsaandeelhouders. Dat kan het risico vergroten dat meerderheidsaandeelhouders particuliere voordelen uit de zeggenschap verkrijgen. Om deze risico’s aan te pakken, moet het invoeren van een aandelenstructuur met meervoudig stemrecht worden onderworpen aan waarborgen ter bescherming van minderheidsaandeelhouders.

11) De lidstaten die aandelen met meervoudig stemrecht toestaan, voorzien in waarborgen ter bescherming van minderheidsaandeelhouders en van de belangen van de onderneming. De bestaande waarborgen verschillen echter per lidstaat als gevolg van specifieke nationale kenmerken en uiteenlopende vennootschapsrechtelijke systemen. Gezien de doelstellingen van de interne markt, zoals met name uiteengezet in artikel 50, lid 2, punt g), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, moeten de lidstaten in hun nationaal recht inzake de aandelenstructuur met meervoudig stemrecht zorgen voor een gecoördineerde aanpak met betrekking tot de bescherming van de belangen van minderheidsaandeelhouders en van de onderneming. Dit omvat bescherming tegen besluiten die risico’s inhouden voor of resulteren in negatieve gevolgen voor de mensenrechten, de klimaatverandering en het milieu. In het kader van die gecoördineerde aanpak moeten alle lidstaten ervoor zorgen dat elk besluit om een aandelenstructuur met meervoudig stemrecht in te voeren, of om die structuur te wijzigen wanneer dat gevolgen heeft voor de stemrechten, wordt genomen met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op de algemene vergadering van aandeelhouders. Voorts dienen de lidstaten het stemgewicht van aandelen met meervoudig stemrecht te beperken door beperkingen op te leggen aan hetzij de opzet van de aandelenstructuur met meervoudig stemrecht, hetzij de uitoefening van de aan aandelen met meervoudig stemrecht verbonden stemrechten voor de aanneming van bepaalde besluiten. De beperking van de uitoefening van het stemrecht kan ten uitvoer worden gelegd door te bepalen dat voor een goedkeuring met gekwalificeerde meerderheid zowel een gekwalificeerde meerderheid van de op de algemene vergadering van aandeelhouders uitgebrachte stemmen als van het op de algemene vergadering van aandeelhouders vertegenwoordigde aandelenkapitaal vereist is.

12) De lidstaten moeten de vrijheid krijgen om waar nodig aanvullende waarborgen in te voeren om de belangen van minderheidsaandeelhouders en het belang van de onderneming afdoende te beschermen. De lidstaten moeten de wenselijkheid van aanvullende waarborgen beoordelen in het licht van de doeltreffendheid ervan voor de bescherming van de belangen van minderheidsaandeelhouders en van de onderneming, en er tegelijkertijd voor zorgen dat deze waarborgen het doel van de aandelenstructuur met meervoudig stemrecht niet ondermijnen, namelijk de mogelijkheid voor de meerderheidsaandeelhouders van een onderneming om invloed uit te oefenen op belangrijke beslissingen, waaronder de benoeming van bestuurders.

13) De openbaarmaking van nauwkeurige, volledige en tijdige informatie over uitgevende instellingen versterkt het vertrouwen van beleggers en maakt het mogelijk geïnformeerde beleggingsbeslissingen te nemen. Een dergelijke geïnformeerde beleggingsbeslissing komt ten goede aan zowel de bescherming van de belegger als de marktefficiëntie. De lidstaten dienen derhalve van ondernemingen met een aandelenstructuur met meervoudig stemrecht te verlangen dat zij gedetailleerde informatie over hun aandelenstructuur en corporate governancesysteem publiceren op het tijdstip van de toelating tot de handel, alsook periodiek in het jaarlijks financieel verslag. In deze informatie moet worden vermeld of er beperkingen gelden voor het houden van effecten en of voor een overdracht van effecten de goedkeuring vereist is van de onderneming of van andere houders van effecten. Ook moet worden vermeld of er beperkingen op het stemrecht zijn, zoals beperkingen van het stemrecht voor houders van een bepaald percentage of aantal stemmen, termijnen voor de uitoefening van het stemrecht of systemen waarbij de aan effecten verbonden financiële rechten worden gescheiden van het houden van effecten. Voorts moeten deze ondernemingen de identiteit openbaar maken van de houders van aandelen met meervoudig stemrecht, alsmede van de natuurlijke personen die gemachtigd zijn om namens hen stemrecht uit te oefenen en van de personen die bijzondere zeggenschapsrechten uitoefenen, teneinde de beleggers, als particulieren, transparantie te verschaffen over de uiteindelijke eigendom en de feitelijke invloed op de onderneming. Dit zou beleggers in staat stellen geïnformeerde beslissingen te nemen en zo hun vertrouwen in goed functionerende kapitaalmarkten versterken.

14) Daar de doelstellingen van deze richtlijn, namelijk het vergroten van de financieringsmogelijkheden voor ondernemingen en het aantrekkelijker maken van mkb-groeimarkten, niet voldoende en tijdig door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar wegens de omvang en de gevolgen van de maatregelen doeltreffender en sneller door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

15) Gezien de marktontwikkelingen en de ontwikkelingen op andere gebieden van het recht van de Unie of de ervaringen van de lidstaten met de uitvoering van deze richtlijn, moet de Commissie deze richtlijn vijf jaar na de datum van omzetting opnieuw bezien.

16) Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken 40 , hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van die stukken gerechtvaardigd.

17) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad 41  en heeft op [XX XX 2022/2023] een advies uitgebracht 42